Financiering
Financieringsbeleid
De belangrijkste doelen van ons beleid, zoals vastgelegd in het treasurystatuut, zijn:
- Overtollige gelden zetten we alleen uit bij banken of instellingen die voldoen aan de eisen van de Wet Fido en de bijbehorende uitvoeringsregeling.
- Het aantrekken van leningen gebeurt door bij tenminste 3 financiële instellingen een offerte aan te vragen.
- We maken alleen gebruik van financiële instrumenten om risico’s te verkleinen en niet om te speculeren.
Uit deze keuzes blijkt dat we voor een laag risicoprofiel gekozen hebben.
Algemene ontwikkelingen
Kortlopende financiering
De nasleep van de corona lockdowns en de oorlog in Oekraïne hebben de prijzen sinds 2022 flink opgedreven. De inflatie werd daardoor veel te hoog. De ECB heeft daarom in 2022 enkele malen ingegrepen middels renteverhogingen. In juli 2022 verhoogde de ECB voor het eerst in 11 jaar de rente, daarna volgden meer renteverhogingen. Dat maakt geld ‘duurder’, waardoor de economie in theorie afkoelt en de inflatie wordt gedempt.
Dit heeft geleid tot een stijging van de kortlopende rente. De huidige rentepercentages voor financieringsmiddelen voor de korte termijn zijn veelal gekoppeld aan de Euribor-rentes en bedraagt momenteel ongeveer 2,4%.
Langlopende financiering (kapitaalmarkt)
Vanwege de renteverhogingen van de ECB is vanzelfsprekend ook de kapitaalmarktrente gestegen. De huidige kapitaalmarktrente (looptijd 25 jaar) ligt rond 3%. We verwachten dat deze rente de komende tijd nog verder gaat stijgen, aangezien de inflatie nog steeds zeer hoog is.
Financieringsbehoefte
De gemeente Maashorst werkt vanuit totaalfinanciering. Alle gemeentelijke inkomsten en uitgaven worden hierbij gesaldeerd voordat we ons op de geld- of kapitaalmarkt begeven. Goed inzicht in het verloop van inkomsten en uitgaven leidt tot betere sturing op de benodigde liquiditeiten voor de komende jaren, de aan te trekken externe financiering en de ontwikkeling van de rentekosten.
In onderstaande tabel vindt u een weergave van de ontwikkeling van de financieringspositie in 2022 middels een kasstroomoverzicht. Een kasstroomoverzicht is een overzicht van de feitelijke geldstromen die in een organisatie in de loop van een boekjaar binnenkomen en uitgaan. Op basis van dit overzicht kan geconcludeerd worden dat we 2022 afsluiten met een licht financieringstekort. Zoals zichtbaar is in het overzicht en in de programmabegroting 2023 zal er in 2023 naar verwachting weer een fors financieringstekort zijn, waardoor een langlopende lening afgesloten zal moeten worden. De forse negatieve kasstroom overstijgt namelijk de kasgeldlimiet.
Het meerjarig beeld van de financieringspositie is wel lastig te bepalen. Een aanzienlijk aantal investeringen dient nog opgepakt te worden. Zie hiervoor de bijlage Staat van onderhanden werken. Ook realisaties binnen de grondexploitaties zijn soms moeilijk te plannen. Vertragende omstandigheden hierbij zijn ecologische/geologische vondsten, lopende procedures, het stikstofbesluit en het PFAS besluit.
Inzicht rentelasten/-baten
De BBV-voorschriften schrijven voor dat we ook inzicht moeten geven in de rentelasten, het renteresultaat, de financieringsbehoefte en de manier waarop we rente aan investeringen, grondexploitaties en taakvelden toerekenen.
Schematisch kan de rentetoerekening als volgt weergegeven worden:
Begroot 2022 inclusief wijzigingen |
Werkelijk 2022 |
||
a. | De externe rentelasten over de korte en lange financiering | € 2.425.687 | € 2.416.836 |
b. | De externe rentebaten (idem) | - € 163.159 | - € 166.052 |
Totaal door te rekenen externe rente | € 2.262.528 | € 2.250.784 | |
c1. | De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend | - € 1.086.721 | - € 1.086.722 |
c2. | De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend |
- € 162.375 | - € 162.375 |
c3. |
De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (= projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend |
€ 113.994 | € 113.994 |
-€ 1.135.102 | -€ 1.135.103 | ||
Saldo door te rekenen externe rente | € 1.127.426 | €1.115.681 | |
d1. | Rente over eigen vermogen | € 0 | € 0 |
d2. | Rente over voorzieningen | € 20.942 | € 32.439 |
Totaal aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) | € 1.148.368 | € 1.148.119 | |
e. | De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) | - € 1.533.493 | - € 1.072.749 |
f. | Renteresultaat op het taakveld Treasury (-=positief, +=negatief) | -€ 385.125 | € 75.370 |
Ad. a: Betreft de rentelasten over de reeds opgenomen langlopende geldleningen en de rente over kortlopende financiering (rekening-courant en kasgeldleningen).
Ad. b: Betreft de renteopbrengsten over de verstrekte langlopende leningen aan Area en derden en overige rentebaten (bijv. rente startersleningen).
Ad. c1: De toe te rekenen rente aan de grondexploitatie (Bouwgronden In Exploitatie) betreft het gewogen gemiddelde rentepercentage van de bestaande leningenportefeuille van de gemeente, naar verhouding vreemd vermogen/totaal vermogen, indien geen sprake is van projectfinanciering (volgens de notitie grondexploitaties 2016 van de commissie BBV). Voor 2022 is dit 2,11%. Jaarlijks wordt dit percentage herrekend.
Ad. c2: Wanneer specifieke leningen extern zijn aangetrokken om deze vervolgens voor hetzelfde bedrag door te verstrekken aan een derde partij, wordt dit ook gezien als projectfinanciering. Dit betekent dat de rentelasten en -baten niet opgenomen worden in de renteomslag. Voor Maashorst betreft dit 3 geldleningen die doorgeleend zijn aan woningbouwcorporatie Area.
Ad. c3: Dit betreft de rentebaten van de doorgeleende geldleningen aan stichting Area en overige rentebaten (zie ook C2).
Ad. d1: Binnen de gemeente Maashorst wordt er geen rente toegevoegd aan reserves.
Ad. d2: Dit betreft de rentetoevoeging aan de voorziening nr. 7503001 Afkoop onderhoud begraafplaats (4,0%). Deze voorziening is op contante waarde gewaardeerd. In dat geval is rentetoevoeging aan de voorziening toegestaan.
Ad. e/f: De totaal aan taakvelden toe te rekenen rente bedraagt €1.148.119. De omslagrente wordt berekend door de werkelijk aan de taakvelden toe te rekenen rente (in euro’s) te delen door de boekwaarde per 1 januari van de vaste activa die integraal zijn gefinancierd. Op basis van de uitgangspunten in de BBV notitie rente, mag het omslagpercentage worden afgerond om een consistent percentage te kunnen hanteren.
Het te hanteren omslagpercentage is voor 2022 vastgesteld op 0,6%.
Door het afronden van het omslagpercentage ontstaat een renteresultaat. Zoals te zien is in het renteschema is het werkelijke renteresultaat €460.000 lager dan begroot. Dit wordt vooral veroorzaakt doordat er minder rente doorbelast kan worden naar de taakvelden vanwege de vertraging in investeringen. Dit leidt tot een nadeel voor het renteresultaat maar tot een voordeel op de diverse taakvelden.