Renteontwikkeling en -beleid
Renteontwikkeling
Voor de rentevisie in de programmarekening is aangesloten bij de prognoses van de Nederlandse banken. Let wel, onderstaande prognose is een momentopname. Gezien de snelheid van de ontwikkelingen op de financiële markt is het goed mogelijk dat ten tijde van behandeling van de programmarekening in de raadsvergadering de economische situatie weer gewijzigd is.
- De korte rente: De kortlopende rente (Euribor) is op dit moment nog steeds zeer laag (0,05%). De kortlopende rente is het afgelopen jaar zelfs gedaald ten opzichte van 2013. Deze rente is in 2014 zelfs enige tijd negatief geweest, vanwege maatregelen door de Europese Centrale Bank. De ECB hoopt met deze maatregel de economie verder te stimuleren, doordat consumenten en bedrijven door de renteverlaging goedkoper kunnen lenen. Banken verwachten dat de kortlopende rente voorlopig ongeveer gelijk zal blijven.
- De lange rente: Evenals de korte rente, is ook de rente van de langlopende leningen gedaald vanwege de maatregel van de ECB. De verwachting van de Nederlandse banken is dat de rente voorlopig rond 1,25% zal blijven.
Rentebeleid
De financiering van de gemeentelijke activa vindt plaats met interne middelen (reserves en voorzieningen) en met extern aangetrokken geldleningen. De rentelasten van de financieringsmiddelen worden intern doorbelast aan de gemeentelijke onderdelen door middel van de omslagrente. Deze rente bedraagt in 2014 4,0%, (in 2013: 4,5%).
Jaarlijks wordt beoordeeld of tot aanpassing van de omslagrente over gegaan dient te worden. Naar aanleiding van deze beoordeling is middels begrotingsnotitie/programmabegroting 2015 besloten om het omslagpercentage in 2015 te handhaven op 4,0%.
De werkelijke gemiddelde rentelast over 2014 bedroeg 4,05%