Financieringsparagraaf
Het doel van deze paragraaf is om de financiële positie van de gemeente op basis van het door de Raad vastgestelde treasurystatuut te evalueren. Daarnaast is de paragraaf een belangrijk instrument voor het transparant maken van de financieringsfunctie. De centrale doelstelling van het treasurybeleid is het beheren van de financiële geldstromen en het beperken van de financiële risico’s voor de gemeente. De uitvoering van treasury wordt wettelijk geregeld in de Wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO). Deze wet regelt dat de uitvoering van de treasuryfunctie binnen de gemeente uitsluitend de publieke taak dient en geschiedt binnen de financiële kaders van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.
Actuele ontwikkelingen
Zoals uit bovenstaande grafiek blijkt, is de economische situatie nog steeds zorgwekkend te noemen. Deze ontwikkelingen hebben vanzelfsprekend zijn weerslag op de gemeente Uden. Voor meer informatie klik hier.
Ontwikkelingen landelijke politiek
Het kabinet heeft eind 2012 een regeerakkoord gesloten dat voor gemeenten een aantal (financiële) gevolgen hebben. In dit regeerakkoord zijn onder andere afspraken gemaakt over het verplicht schatkistbankieren en de Wet HOF. Er wordt rekening gehouden met de mogelijke impact van deze maatregelen voor de gemeente Uden.
Wettelijke kaders
Ten aanzien van het treasurybeleid zijn de volgende kaders van belang:
- Wet financiering decentrale overheden (Fido)
- Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo)
- Treasurystatuut gemeente Uden
De wet Fido geeft aan dat het aantrekken en uitlenen van geld alleen kan plaatsvinden in het kader van de publieke taak. Er is een verbod op bankieren door overheden. De Ruddo geeft onder andere voorschriften over beleggingen (minimale ratings) en derivatenconstructies.
In 2012 is een geactualiseerd treasurystatuut van de gemeente Uden vastgesteld. In het treasurystatuut zijn de doelstellingen van het treasurybeleid opgenomen. Daarnaast is vastgelegd wie welke rol heeft in het treasurybeleid.
Rentevisie
Een rentevisie is een instrument dat helpt renterisico’s te beheersen. Een rentevisie is gebaseerd op het interpreteren van een aantal economische variabelen. De belangrijkste variabele daarbij is de inflatieverwachting. Wanneer men veel inflatie verwacht dan zal de Europese Centrale Bank (ECB) reageren door de korte termijn voorschotrente te verhogen. Op basis van deze voorschotrente worden de banktarieven berekend. De actuele situatie op de rentemarkt leest u hier.
Financiering en rentebeleid
De financieringspositie wordt in meerjarig opzicht bepaald door de uitvoering van de investeringen (onderhanden werken) de financiële activa en de aangetrokken geldleningen. In de uitvoering van de treasuryfunctie streven wij ernaar om langlopende zaken ook langlopend te financieren en kortlopende activa min of meer in evenwicht te houden met kortlopende passiva. De financiering van de gemeentelijke activa vindt plaats met interne middelen (reserves en voorzieningen) en met extern aangetrokken geldleningen. De rentelasten van de financieringsmiddelen worden intern doorbelast aan de gemeentelijke onderdelen door middel van de omslagrente. Voor een overzicht van de financieringspositie en het rentebeleid klik hier.
Toetsing renterisico’s
Voor de toetsing van het renterisico heeft de overheid twee instrumenten gedefinieerd namelijk de kasgeldlimiet en de rente risiconorm. De kasgeldlimiet geeft aan hoeveel de gemeente kort mag financieren als percentage van de begroting. De toegestane kasgeldlimiet bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal.
De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. De renterisiconorm houdt in, dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar
EMU-Saldo
Sinds Nederland deel uitmaakt van de Economische en Monetaire Unie (de EMU) wordt voor het begrotingssaldo een definitie gebruikt die binnen de gehele EMU hetzelfde is, het EMU-saldo. In het Verdrag van Maastricht (1992) is afgesproken dat het EMU-tekort van een land max. 3% BBP (Bruto Binnenlands Product) mag zijn.
Het EMU-saldo is het saldo van de inkomsten en uitgaven van de overheid. Het EMU-saldo van de lokale overheid telt mee voor het EMU-saldo van de totale overheid.
Om inzicht te geven in het verwachte EMU-saldo van de lokale overheid is weergave van het saldo een verplicht onderdeel in de programmabegroting. De cijfers worden daarnaast verstrekt aan het CBS.
Zoals weergegeven de paragraaf risico-inventarisatie en weerstandsvermogen is sturing op het EMU-saldo van groot belang in verband met de mogelijke komst van de wet HOF. Het maximale EMU-tekort voor de gemeente Uden bedraagt ongeveer 5,5 miljoen. In bijgevoegde tabel is waar te nemen dat de gemeente Uden ruim onder deze norm blijft.
2012 | 13,3 mln |
2013 | 9,2 mln |
2014 | -3,2 mln |
2015 | -1,5 mln |
2016 | 2,1 mln |
2017 | 3,0 mln |
Financieringsparagraaf