Analyse op hoofdlijnen - Dienstbare en betrouwbare overheid
DIENSTBARE EN BETROUWBARE OVERHEID €-474.000 N
Pensioenen wethouders | €-476.000 | N |
---|---|---|
Jaarlijks laten we een actuariële berekening maken van de noodzakelijk geachte hoogte van de pensioenvoorziening wethouders en de voorziening voor reeds met pensioen zijnde wethouders. In 2016 is de gehanteerde marktrente gehalveerd ten opzichte van het voorgaande jaar waardoor een additionele storting in de voorziening noodzakelijk is om aan de pensioenverplichtingen te kunnen blijven voldoen. Derhalve heeft een toevoeging van in totaal € 476.000 aan deze voorzieningen plaatsgevonden. |
Bestuursorganen | €87.000 | V |
---|---|---|
Binnen dit bestuurlijk product Bestuursorganen zijn diverse meevallers geweest. Zo zijn de werkelijke uitgaven pensioenen wethouders structureel lager geworden ivm beëindigen (nabestaanden)pensioenen van enkele voormalige wethouders als gevolg van overlijden. Ook zijn de budgetten voor externe communicatie, van de Griffie en de Rekenkamercommissie en verkiezingen niet (volledig) benut om verschillende redenenen. In totaal levert dit een voordeel op van € 87.000. |
Pensoonsdocumenten | €70.000 | V |
---|---|---|
Bij de persoonsdocumenten zijn zowel de aantallen reisdocumenten als rijbewijzen in 2016 hoger dan begroot. Dit heeft uiteraard hogere legesopbrengsten tot gevolg (€ 90.000), maar ook hogere kosten omdat de afdracht leges ten gunste van het Rijk hoger is dan begroot hiervoor (€ 20.000). |
OZB opbrengst | €-37.000 | N |
---|---|---|
Bij de onroerend zaakbelasting worden lagere opbrengsten (€ 85.000) behaald door een rooskleurige verwachting die in 2016 nog niet gehaald is, maar hoogstwaarschijnlijk wel in 2017. Doordat de Belastingsamenwerking BSOB het jaar 2016 met een positief saldo afsluit komt een deel van deze teruggave ten gunste van het product Onroerende zaakbelasting (€48.000) waardoor slechts een nadeel van € 37.000 resteert. |
Algemene uitkering | €240.000 | V |
---|---|---|
De algemene uitkering is met een omvang van € 60,5 miljoen een belangrijke inkomstenbron. De middelen voor de Transities (€ 24,5 miljoen) en de WMO (€ 2,8 miljoen) zijn door de raad geoormerkt voor dat doel. In principe is het restantbudget vrij te besteden. Hieronder volgen de belangrijkste afwijkingen. Hiernaast is er sprake van een aantal kleinere afwijkingen van per saldo € 70.000 voordelig. |
||
Verrekening voorgaande jaren (€ 440.000 V) Na de publicatie van de 2e financiële afwijkingenrapportage 2016 is er een decembercirculaire uitgebracht. Hierin werd vrij onverwacht een nog positiever financieel meerjarenbeeld geschetst van de algemene uitkering. Ook hebben we alsnog de eerder ingetrokken prognose van de verrekening van de algemene uitkering 2014 en 2015 nu ontvangen. Dit betreft een verrekening van € 70.000 (2014) en € 370.000 (2015). |
||
Extra middelen voor Asiel instroom (€ 70.000 V) Gemeenten ontvangen in 2016 en in 2017 extra middelen vanwege de extra kosten voor vergunninghouders op het gebied van werk, integratie, onderwijs en zorg. In het overhevelingsvoorstel is overigens al aangekondigd dat niet bestede gelden hiervoor overgeheveld worden naar 2017. Met de decembercirculaire is dit bedrag met € 70.000 verhoogd. |
||
Nadeel deelbudget tijdelijke regeling Huishoudelijke hulp toelage (€ 340.000 N) In 2015 en 2016 hebben we geld ontvangen in het kader van de Regeling Huishoudelijke Hulp Toelage (HHT). De regeling had als doel behoud van de werkgelegenheid aan de onderkant van de markt. Vrees van het Rijk was namelijk dat door de bezuinigingen op de Wmo veel inzet voor Hbh stop gezet zou worden waardoor mensen werkloos zouden worden. Veelal betreft het een doelgroep die niet makkelijk inzetbaar is voor andersoortig werk. Een voorwaarde bij de ontvangst van deze toelage is inzet van de middelen voor dit doel. Wij hebben deze beschikbaar gestelde middelen niet ingezet voor het doel. Hoewel de HHT Regeling wel is aangeboden, is er maar weinig gebruik van gemaakt. Een groot deel van de middelen is niet besteed. Dit betekent dat wij deze middelen terug moeten betalen aan het Rijk. |
Vennootschapsbelasting | €-160.000 | N |
---|---|---|
Als gevolg van een wetswijziging zijn we als gemeente met ingang van 1 januari 2016 vennootschapsbelastingplichtig, voor zover we een fiscale onderneming drijven. Er is bij het opmaken van de jaarstukken 2016 nog veel onduidelijkheid over de gevolgen van deze nieuwe belastingplicht. Regelmatig verstrekken alle betrokken belangenorganisaties en de Belastingdienst nog nieuwe informatie. |
||
Wel hebben we als gemeente reeds een inventarisatie uitgevoerd en zijn de mogelijke fiscale ondernemingen geïdentificeerd. De omvang van de mogelijke impact voor 2016 is bepaald waarbij afhankelijk van de landelijke ontwikkelingen nog verschillende scenario’s denkbaar zijn. Uitgaande van de ingeschatte bandbreedte van een belastingplicht over 2016 van nihil tot €160.000 hebben we voorzichtigheidshalve voor 2016 een belastinglast van €160.000 verantwoord. Omdat in de begroting 2016 nog geen rekening is gehouden met deze last leidt dit tot een nadeel van € 160.000. |
Voorziening dubieuze debiteuren | €-122.000 | N |
---|---|---|
Het nadeel van € 122.000 rond de invordering is met name veroorzaakt door de actualisatie van de voorziening debiteuren BSOB waarbij de risico's van oninbare vorderingen hoger zijn ingeschat. |
Renteresultaat | €-280.000 | N |
---|---|---|
De omvang van het renteresultaat wordt vooral beïnvloed doordat er minder rente aan activa kon worden toegerekend dan verwacht. Dit leidt tot een nadeel in de renteparagraaf, maar komt als voordeel (vrijval kapitaallasten) terug op de diverse overige bestuurlijke producten, waarbij € 254.000 als voordeel is opgenomen in product Onderwijs algemeen. |
Budgetten en doorbelasting kostenplaatsen | €173.000 | V |
---|---|---|
De belangrijkste afwijkingen rond de budgetten en de doorbelasting van de kostenplaatsen betreffen de volgende: Bij de afdeling Middelen is een nadeel onstaan van per saldo € 78.000. Dit nadeel is vooral veroorzaakt door extra kosten van inhuur enerzijds door enkele moeizaam te vervullen functies en anderzijds door kosten inkoop-expertise. Bij afdeling Ruimte is een meevaller van € 115.000 bij de kosten van het wagenpark wat voornamelijk veroorzaakt wordt door uitgestelde vervanging van voertuigen, lagere leasekosten en lagere brandstofkosten. Verder is groot deel van het wagenpark is aan vervanging toe. In 2017 wordt hiertoe overgegaan waarbij herijking van de budgeten zal plaatsvinden. Tot slot is bij het leegboeken van de kosten van de kostenplaatsen is een groter deel van de kosten tot een bedrag van € 157.000 doorbelast naar de zogenaamde rendabele producten (afval, riool etcetera) wat tot een voordeel leidt op de algemene dienst. Hiernaast is er sprake van een aantal kleinere afwijkingen op de kostenplaatsen van per saldo € 21.000 nadelig. |
Diverse kleinere afwijkingen op producten per saldo | €31.000 | V |
---|