Plankosten
Toerekening apparaatskosten aan het grondbedrijf en externe plankosten
In de diverse grondexploitaties wordt een genormeerd bedrag opgenomen voor plankosten. Deze normering bedraagt 25% van de gecalculeerde kosten voor het bouw- en woonrijp maken met een minimum van ca € 6500 ( prijspeil 2016 ) per woning of equivalent daarvan. De bewaking van de plankosten dient vooral plaats te vinden op complexniveau. Bij iedere herziening van de exploitatie voor een bepaald complex vindt opnieuw toetsing plaats aan de vastgestelde normering. Door de ontstane marktsituatie zijn herontwikkelingen en maatwerk nodig en kost het extra inspanningen om woningbouw- en bedrijfskavels te verkopen. Dit brengt extra plankosten met zich mee waardoor de genormeerde plankostenbudgetten ( veelal) niet meer toereikend zijn en er een bijraming moet plaatsvinden. In de praktijk blijkt dat de normering op 35% of nog hoger uitkomt. Bijraming geschiedt op maat en afgestemd op de betreffende exploitatie. Dit wordt bij de betreffende herziening van de exploitaties dan nader aangegeven en toegelicht.
Het totaal aan plankostenbudget in de diverse grondexploitaties voor de komende 10 jaren ( 2016 tot en met 2025) is thans gecalculeerd op circa € 4,9 mln. Hieruit moeten naast de eigen apparaatskosten ook de externe plankosten voor inhuur en advisering worden gedekt. Vanuit genoemd bedrag van € 4,9 mln. is voor de jaarschijf 2016 samen met een stelpost voor overige nog niet in exploitatiegenomen gronden en particuliere initiatieven totaal circa € 1,1 mln geraamd.
In de begroting 2016 wordt aan eigen apparaatskosten een bedrag toegerekend aan de grondexploitatie van circa € 1,1 mln. Dit betreft zowel de eigen exploitaties als de in te zetten uren ten behoeve van diverse particuliere initiatieven. Deze laatste categorie uren wordt voorgefinancierd uit de ABR van het grondbedrijf en vervolgens via te sluiten overeenkomsten (zo veel mogelijk) verhaald op de initiatiefnemers.
Er kunnen zich natuurlijk verschuivingen in de geprognosticeerde jaarlijkse plankosten van de diverse exploitaties voordoen vanwege ontwikkelingen binnen projecten door o.a. procedures en wijzigingen in de uitgifte van gronden. Het is duidelijk dat de huidige toerekening van eigen apparaatskosten aan het grondbedrijf op basis van de geldende plankostennormering onder druk staat. Getracht wordt de formatie en de capaciteitsvraag zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen en het kostenverhaal te optimaliseren.