Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Risicomanagement heeft een prominente plek binnen de planning en control cyclus van de gemeente Uden. Het is een continuproces. Bij alle planning & control producten wordt hierover gerapporteerd in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. In plaats van een periodieke inventarisatie is het risicomanagement bij de gemeente Uden een manier van denken. Het dient als hulpmiddel bij het nemen van besluiten door zowel Raad als college.
Financiële strategie en beleid
Zichtbaar is dat risicomanagement, wat het onderwerp is van deze paragraaf, slechts 1 van de 3 pijlers is.
De pijler dekking/sluitende begroting wordt nader toegelicht in het bestedings-en dekkingsplan van de Programmabegroting 2016. De pijler financiering komt aan de orde in financieringsparagraaf.
Prestatie indicatoren
Om te kunnen sturen op de financiën zijn er prestatie indicatoren Voor de 3 pijlers, dekking, risicomanagement en financiering zijn de volgende prestatie indicatoren gedefinieerd:
Dekking
Begroting is structureel in evenwicht
Risicomanagement
Weerstandsratio
Weerstandscapaciteit
Financiering
Ratio verstrekte geldleningen aan derden/verbonden partijen in relatie tot de gemeentelijke inkomsten mag niet toenemen
De uitwerking van de 3 pijlers van de financiële positie heeft eveneens zijn plek bij de prestatie indicatoren die zijn opgenomen in programma 5 bij de doelstelling financiën op orde houden.
Kengetallen Financiële positie
Naast bovengenoemde prestatie indicatoren zijn gemeenten op grond van artikel 11 van het Besluit Begroting en Verantwoording verplicht om onderstaande kengetallen op te nemen in programmabegroting en programmrekening. De berekening van deze kengetallen is voor iedere gemeente identiek. Op termijn is benchmarking met andere gemeenten op basis van deze getallen dan ook mogelijk. Let wel, een percentage zelf zegt nog niet zoveel. Bij een vergelijking met andere gemeenten zal bijvoorbeeld ook het voorzieningenniveau betrokken moeten worden. In overleg met het audit-comité is afgesproken vooralsnog de cijfers te verzamelen zonder er concrete doelstellingen aan te verbinden. De wetgever stelt ook geen eisen aan normering. Dit in verband met de eigenheid van gemeenten.
Verloop van kengetallen | ||||
---|---|---|---|---|
Kengetallen |
Rekening 2014 |
Begroting 2015 |
Rekening 2015 |
Begroting 2016 |
Netto schuldquote | 88,3% | 91,3% | 76,4% | 93,2%* |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 72,6% | 77,8% | 63,9% | 80,7%* |
Solvabiliteit | 24,2% | 23,7% | 27,4% | 23,9% |
Grondexploitatie | 40,9% | 33,4% | 36,1% | 36,1%* |
Structurele exploitatieruimte | 0,1% | -0,4% | -2,4% | -0,4% |
Belastingcapaciteit | 98,6% | 99,2% | 99,2% | 97,2% |
* Prognose programmabegroting 2016 is op basis van actuelere financiële gegevens aangepast
Netto schuldquote
Dit kengetal biedt inzicht in het niveau van de schulden ten opzichte van de eigen middelen en wordt uitgedrukt in een percentage. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken.
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Dit kengetal wordt berekend zoals de netto schuldquote. Leningen aan openbare lichamen, woningbouwcorporaties, deelnemingen en overige verbonden partijen worden daar vervolgens op in mindering gebracht. Bij dergelijke leningen kan er onzekerheid ontstaan of ze allemaal terug worden betaald. Met berekening van dit kengetal wordt duidelijk wat het aandeel van de versterkte leningen in exploitatie is en ook wat dat betekent voor de schuldenlast.
Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in hoeverre we in staat zijn om aan de financiële verplichtingen op lange termijn te voldoen. Berekend is het eigen vermogen gedeeld door het totale vermogen, uitgedrukt in een percentage. Het eigen vermogen van een gemeente bestaat volgens artikel 42 van het BBV uit de reserves (zowel de algemene reserve als de bestemmingsreserves) en het resultaat uit het overzicht van baten en lasten.
Grondexploitatie
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zicht verhoudt tot de totale (geraamde) baten. Voor de berekening van dit kengetal worde de niet in exploitatie genomen gronden en de bouwgrond in exploitatie bij elkaar opgeteld en gedeeld door de totale baten uit de programmabegroting / programmarekening (artikel 17, onderdeel c, van het BBV) en uitgedrukt in een percentage. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop.
Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal berekent de structurele baten minus lasten, gecorrigeerd met structurele mutaties in reserves gedeeld door de totale baten gecorrigeerd met structurele mutaties in reserves uitgedrukt in een percentage. Hoe hoger het percentage hoe meer ruimte er is voor het doen van structurele uitgaven. Ons streven is om structurele lasten zoveel mogelijk af te dekken door structurele baten wat resulteert in een percentage van 0%. Een positief percentage geeft aan dat er meer structurele baten zijn dan uitgaven. Dit zou een nog gezondere balans zijn.
Belastingcapaciteit
Dit kengetal vergelijkt de lokale lastendruk van een gezin met gemiddelde WOZ-waarde voor ozb, rioolheffing en afvalstoffenheffing met de landelijke lastendruk gezin met gemiddelde WOZ-waarde voor ozb, rioolheffing en afvalstoffenheffing en drukt dit uit in een percentage. Een percentage van minder dan 100% betekent dat de lokale lastendruk lager is dan de landelijk gemiddelde lastendruk.
Beleid
Het beleid voor risicomanagement (PDF, 502.2 kB) is geactualiseerd en door uw Raad vastgesteld in december 2014. De belangrijkste wijziging ten opzichte van het eerdere beleid is dat er geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen incidentele en structuerele risico's. Dit resulteert in 1 weerstandsratio. De inzichtelijkheid in de risico's van de gemeente Uden is hiermee niet gewijzigd. De verantwoording van de risico's vindt op dezelfde transparante wijze plaats als voorheen.
Risico's, weerstandscapaciteit en ratio's
Risico's
Doelstelling van de gemeente Uden is om periodiek inzicht te hebben in de risico's. Hierover wordt 4x per jaar (in de Begrotingsnotitie, de Programmabegroting, de Bestuursrapportage en de Programmarekening), verantwoording afgelegd. De financiële omvang van deze risico's wordt op een uniforme wijze, conform het vastgestelde beleid, in beeld gebracht.
Top 11 risico’s
De risico inventarisatie vindt plaats op basis van de inschatting van de financiële impact en de kans van optreden. We hanteren hierbij klassen van 1 tot 5. Hierbij oplopend van kans en financiële impact. Voor een verdere toelichting op dit systeem van risicobeoordeling verwijzen wij naar het eerder genoemde beleid voor het risicomanagement vastgesteld in december 2014. Hieronder is schematisch weergegeven wat de grootste risico’s zijn voor de gemeente Uden. Voor deze weergave is geen onderscheid gemaakt tussen de incidentele en structurele risico’s.
De risico’s in het rode gebied zijn voornamelijk risico’s vanuit het grondbedrijf. Deze risico’s zijn ingeschat als hoog en zijn onder de aandacht. Bij het grondbedrijf is de risico inventarisatie een belangrijk onderdeel van het meerjarig perspectief. Ook de externe accountant bevestigt dat de beheersing, wat een belangrijk gedeelte is van de risico inventarisatie, van het grondbedrijf op orde is. Gezien de onzekerheid van de ontwikkelingen op de markt blijft dit risico groot. Daarnaast is het beveiligingsrisico ook opgenomen in het rode gebied. Dit risico is toegenomen als gevolg van steeds hogere mate van digitalisering. De wetgeving hieromtrent is ook in ontwikkeling. Zo is er de nieuwe wet Meldplicht datalekken. Als gevolg hiervan zijn er intern procedures opgezet om te voldoen aan de wetgeving.
De overige risico's in het oranje gebied zijn verschillend van aard. Zichtbaar is dat de kans dat ze zich voordoen redelijk gering is maar als ze zich voordoen is de financiële impact aanzienlijk. Deze risico's zijn gedetailleerd toegelicht in de risico inventarisatie. Daar zijn ook de beheersingsmaatregelen opgenomen om deze risico's zo goed mogelijk af te dekken.
Risico's per programma
De risico's verdeeld over de programma's zien er als volgt uit. Hierbij is eveneens de ontwikkeling van de risico's ten opzichte van de Programmabegroting 2016 zichtbaar.
Klik hier voor de specificatie van de risico's per programma.
Uitgebreide risico analyse
De risico's worden conform ons beleid voor risicomanagement geïnventariseerd. Hierdoor is op een gedetailleerd niveau inzicht in de risico's die de gemeente Uden loopt. Tevens wordt door de vakafdelingen aangegeven op welke wijze de risico's beheerst worden. Voor de volledige risico inventarisatie klik hier.
Weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit bedraagt € 36 mln. Voor de specificatie hiervan klik hier.
Weerstandsratio
De weerstandsratio wordt als volgt berekend:
weerstandscapaciteit
risico's = weerstandsratio
De weerstandsratio geeft aan in hoeverre de gemeente Uden in staat is haar risico's op te vangen.
Toelichting ontwikkeling ratio
De werkelijke ratio in 2015 bedraagt 2,51 en is toegenomen met 0.5 ten opzichte van de begrote ratio voor 2015 en met 0.4 ten opzichte van de weerstandsratio in 2014. Dit wordt met name veroorzaakt door de toename van de algemene reserve grondbedrijf van € 7 mln voornamelijk als gevolg van tussentijdse winstnemingen (€ 5 mln) en een verlaging van de voorziening exploitatienadelen (€ 2 mln). Tevens zijn de risico's afgenomen met € 700.000 ten opzichte van de Programmarekening 2014. Dit wordt met name veroorzaakt door enerzijds lagere risico's in programma 2 Maximaal meedoen door het vormen van de reserve sociaal domein. Omdat deze reserve is gevormd nemen de restant risico's af. De staat van reserves en voorzieningen waarop de stand per 31 december 2015 zichtbaar is, is opgenomen als bijlage.
Per saldo ontwikkelt de ratio zich positief en zit op de norm van 2.
Doorkijk naar de toekomst
De weerstandsratio ligt op de gestelde norm maar er zijn nog steeds veel factoren die deze ratio direct negatief kunnen beïnvloeden. Denk hierbij aan afboekingen vanuit de grondexploitatie, het niet halen van bezuinigingstaakstellingen, toename van de incidentele risico’s en negatieve resultaten in afwijkingenrapportages.
Om het weerstandsvermogen minimaal op niveau te houden of te verbeteren, zal net als voorgaande jaren verder worden gegaan met de volgende stappen:
- Actief sturen op het realiseren van de bezuinigingen doormiddel van de bezuinigingsmonitor.
- Extra kritisch kijken naar B&W voorstellen waarbij als dekking de algemene reserve wordt genoemd.
- Bestemmingsreserves kritisch screenen en waar mogelijk vrij laten vallen ten gunste van de algemene vrije reserve.
- Bestemmingsreserves koppelen aan de algemene vrije reserve.
- Eventuele exploitatieoverschotten direct toevoegen aan de algemene vrije reserve.
Daarnaast is het van belang om de risico's te blijven beheersen en nieuwe risico's te identifceren. In 2015 zijn de eerste stappen gezet om de risicobeheersing meer te koppelen aan de interne controle zodat er een betere toets plaatsvindt op de werking van de beheersingsmaatregelen. Hier zullen we in 2016 mee verder gaan.
Voor het sturen op de financiële positie heeft de gemeente Uden 3 pijlers -dekking/ sluitende begroting, financiering en risicomanagement en weerstandscapaciteit- gedefinieerd. Ondanks dat deze pijler, risicomanagement en weerstandscapaciteit, op de norm ligt is er binnen de gemeente Uden veel aandacht om de financiële positie te verbeteren. Zie hiervoor ook de financieringsparagraaf.
Ontwikkeling vermogenspositie
De gemeente Uden wil sturen op risico’s en weerstandsvermogen. Belangrijk hierbij is ook de ontwikkeling van de vermogenspositie van onze gemeente. De vermogenspositie heeft betrekking op de incidentele weerstandscapaciteit. In onderstaand overzicht is duidelijk zichtbaar hoe het vermogen zich ontwikkelt.
In de grafiek is zichtbaar dat de reserve positie van de gemeente Uden van 2011 flink is afgenomen ten opzichte van 2009. De afname van het vermogen wordt voornamelijk veroorzaakt door de genomen verliezen in het grondbedrijf. Sinds 2014 neemt de vermogenspositie weer langzaam toe. Dit wordt met name veroorzaakt door de toename in de Algemene reserve van het grondbedrijf met € 7 mln. We zijn ons ervan bewust dat de vermogenspositie nog steeds verbeterd kan worden. De acties die hiervoor genomen kunnen worden staan beschreven bij de doorkijk naar de toekomst.
De vermogenspositie is een onderdeel van de financiële positie en komt tot uitdrukking in de pijler dekking/sluitende begroting. Dit maakt onderdeel uit van het strategische financieel beleid. De activiteiten en prestatie indicatoren om deze te meten, zijn enerzijds opgenomen in de Programmabegroting 2015 onder programma Dienstbare en betrouwbare overheid. Anderzijds zijn gemeenten op grond van de BBV verplicht om een aantal financiële kengetallen op te nemen. Dit ten behoeve van de vergelijkbaarheid tussen de gemeenten onderling. Dit is echter pas ingevoerd vanaf Programmabegroting 2016 en er zullen nog nadere voorschriften/regels moeten komen om de cijfers daadwerkelijk te kunnen vergelijken.