Mogelijke (financiële) gevolgen maatregelen coronavirus
Inventarisatie financiële gevolgen
De uitbraak van COVID-19 (Corona) eind februari 2020 heeft een enorme impact op ons allemaal. Deze pandemie leidt tot ongekende omstandigheden. Voor de aanpak van COVID-19 kijken wij wat we, aanvullend op de landelijk maatregelen van het Rijk, kunnen doen. Dit raakt veel beleidsterreinen van onze organisatie. We streven naar een zo adequaat mogelijke uitvoering van de landelijke en lokale maatregelen en naar zoveel mogelijk continuïteit van de reguliere werkzaamheden en van noodzakelijke (digitale) besluitvorming. Daarvoor zijn de nodige interne maatregelen genomen. Onderstaand een opsomming van de mogelijke financiële gevolgen en effecten op de diverse maatschappelijke en financiële risicogebieden.
Balans
- Waardering van vastgoed met een economische functie, mede in het verlengde van een mogelijke algemene economische recessie.
- Waardering van deelnemingen. Gemeenten kennen veelal deelnemingen op het gebied van maatschappelijke prestaties (waterbedrijven, energiebedrijven). Door de gevolgen van COVID-19 is het niet duidelijk in hoeverre de deelnemingen in waarde zullen dalen en in hoeverre dit mogelijk leidt tot afwaarderingen op deelnemingen (specifieke deelnemingen).
- Waardering van leningen. Gemeenten en provincies verstrekken leningen aan andere overheden, aan deelnemingen, maar ook steeds meer in het kader van bijv. innovatie bij instellingen of ondernemingen. Het risicoprofiel van deze leningen kan wijzigen, waardoor dit gevolgen heeft voor de waardering van de leningen.
- Grondexploitaties: voor grondexploitaties worden schattingen gemaakt inzake verkoopopbrengsten en nog te maken kosten om het project tot ontwikkeling te brengen. Het is de vraag of de huidige ontwikkelingen als gevolg van COVID-19 gevolgen zullen hebben voor deze schattingen.
- Inbaarheid van debiteuren. De gemeenten en provincies hebben diverse debiteuren, namelijk algemene debiteuren, belastingdebiteuren en sociale zaken debiteuren (niet bij provincies). Mogelijk zijn er effecten op de inbaarheid van deze debiteuren.
- Renteontwikkelingen in relatie tot pensioenvoorzieningen (oud)-wethouders c.q. gedeputeerden. Een rentedaling zorgt voor aanvullende stortingen in de pensioenvoorziening.
Opbrengsten
- Grondverkopen: mogelijk zullen minder mensen nu snel een huis kopen door onzekerheid over de economische situatie.
- Parkeeropbrengsten: als gevolg van de huidige maatschappelijke situatie zal de omvang van de parkeeropbrengsten afnemen (minder bezoek van steden/dorpen, inwoners blijven thuis door de genomen maatregelen).
- Opbrengsten uit belastingen: mogelijk meer kwijtscheldingen van burgers met een uitkering voor de OZB, riool, afvalstoffenheffing, daarnaast bijv. het tijdelijk niet heffen van toeristenbelasting.
- Bouwleges: ondernemingen en burgers die minder snel bouwprojecten zullen starten, hierdoor een effect op de omvang van de bouwleges.
- Huren en pachten: de vraag of instellingen de huur nog kunnen betalen, als gevolg van afgenomen vraag (bijv. musea, sporthallen).
- Gemeentefonds: mogelijk een positief effect aangezien het Rijk veel meer uitgaven verricht. Via het “trap op trap af” principe zouden gemeenten hierdoor meer gemeentefonds krijgen. Het is nog niet duidelijk in hoeverre dit ook geldt gezien de crisissituatie en wat de gevolgen zijn voor het gemeentefonds c.q. de provinciefonds uitkering.
- Inkomende subsidies: het is onzeker wat de gevolgen zullen zijn voor inkomende subsidies. Wellicht ontstaan er meer subsidiepotten om de lokale economie en lokale projecten te financieren. Wellicht zullen er ook minder subsidies worden toegekend, aangezien landelijk keuzes gemaakt moeten worden over de inzet van middelen.
Kosten
- Uitkeringslasten: de toename van zzp’ers die in de problemen komen en mogelijk burgers met baanverlies, kan gevolgen hebben voor de omvang van de uitkeringen. Het is hierbij onzeker welke financiële risico’s bij de gemeente komen te liggen.
- Subsidielasten: mogelijk moeten meer subsidies worden verleend om instellingen in continuïteit te laten doorgaan (denk aan sportverenigingen, musea, maatschappelijke instellingen).
- Zorgkosten: om de continuïteit van de zorg (WMO en Jeugd) te waarborgen heeft het rijk gemeenten al opgeroepen om coulant om te gaan met de afrekening van zorgkosten met zorginstellingen. De vraag is wat dit betekent met de zorgkosten voor de komende jaren.
- Salariskosten: het is onduidelijk wat de gevolgen zijn voor de salariskosten van de gemeente.
- Kosten onderhoud en nieuwe investeringen: uitstel en vertraging van infrastructurele projecten (zoals nieuwe wegen/onderhoud).
- Kosten WSW: door naar verwachting minder opdrachten voor SW-bedrijven zullen gemeenten mogelijk extra moeten bijstorten in verband met deelname aan een gemeenschappelijke regeling.
- Garanties: het is onzeker of gemeenten c.q. provincies worden aangesproken op aansprakelijkheid of afgegeven garanties (bijv. bij stichtingen of woningcorporaties).
Personeel en operaties
- Welke processen worden geraakt door het COVID-19 virus en de overheid genomen maatregelen.
- Afhankelijkheid van personeel voor key-processen.
- De gevolgen voor de werkprocessen als deze situatie zich nog lange tijd voordoet.
- Het risico dat beheersingsmaatregelen worden doorbroken als gevolg van andere werkprocedures inclusief de impact op de risico’s van fraude en/of fouten.
Financiering
- De financiële gevolgen die tot nu toe merkbaar zijn en eventuele gevolgen voor de behoefte aan financiering.
Maatschappelijke gevolgen
Door de COVID-19 effecten is het de vraag in hoeverre de gemeentelijke beleidsprogramma’s nog doorgang kunnen vinden, dan wel aangepast moeten worden. Dat is op dit moment nog niet duidelijk en hangt af van de economische situatie, de maatschappelijke gevolgen hiervan en de mogelijkheden om als gemeente hierop bij te sturen.
In de analyse zal het voor veel onderwerpen de effecten niet te kwantificeren zijn. Het zal niet duidelijk zijn hoe groot de gevolgen zijn. Hierbij is het belangrijk een analyse te maken en de effecten zo goed mogelijk te analyseren. Daarbij is het belangrijk dat de analyse van de gevolgen van het COVID-19 virus door het college en het management worden gemaakt.
Maatregelen gemeente Uden
Er is door de gemeente Uden een eerste inventarisatie gedaan wat de financiële gevolgen van de crisis zouden betekenen. Dit is een inschatting van hetgeen op dit moment bekend is. Er is eenmalig een bedrag van € 650.000 beschikbaar gesteld. Zie hiervoor de toelichting bij punt 3 onder incidentele posten in het bestedings- en dekkingsplan.
Risico's monitoren we continue binnen de gemeente Uden. Zo ook het risico's met betrekking tot het COVID-19 virus. Bij het opstellen van de Programmabegroting zullen we het risico opnieuw kwantificeren en indien er aanleiding toe is zullen we het risico ophogen.