Onderhoud kapitaalgoederen
De gemeente Uden heeft vermogen geïnvesteerd in kapitaalgoederen in de vorm van wegen, groen en recreatieve voorzieningen, speelvelden, riolering, gebouwen, openbare verlichting, en bruggen.
Het onderhoud van deze kapitaalgoederen is van belang voor het zo optimaal mogelijk functioneren van de gemeente. Onder andere op het gebied van vervoer, leefbaarheid en recreatie. Daarnaast is het onderhoud nodig om kapitaalvernietiging te voorkomen. In deze paragraaf is het onderhoudsprogramma van de kapitaalgoederen opgenomen.
Vastgestelde plannen
Het college heeft op 13 november 2012 besloten tot de herijking van de onderhoudsfondsen Openbare Werken (wegen, groen, openbare verlichting) over de jaren 2013-2016. Ten aanzien van de voeding van deze fondsen is sprake van continuering van bestaand beleid, met ongewijzigd budget en toegenomen, maar aanvaardbare risico’s. De resultaten van deze herijking zijn aan de Raad ter informatie aangeboden.
In het totale voorstel rondom de sportaccommodaties is in het kader van het nieuwe subsidie- en tarievenbeleid buitensportaccommodaties (najaar 2011) de dotatie voor 2012 voor speelvelden vastgesteld.
De raad heeft op 10 november 2011 het geactualiseerde v-GRP+ (riolering en water) en de hoogte van de rioolheffing voor de jaren 2012-2015 vastgesteld.
Bij raadsbesluit van 15 december 2011 is het Onderhoudsplan gemeentelijke eigendommen 2012-2016 vastgesteld.
Onderstaand een schematische weergave:
Riolering is in dit overzicht niet weergegeven omdat kosten en opbrengsten via zowel exploitatie als voorziening lopen en in tegenstelling tot de andere fondsen kapitaalswerken worden geactiveerd. Dit geeft een vertekend beeld in de vergelijking. De hoogte van de voorziening riolering bedraagt per 1/1/2013 €12.423.740.
De theoretische bepaling van de noodzakelijke voedingen van de groot-onderhoudsfondsen in de openbare ruimte (wegen, groen, openbare verlichting) is hoger dan de gebudgetteerde voeding.
De budgetten worden voldoende geacht omdat voordelen behaald kunnen worden door:
- het voordeel van werk met werk maken;
- het effect van herinrichting wegen en straten door invoering 30/50/60 km-zonering;
- kritische beoordeling van nut-en-noodzaak per situatie/project;
- verwacht aanbestedingsvoordeel a.g.v. marktwerking;
- ondernemend zijn en dus risico’s durven nemen, creatieve spanning tussen theorie en praktijk;
- rehabilitatie van wegen niet opnemen in de voeding en daarvoor separaat budget aanvragen bij de raad.