Weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit is als volgt opgebouwd.
Nummer | Post | Bedrag (x € 1.000) |
---|---|---|
1. | Algemene reserve vrij besteedbaar | € 20.212 |
2. | Algemene reserve grondbedrijf | € 2.979 |
3. | Stille reserves | € 4.972 |
4. | Jaarrekeningresultaat | € 1.244 |
5. | Onroerende Zaakbelasting (onbenutte belastingcapaciteit) | € 2.279 |
Totale weerstandsvermogen | € 31.686 |
1. Algemene reserve vrij besteedbaar
De algemene reserve bedraagt € 20.2 miljoen. Het verloop van de algemene reserve is zichtbaar bij ontwikkeling vermogenspositie.
2. Algemene reserve grondbedrijf
Het doel van de algemene reserve van het Grondbedrijf is het opvangen van eventuele nadelen op grondexploitatiecomplexen. Het vormt een risicobuffer op basis van het Meerjarenperspectief grondbedrijf. In de inventarisatie van de risico’s zijn ook de risico’s van het grondbedrijf opgenomen. Daarom wordt deze reserve meegenomen in de berekening van het weerstandsvermogen. De algemene reserve van het grondbedrijf bedraagt ultimo 2014 € 2.9 miljoen.
3. Stille reserves
Onder stille reserves vallen onder andere de gemeentelijke gronden en panden die gewaardeerd zijn tegen de toen geldende aankoopwaarden. Een belangrijke voorwaarde is dat het een en ander per direct verkoopbaar is. De stille reserves zijn geactualiseerd bij het opstellen van deze Programmarekening en bedragen € 4,9 miljoen.
4. Jaarrekeningresultaat
Het jaarrekeningresultaat over 2014 bedraagt € 1.244.000. Na vaststelling van de jaarrekening door de Raad wordt dit bedragt toegevoegd aan de algemene reserve vrij besteedbaar.
5. Onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit wordt berekend door de maximale tarieven te vergelijken met de tarieven van de gemeente Uden.
Berekening onbenutte belastingcapaciteit
Voor de maximale belastingtarieven wordt gebruik gemaakt van de normen voor het artikel 12 beleid. Dit betekent dat indien de gemeente Uden niet meer in staat zou zijn om de structureel zich manifesterende risico’s binnen de exploitatie op te vangen de gemeente door het Rijk gewezen zou worden op de mogelijkheid om de OZB tarieven te verhogen om zodoende meer structurele opbrengsten te realiseren. Dit noemt men het artikel 12-beleid.
De berekening van het landelijk percentage van de WOZ waarde voor toelating tot artikel 12 vindt plaats volgens onderstaande tabel (bron; mei circulaire 2014).
Totaal WOZ-waarde woningen 2014 | (1) |
Totaal WOZ-waarde niet woningen gebruikers 2014 | (2) |
Totaal WOZ-waarde niet woningen eigenaren 2014 | (3) |
Totaal OZB-opbrengst o.b.v. totaal WOZ-waarde 2014 | (4) |
Totaal onderdekking reiniging/afvalstoffen 2014 | (5) |
Totaal onderdekking riolering 2014 | (6) |
Totaal OZB-opbrengst o.b.v. totaal WOZ-waarde gecorrigeerd voor onderdekking reiniging/afvalstoffen en riool 2014 | (7= 4-5-6) |
Werkelijk gewogen landelijk gemiddelde OZB-percentage van de gecorrigeerde WOZ-waarde 2014 | (8=(7/(1+2+3)*100) |
Percentage van de WOZ-waarde voor toelating tot artikel 12 voor het jaar “t” | [9=8*1,20] |
Op basis van bovenstaande formule is het percentage van de WOZ-waarde voor toelating
tot artikel 12 voor het jaar 2014 vastgesteld op 0,1651.Volgens de hiervoor geldende wettelijke richtlijnen heeft de gemeente Uden een onbenutte belastingcapaciteit van € 2.2 miljoen.
Voor de tarieven betreffende rioolrechten, afvalstoffenheffing en leges is op dit moment sprake van kostendekkende tarieven. Hier is geen sprake van onbenutte belastingcapaciteit.