Voorzieningen (art 44.1c)

Deze voorziening is bestemd voor het in stand houden van het gemeentelijk gebouwd onroerend goed door het planmatig uitvoeren van groot onderhoud. Slechts in beperkte mate is rekening gehouden met een bijdrage vanuit dit fonds voor grootschalige renovaties. Deze dienen apart aangemeld te worden voor dekking bij de begrotingsbehandeling met hooguit een bijdrage vanuit dit fonds i.v.m. vrijvallende onderhoudskosten.

De vigerende plannen Onderhoudsplan gemeentelijke gebouwen 2016-2020, inclusief  de actualisatie voor 2021 (voormalig grondgebied Uden) en Meerjaren onderhoudsplan (MJOP) 2017-2021 (voormalig grondgebied Landerd) voorziet in dekking van het groot onderhoud. Deze plannen zijn echter inmiddels achterhaald en er wordt reeds gewerkt aan een nieuw integraal plan. In eerste instantie was het de bedoeling om de duurzaamheidsaspecten eveneens op te nemen in het nieuwe integrale MJOP. Echter de duurzaamheidsagenda komt veel later tot stand dan vooraf gedacht. Momenteel worden er echter wel maatwerkadviezen opgesteld. Aan het nieuwe integraal MJOP zullen de duurzaamheidstoepassingen later toegevoegd worden. Dit integrale plan zal in Q4 van 2023 opgeleverd worden. Tot die tijd zullen de verouderde plannen nog wel leidend zijn ten aanzien van de planning en is de hoogte van de dotatie vooralsnog gebaseerd op de gewenste kwaliteitsniveau, areaal, beheerstrategie en onderhoudsstaat obv de oude MJOP’s. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen in de programmabegroting 2024 wordt dan ook voorgesteld om de looptijd van de oude plannen vooralsnog te verlengen tot vaststelling nieuw MJOP eind 2023.

Met de handhaving van de middelen in de voorziening gemeentelijke eigendommen en handhaving van de huidige dotatie zijn er voor het jaar 2023 voldoende middelen beschikbaar

Deze voorziening dient gehandhaafd te blijven. Er wordt nu gekeken naar de gemiddelde onderhoudsbehoefte over 25 jaar. De jaarlijkse dotatie is op deze 25 jaar afgestemd. 

Op basis van de normen van de NSF dient in Uden gemiddeld ieder jaar een sport/speelveld te worden vervangen c.q. gerenoveerd. Het is gewenst om over een voorziening te kunnen beschikken teneinde renovaties flexibel te kunnen uitvoeren. Daarnaast wordt het fonds ingezet om kleine aanpassingen te realiseren voor de buitensportaccommodaties die de functionaliteit of veiligheid verbeteren.

De gemeenteraad  van de voormalige gemeente Uden heeft op 18 februari 2016 het ‘beheer en beleidsplan speelvelden’ vastgesteld. Met toekomstige areaalaanpassingen is hierbij nog geen rekening gehouden. Hiervoor dient, zoals ook nu gebruikelijk, het fonds aangepast te worden door deze areaalaanpassing in het beheerpakket en bij de programmabegroting op te nemen.

In het vastgestelde beheer- en beleidsplan speelvelden is het gewenste kwaliteitsniveau opgenomen op basis waarvan regulier onderhoud en vervangingen moeten plaatsvinden. De financiële consequenties hiervan zijn gelijk aan voorgaande jaren. Voor de nieuwe gemeente Maashorst wordt een nieuw beheer- en beleidsplan gemaakt, waarbij de vigerende beheer- en beleidsplan van Uden komt te vervallen. In verband met de noodzakelijke  samenhang met nieuw op te stellen sport- en beweegbeleid en harmonisatie van accommodatiebeheer, zal het beheer- en beleidsplan speelvelden niet eerder dan medio 2024 worden geharmoniseerd.

Op basis van informatie uit het beheerpakket en inspecties zijn de claims voor de komende jaren bepaald. De meerjarige claims staan opgenomen in het op door B&W vastgestelde  ‘onderhoudsprogramma kapitaalgoederen 2024 e.v.’ en het meerjareninvesteringsprogramma (MIP).

Handhaven

Het instandhouden van het gemeentelijk wegennet (asfalt en elementen verhardingen) door het planmatig uitvoeren van groot onderhoud en het op kunnen vangen van fluctuaties in het planmatig onderhoud.

De Gemeenteraad van de voormalige gemeente Uden heeft op 9 juli 2015 besloten in te stemmen met de Nota Openbare Ruimte “Van gevel tot gevel” over de jaren 2015-2020. Met deze vastgestelde Nota zijn tevens de gewenste beheerkwaliteiten vastgelegd (zie figuur hieronder). Met aandacht voor de gedane aanbevelingen, zal, binnen bestaand beleid en bestaande middelen, uitvoering gegeven worden aan dit beleid.
               
Deze vastgestelde beeldkwaliteiten liggen ook ten grondslag aan de hoogte van de storting in de betreffende fondsen.  De nieuwe Nota Klimaatbestendige Openbare Ruimte (NKOR) dient nog te worden opgesteld. Dit mede is het licht van de gezamenlijk op te stellen omgevingsvisie/-plan.

In april 2017 is het beleid op het gebied van wegen vastgesteld, waarbij de hoogte van de jaarlijkse dotatie in de voorziening wegen is bepaald. Het nieuwe beleid betreft de periode 2017-2020. In het beleidsplan wordt onder andere aandacht besteed aan integraliteit en assetmanagement. Het huidige beleidsplan 2017-2020 van de voormalige gemeente Uden wordt nog gecontinueerd. Voor de nieuwe gemeente Maashorst wordt een nieuw beleidsplan gemaakt, waarbij de vigerende beleidsplannen van Uden en Landerd zullen komen te vervallen. In december 2023 wordt het nieuwe beleidsplan Wegen aan de raad aangeboden

Op basis van informatie uit het beheerpakket en inspecties zijn de claims voor de komende jaren bepaald. De meerjarige claims staan opgenomen in het op door B&W vastgestelde  ‘onderhoudprogramma kapitaalgoederen 2023'.

Dekking van de uitgaven voor groot onderhoud wegen conform het vastgestelde beleidsplan wegen 2024-2027. In dit beleidsplan is een doorrekening gemaakt van de benodigde budgetten  over 10 jaar. Het totaalbedrag is over de gehele looptijd geëgaliseerd en dit bedrag wordt jaarlijks als dotatie aan de voorziening toegevoegd.

Het in stand houden van de openbare verlichting door het planmatig uitvoeren van groot onderhoud en het op kunnen vangen van fluctuaties in het planmatig onderhoud.

De gemeenteraad van de voormalige gemeente Uden heeft op 9 juli 2015 besloten in te stemmen met de Nota Openbare Ruimte “Van gevel tot gevel” over de jaren 2015-2020. Met de vastgestelde Nota Openbare Ruimte 2015-2020 zijn tevens de gewenste beheerkwaliteiten vastgelegd (zie figuur hieronder). Met aandacht voor de gedane aanbevelingen, zal, binnen bestaand beleid en bestaande middelen, uitvoering gegeven worden aan dit beleid.
               
Deze vastgestelde beeldkwaliteiten liggen ook ten grondslag aan de hoogte van de storting in de betreffende fondsen, waarbij geconstateerd is dat er sprake is van continuering van bestaand beleid.
De nieuwe Nota Klimaatbestendige Openbare Ruimte (NKOR) dient nog opgesteld te worden. Dit mede is het licht van de gezamenlijk op te stellen omgevingsvisie/-plan.

In mei 2017 is het beleid op het gebied van openbare verlichting vastgesteld, waarbij de hoogte van de jaarlijkse dotatie in de voorziening openbare verlichting is bepaald. Het nieuwe beleid betreft de periode 2017-2021. In het beleidsplan wordt de keuze gemaakt om niet zuinige verlichting te vervangen voor LED verlichting die gedimd kan worden. De hoogte van de dotatie is gebaseerd op beeldkwaliteit, zoals deze is vastgesteld in de Nota Openbare Ruimte Uden “van Gevel tot Gevel”. Voor de nieuwe gemeente Maashorst wordt een nieuw beleidsplan gemaakt, waarbij de vigerende beleidsplannen van Uden en Landerd zullen komen te vervallen. Het nieuwe beleidsplan is op 16 november door de raad vastgesteld.

De meerjarige claims zijn opgenomen in het door het college van B&W vastgestelde ‘onderhoudsprogramma kapitaalgoederen 2023'.

Is ingetrokken bij raadsbesluit 16 november 2023.

Het in stand houden van de gemeentelijke civiele kunstwerken (bruggen, tunnels etc.) door het planmatig uitvoeren van groot onderhoud en het op kunnen vangen van fluctuaties in het planmatig onderhoud.

In juni 2016 is het beleid op het gebied van civiele kunstwerken vastgesteld, waarbij de hoogte van de jaarlijkse dotatie in de voorziening civiele kunstwerken is bepaald.
Dit plan baseert het kwaliteitsniveau voor de kunstwerken op de Nota openbare Ruimte ‘van Gevel tot Gevel’. De kunstwerken worden niet specifiek benoemd in de Nota openbare ruimte, echter vaak maakt een kunstwerk deel uit van de weg. Om deze reden wordt het kwaliteitsniveau B aangehouden voor de kunstwerken.
De nieuwe Nota Klimaatbestendige Openbare Ruimte (NKOR) dient nog opgesteld te worden. Dit mede is het licht van de gezamenlijk op te stellen omgevingsvisie/-plan. Het huidige beleidsplan 2016-2025 van de voormalige gemeente Uden wordt nog gecontinueerd. Voor de nieuwe gemeente Maashorst wordt een nieuw beleidsplan gemaakt, waarbij de vigerende beleidsplannen van Uden en Landerd zullen komen te vervallen.

Het nieuwe beleidsplan wordt in december 2023 aan de raad aangeboden

Conform het beleidsplan Civiele Kunstwerken 2016-2025 (kwaliteitsniveau B).

Op basis van informatie uit het beheerpakket en inspecties zijn de claims voor de komende jaren bepaald. De meerjarige claims staan opgenomen in het op door B&W vastgestelde  ‘onderhoudsprogramma kapitaalgoederen 2022’.

Het in stand houden van het gemeentelijk groen en recreatieve voorzieningen door het planmatig uitvoeren van groot onderhoud en het op kunnen vangen van fluctuaties in het planmatig onderhoud.

De raad van de voormalige gemeente Uden heeft op 9 juli 2015 besloten in te stemmen met de Nota Openbare Ruimte “Van gevel tot gevel” over de jaren 2015-2020. Met deze vastgestelde Nota zijn tevens de gewenste beheerkwaliteiten vastgelegd. Dit betekent dat de centra op A-niveau worden onderhouden, de woongebieden op B-niveau en de parken/stadsranden op C-niveau. Het buitengebied wordt op D-niveau onderhouden. In de voormalige gemeente Landerd vindt dit op dezelfde wijze plaats.
           
Deze vastgestelde beeldkwaliteiten liggen ook ten grondslag aan de hoogte van de storting in de betreffende fondsen en inzet middels het meerjarenInvesteringsprogramma (MIP), waarbij geconstateerd is dat er sprake is van continuering van bestaand beleid, met ongewijzigd budget.
De nieuwe Nota Klimaatbestendige Openbare Ruimte (NKOR) dient nog opgesteld te worden. Dit mede is het licht van de gezamenlijk op te stellen omgevingsvisie/-plan

Conform Nota Openbare Ruimte “Van gevel tot gevel” 2015-2020.
Voor de nieuwe gemeente Maashorst wordt een nieuw beleidsplan gemaakt, waarbij de vigerende beleidsplan van Uden komt te vervallen.
Het nieuwe beleidsplan zal in 2024 worden opgesteld, waarbij huidige gezamenlijke beeldkwaliteiten als uitgangspunt worden gehanteerd.

Op basis van informatie uit het beheerpakket en inspecties zijn de claims voor de komende jaren bepaald. De meerjarige claims staan opgenomen in het op door het college van B&W vastgestelde onderhoudsprogramma kapitaalgoederen 2024 e.v’ en het MIP.

Handhaven. 

Afvalstoffenheffing betreft een vergoeding voor de kosten van het ophalen en verwerken van het huishoudelijk afval. De totale opbrengsten mogen daarbij niet hoger dan de totale kosten zijn (maximale hoogte: kostendekkend). De fluctuaties in de afvalexploitatie worden via deze egalisatievoorziening opgevangen om het tarief stabiel te houden.
De verwachting is dat in eerste kwartaal 2023 het geharmoniseerde beleid door de raad wordt vastgesteld. De inzameling wordt in 2024 geharmoniseerd. De vigerende beleidsplannen van Uden en Landerd zullen komen te vervallen.

Het saldo van de afvalexploitatie wordt in deze voorziening gestort of eraan onttrokken. Bij de begrotingsbehandeling vindt een integrale afweging plaats tussen het saldo van deze voorziening, de structurele doorwerking van afwijkingen en tarifering.

Een niveau behorend bij een op lange termijn maximaal kostendekkend tarief.

Jaarlijks muteren de (begrote) saldi van de afvalexploitatie in deze voorziening.

Handhaven. Uit de reserve afvalstoffenheffing wordt het saldo per 31-12-2023 toegevoegd aan de voorziening afvalstoffenheffing.

Egaliseren van tarieven voor de riool- en waterzorgheffing door het inzetten van overschotten op dit beleidsterrein op programmaonderdeel rioolbeheer uit vorige jaren, en. incidenteel het opvangen van hoger uitvallende kosten van programma onderdeel rioolbeheer.

Jaarlijks worden eventuele overschotten of tekorten op het programma onderdeel rioolbeheer met deze reserve verrekend

Het saldo van de voorziening(en) mag gedurende de gehele beschouwde periode niet negatief zijn. Het saldo wordt in 20 jaar tijd volledig ingezet door deze in gelijke delen te laten vrijvallen ten gunste van het tarief riool- en waterzorgheffing. Berekening vind plaats bij vaststelling nieuw beleidsplan programma (1x per 4 jaar ), of als er aanleiding is het kostendekkingsplan tussentijds bij te stellen.

n.t.b.

Met ingang van 1 januari 2022, tot en met 2024 vind alleen onttrekking uit de spaarvoorziening riolering plaats. In verband met de hoge stand van de voorziening wordt deze eerst verlaagd (tot eind 2024). Vanaf 2024 zal de spaarvoorziening naast onttrekking ook worden aangevuld, om te sparen voor toekomstige investeringen.

In het POW&R is een programma van verbetermaatregelen opgenomen voor het oplossen van bekende hemelwaterknelpunten, voor een periode van ongeveer 10 jaar. In een nog te vormen beleidsprogramma wordt een nieuwe ambitie als beschermingsniveau tegen wateroverlast vastgesteld. Op basis van die ambitie zal eind 2024 een nieuw programma van hemelwatermaatrelen worden vastgesteld. In dit programma worden benodigde investeringen over een langere termijn berekend, dus langer dan 10 jaar. De berekening maakt onderdeel uit van het kostendekkingsplan voor riolering en water en zal hiermee ook een doorvertaling krijgen in de riool- en waterzorgheffing.

Het saldo van de spaarvoorziening kan niet negatief zijn.
Wanneer er onvoldoende middelen zijn worden investeringen gekapitaliseerd.

De provincie heeft de begrotingswijziging 2020 horende bij het raadsvoorstel “Inhuur extra formatie afdeling ruimte” beoordeeld. Zij geeft aan dat de financiële verwerking in 2020 op een andere manier georganiseerd moet worden voor de inhuur voor uitvoering van projecten uit het Rioleringsplan 2017-2021 (geen specifiek besluit dat dekking uit de voorziening riolering komt). Wat betreft de inhuur t.b.v. van het rioleringsplan wordt voor de periode 2020-2023 de bekostiging vanuit de voorziening riolering voorgesteld.

De inhuur horende bij het raadsvoorstel “Inhuur extra formatie afdeling ruimte” (vastgesteld 16 april 2020) t.b.v. van het rioleringsplan voor de periode 2020-2023 wordt bekostigd uit de voorziening riolering.

Voor onderhoud van graven is het mogelijk om de jaarlijkse lasten voor onderhoud af te kopen voor een periode van 10 jaar of 20 jaar. Conform de wettelijke voorschriften (BBV) worden deze afkoopsommen vermeerderd met de rente-toevoeging opgenomen in deze voorziening

De voeding bestaat jaarlijks uit de ontvangen afkoopsommen en de toegevoegde rente. De onttrekking bestaat jaarlijks uit de onderhoudskosten van de afgekochte graven.

Conform de meerjarige onderhoudsverplichting van de afgekochte graven.

De claims betreffen de jaarlijkse kosten voor onderhoud van de afgekochte graven.

Handhaven.