Financieringsparagraaf
Het doel van deze paragraaf is om de financiële positie van de gemeente op basis van het door de Raad vastgestelde treasurystatuut te evalueren. Daarnaast is de paragraaf een belangrijk instrument voor het transparant maken van de financieringsfunctie.
De centrale doelstelling van het treasurybeleid is het beheren van de financiële geldstromen en het beperken van de financiële risico’s voor de gemeente. De uitvoering van treasury wordt wettelijk geregeld in de Wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO). Deze wet regelt dat de uitvoering van de treasuryfunctie binnen de gemeente uitsluitend de publieke taak dient en geschiedt binnen de financiële kaders van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.
Financiële strategie en beleid
Zoals ook te lezen is in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing sturen we voor gezonde gemeentefinanciën op drie belangrijke pijlers. In onderstaand schema is dit weergegeven. Vervolgens is per pijler een toelichting opgenomen.
Dekking/sluitende begroting
Na jaren van bezuinigingen hebben we met Programmabegroting 2017 een eerste structureel sluitende meerjarenbegroting kunnen presenteren zonder nieuwe bezuinigingen. In totaal is er bijna € 7,6 miljoen aan structurele bezuinigingsvoorstellen doorgevoerd. Van dit bedrag dient momenteel nog € 240.000 daadwerkelijk gerealiseerd te worden. We kunnen dus stellen dat we nagenoeg alle bezuinigingsvoorstellen ook gerealiseerd hebben.
Alle seinen staan op groen. Zoals ook blijkt uit 'de Middellange termijn verkenning 2018-2021' van het Centraal Planbureau kunnen we stellen dat we de economische recessie achter de rug hebben. Op korte termijn heeft dit direct een positief gevolg voor bijvoorbeeld de ontwikkeling van ons grondbedrijf. De vraag naar bouwgrond zal weer toenemen. Bedrijven gaan weer investeren en consumenten geven weer meer geld uit. Dit heeft een positief effect op de banengroei. Het aantal bijstandsontvangers zal hierdoor afnemen.
Ons uitgangspunt is dat we jaarlijks een structureel sluitende begroting presenteren, waarbij de structurele lasten ook daadwerkelijk gedekt worden door structurele inkomsten. De wetgever hanteert hierin twee varianten;
- De begroting is in ieder geval het komend begrotingsjaar in structureel evenwicht.
- Als dat niet het geval is, dan dient de meerjarenbegroting in ieder geval het laatste jaar structureel sluitend te zijn.
Tot nu toe heeft de gemeente Uden altijd gekozen voor variant 2, waarbij in ieder geval de laatste twee jaar van de meerjarenbegroting sluitend zijn. Met name gedurende de recessie is er niet voor gekozen om nog meer bezuinigingen op korte termijn door te voeren om ook de eerste twee jaar van de meerjarenbegroting structureel sluitend te krijgen. Met het definitief achter de rug hebben van de economische crisis is het zeker onze ambitie om met ingang van Programmabegroting 2018 een structureel sluitende meerjarenbegroting aan te bieden, waarin alle jaren structureel sluitend zijn.
Deze pijler wordt ook nader toegelicht in programma 5 Een dienstbare en betrouwbare overheid van de Programmarekening 2016 door middel van prestatie-indicatoren.
De reservepositie van de gemeente Uden is toegenomen met € 3.987.601 naar € 55.576.356. Voor een uitgebreide specificatie van dit bedrag van bijna € 4 miljoen, zie de bijlage staat van reserves en voorzieningen. De belangrijkste posten die dit saldo veroorzaken zijn, de geraamde onttrekkingen aan de algemene reserve vrij besteedbaar van € 2,9 miljoen en de per saldo toevoegingen aan de Algemene reserve grondbedrijf (€ 7,3 miljoen) en de reserve sociaal domein (€ 2,6 miljoen).
Actuele ontwikkelingen
(bron: https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2017/07/bbp-groeit-met-0-5-procent-in-vierde-kwartaal-2016)
Zoals uit bovenstaande grafiek blijkt, is de economische situatie in 2016 en met name vanaf het tweede kwartaal, verder verbeterd. Deze trend zet door in 2017.
Risicomanagement/weerstandscapaciteit
Deze pijler is nader toegelicht in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.
Financiering
Zichtbaar is dat financiering, wat het onderwerp is van deze paragraaf, slechts 1 van de 3 pijlers is. De actuele ontwikkeling, het beleid en risico's rond financiering worden nader uitgewerkt in deze paragraaf.
Deze 3e pijler en vooral het actief sturen op deze pijler is nog steeds vrij nieuw voor onze gemeente. We hebben ‘het sturen op schuld’ als doelstelling opgenomen in het coalitieprogramma ‘Samen voor een vitaal Uden!’. Tevens zijn er prestatie indicatoren opgenomen om de realisatie van deze doelstelling te kunnen monitoren. Tijdens de economische crisis van de afgelopen jaren hebben we vooral ingezet op zoveel als mogelijk blijven doen voor onze burgers. Dit uiteraard wel binnen de voor ons geldende richtlijnen en boekhoudvoorschriften (BBV). Er is niet voor gekozen om bijvoorbeeld een structureel overschot in de begroting te creëren ter vermindering van de financieringsbehoefte. Extra investeringen worden door ons dan ook gefinancierd met nieuwe langlopende geldleningen als er verder geen financieringsruimte beschikbaar is.
Onderstaand een overzicht van het verloop van onze langlopende schuld
Jaar | Bedrag langlopende schuld |
---|---|
2013 | € 114 miljoen |
2014 | € 108 miljoen |
2015 | € 101 miljoen |
2016 | € 94 miljoen |
Zoals te zien is de schuldpositie ten opzichte van 2013 verbeterd. Het ziet er naar uit dat we de tekorten de komende jaren kortlopend kunnen financieren. In Begrotingsnotitie 2018 zal een exacte berekening kunnen worden opgenomen met bijbehorende rentelasten.
Schatkistbankieren en Wet Hof
Het huidige kabinet heeft een regeerakkoord gesloten dat voor gemeenten een aantal (financiële) gevolgen heeft. In dit regeerakkoord zijn o.a. afspraken gemaakt over het verplicht schatkistbankieren en de Wet HOF (Wet Houdbare Overheidsfinanciën). Doel hiervan is het verlagen van de schuld van de Economische Monetaire Unie (EMU). De gemeente Uden voldoet aan de voorwaarden van het schatkistbankieren en de Wet HOF.
Kasgeldlimiet en Wet HOF
Voor de toetsing van het renterisico heeft de overheid twee instrumenten gedefinieerd namelijk de kasgeldlimiet en de rente risiconorm.
De kasgeldlimiet geeft aan hoeveel de gemeente kort mag financieren als percentage van de begroting. De toegestane kasgeldlimiet bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal.
De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. De renterisiconorm houdt in, dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar.
Zoals uit onderstaande grafiek is waar te nemen is de kasgeldlimiet in 2016 niet meer dan 3 maanden achtereenvolgend overschreden. Ook de renterisiconorm is in 2016 niet overschreden. Voor een uitgebreidere toelichting klik hier.
Kengetallen
De financieringspositie wordt in meerjarig opzicht bepaald door de uitvoering van de investeringen (onderhanden werken) de financiële activa, de aangetrokken geldleningen en de verwachte opbrengst grondverkoop.
Het kengetal netto schuld als aandeel van de inkomsten zegt het meest over de financiële (vermogens)positie van een gemeente. Dit kengetal wordt wel de netto-schuldquote genoemd. De netto-schuldquote geeft aan of een gemeente investeringsruimte heeft of juist op haar tellen moet passen. Het eigen vermogen in de vorm van reserves zegt daar weinig over. Het eigen vermogen geeft aan in hoeverre het gemeentebezit vrij van schuld is. Door het ministerie van Binnenlandse Zaken zijn gemeenten onverdeeld in 3 categorieën. In het algemeen is categorie A (netto-schuldquote < 90%) minder risicovol dan categorie B (tussen 90 en 130%) en is categorie B weer minder risicovol dan categorie C (>130%). In het coalitieprogramma 'Samen voor een vitaal Uden!' is als streven opgenomen een percentage niet hoger dan 80%. Toen niet wetende wat nu feitelijk een aanvaard baar percentage is. Met de raad (audit-comité) is afgesproken om met name de financiële kengetallen eerst gedurende een aantal jaren te inventariseren, om later op basis van inzicht daar pas een daadwerkelijk streefgetal aan te verbinden met bijbehorende extra noodzakelijke acties.
Kijken we naar de ontwikkeling van onze netto-schuldquote, dan zien we dat die vanaf 2013 (107%) aan het dalen is. In 2015 bedroeg de netto-schuldquote 76,4% en in deze jaarrekening komen we uit op een percentage van 75,9%. Dit percentage bekijkend vallen we in de minst risicovolle categorie A volgens het ministerie van BZK. Onze wens is om bij de integrale afweging van middelen actief te sturen op deze indicator. Dat hebben we tot nu toe nog niet gedaan. Wel zijn er stappen gezet om samen met het auditcomité het financieel beleid achter de 3 pijlers te doorgronden. Zo wordt er in de in 2017 vast te stellen nieuwe 'Financiële verordening gemeente Uden 2017' opgenomen dat bij investeringsvoorstellen > € 1 miljoen de gevolgen voor de schuldpositie in beeld gebracht worden. Op termijn hopen we op basis van de verzamelde informatie een realistisch en passend streefgetal te kunnen vaststellen.
Vanwege de nieuwe investeringen geraamd in de programmabegroting 2017, loopt het financieringstekort naar verwachting licht op. Hiermee neemt onze schuldpositie ook toe en dus ook de schuld-quote. Hier moeten we wel de reguliere aflossingen op de reeds afgesloten langlopende geldleningen bij betrekken. De verwachting is dat de netto-schuldquote in 2017 uit zal komen op 89,6% en in 2018 op 82,9%.
Voor een nadere onderbouwing van de financieringspositie en het rentebeleid klik hier.
Renterisico’s
Het renterisico is de mate waarin de lange en korte rente een negatief effect hebben op het resultaat en dus de financiële positie. Voor de toetsing van het renterisico heeft de overheid twee instrumenten gedefinieerd namelijk de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.
- De kasgeldlimiet geeft aan hoeveel de gemeente kort mag financieren als percentage van de begroting. De toegestane kasgeldlimiet bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal.
- De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. De renterisiconorm houdt in, dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar.
Zoals uit onderstaande grafiek is waar te nemen is de kasgeldlimiet in 2015 niet overschreden. Ook de renterisiconorm is in 2015 niet overschreden. Voor een uitgebreide toelichting klik hier.
Lange en korte financieringsmiddelen
Onderstaand overzicht van financieringsmiddelen geeft weer wat de opgenomen en verstrekte geldleningen van de gemeente Uden zijn.
opgenomen (x € 1.000) |
verstrekt (x € 1.000) |
|
Stand per 1 januari 2016 | €108.988 | € 15.381 |
Aflossingen in 2016 | € -6.836 | € -2.522 |
Opgenomen/uitgezet | € 0 | € 0 |
Stand per 31 december 2016 | € 94.152 | € 12.859 |
In 2016 is er geen nieuwe lening afgesloten. Naast de “rekening courant”, “kasgeldleningen” en de “rekening Schatkistbankieren” kent de gemeente geen korte leningenportefeuille.
Renteresultaat 2016
De omvang van het renteresultaat wordt vooral beïnvloed door het gekozen omslagpercentage (3,5% in 2016) ten opzichte van de werkelijke kosten van aantrekken van geld (zowel het eigen als het vreemde vermogen) en de geschatte saldi per 1 januari.
In totaal levert dit een incidenteel nadeel op van € 260.000. Dit wordt met name veroorzaakt door rente die niet kan worden doorbelast naar de exploitatie door het achterblijven van investeringen. Voor een uitgebreidere toelichting zie de analyse bij programma 5 Dienstbare en betrouwbare overheid.
Rentesystematiek 2017 e.v.
Ruim tien jaar na het tot stand komen van het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording provincies
en gemeenten) vindt de VNG-commissie Financiën dat er diverse ontwikkelingen zijn die vragen om
vernieuwing van het BBV. Deze ontwikkelingen zijn onder andere de aanbeveling om geen rente meer te rekenen over reserves/voorzieningen. Als gevolg van deze ontwikkelingen wordt het rente-omslagpercentage met ingang van boekjaar 2017 verlaagd naar 2%. Meer hierover leest u in de Programmabegroting 2017.