Bestedings- en dekkingsplan 2017-2020
Onderstaand een globale financiële doorrekening van de diverse posten. Mede naar aanleiding van de toezegging door wethouder Peerenboom in de commissie AZ van 2 december 2015 is extra kritisch gekeken naar de in eerder gemelde producten van onze planning en controlcyclus (Bestuursrapportage 2015, Programmarekening 2015) incidentele en structurele afwijkingen.
We hebben ter verduidelijking een splitsing aangebracht in incidentele posten en structurele posten. De prognose is zoals bekend met het nodige voorbehoud.
(bedragen zijn in €) N is nadeel, V is voordeel
Incidenteel | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
1. Saldo Programma- begroting 2016-2019 |
0 | 0 | 0 | 0 | |
2. Post onvoorzien (artikel 8 en 17 BBV) |
N 25.000 | ||||
11. Resultaat 1e financiële afwijkingenrapportage 2016 |
V 209.000 | ||||
13. Vennootschapsbelasting (Vpb) | p.m. | p.m. | |||
14. Offertes | p.m. | ||||
Totaal incidenteel | V 209.000 | N 25.000 |
Structureel | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
1. Saldo |
N 468.000 | N 146.000 | V 1.000 | V 414.000 | V 414.000 |
3. Gevolgen 2e financiële afwijkingenrapportage 2015 | V 64.000 | V 64.000 | V 64.000 | V 64.000 | V 64.000 |
Totaal op basis van besluitvorming door de raad | N 404.000 | N 82.000 | V 65.000 | V 478.000 | V 478.000 |
4. Diverse afwijkingen en correcties |
N 64.000 | N 10.000 | N 13.000 | V 28.000 | V 28.000 |
5.Indexering goederen en diensten, subsidies en belastingen 0,5% | N 108.000 | N 108.000 | N 108.000 | N 108.000 | |
6. Ontwikkeling personeelskosten | N 61.000 | N 83.000 | N 83.000 | N 83.000 | N 83.000 |
7. Verhoging bijdrage veiligheidsregio (brandweer) & GHOR 2017-2022 | N 50.000 | N 119.000 | N 189.000 | N 258.000 | |
8. Algemene uitkering meicirculaire 2016 | V 578.000 | V 388.000 | V 926.000 | V 1.010.000 | V 1.352.000 |
9. Gevolgen BBV-regels toerekening rente aan het grondbedrijf | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. |
10.Ontwikkeling opbrengsten OZB | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. |
11. Resultaat 1e financiële afwijkingenrapportage 2016 |
N 373.000 | N 217.000 | N 217.000 | N 217.000 | N 217.000 |
12. Overhead en kostentoerekening | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. | |
Subtotaal | N 324.000 | N 162.000 | V 450.000 | V 919.000 | V 1.192.000 |
14. Offertes | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. | |
Totaal structureel | N 324.000 | N 162.000 | V 450.000 | V 919.000 | V 1.192.000 |
Incidenteel
1. Meerjarenbegroting 2016-2020
De meest actuele, door de raad vastgestelde Programmabegroting, is Programmabegroting 2016-2019. Die begroting bevat een structurele doorkijk tot 2019. De meerjarenbegroting is structureel sluitend.
Het Provinciaal financieel toetsingskader schrijft voor dat de Programmabegroting van een gemeente in ieder geval voor het komend jaar structureel sluitend moet zijn. Ons streven is een structueel sluitende begroting in alle jaren.
2. Post onvoorzien (artikel 8 en 17 BBV)
Volgens de wettelijke vereisten van de BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) dient iedere gemeente een 'post onvoorzien' op te nemen in de begroting. In de Udense P&C cyclus hanteren we vier (financiële) bijsturingsmomenten. Daarnaast beschikken we sinds 2010 over een adequaat risicobeleid. Deze combinatie heeft het daarnaast in stand houden van een 'post onvoorzien' feitelijk overbodig gemaakt. Om toch aan de wettelijke vereisten van de BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) te voldoen ramen we in overleg met de Provincie sinds Programmabegroting 2015 wederom een incidentele post onvoorzien van € 25.000.
11. Resultaat 1e financiële afwijkingenrapportage 2016
De 1e financiële afwijkingenrapportage is gebaseerd op de bij ons bekend zijnde ontwikkelingen van de 1e drie maanden van 2016 (jan. t/m mrt). Een uitgebreide specificatie van de hier opgenomen bedragen is terug te vinden bij het onderdeel financiën, 1e financiële afwijkingenrapportage 2016 en als toelichting bij de diverse programma’s.
13. Vennootschapsbelasting (Vpb)
Met ingang van 1 januari 2016 zijn gemeenten eveneens belastingplichtig. Alle gemeentelijke activiteiten zijn -met ondersteuning van een fiscalist- getoetst aan de eind 2015 definitief geworden wetgeving hieromtrent. Een belangrijk toetsingspunt hierbij is of er sprake is van een onderneming. Een onderneming kenmerkt zich door drie kernvoorwaarden;
- Het is een duurzame organisatie van arbeid en kapitaal
- Er is sprake van deelname aan het economisch verkeer
- Er moet sprake zijn van een winststreven.
Het gemeentelijk handelen is vooral gericht op het welzijn van inwoners en bedrijven, waarbij het streven naar winst geen issue is. Veel activiteiten voldoen dan ook niet aan de normen voor de Vpb. Op basis van onze inventarisatie is alleen het 'Grondbedrijf' belastingplichting volgens de Vpb. Momenteel zijn we doende om deze inventarisatie vast te leggen in een document, wat gebruikt kan worden in de gesprekken met de belastingdienst.
Volgens onze boekhoudvoorschriften (BBV) mag de raad besluiten om de aanslag ten laste te brengen van de reserves.
14. Offertes
Alle nieuwe wensen van het college van B&W met financiële gevolgen worden als offerte opgenomen in de Programmabegroting 2017-2020. De integrale afweging welke offertes geprioriteerd worden, vindt dus plaats bij de voorbereiding van de Programmabegroting. Om die reden presenteren we deze post nu als p.m.
Structureel
1. Meerjarenbegroting 2016-2019
De meest actuele, door de raad vastgestelde Programmabegroting is Programmabegroting 2016-2019. Die begroting bevat een structurele doorkijk tot 2019. De meerjarenbegroting is structureel sluitend.
Het Provinciaal financieel toetsingskader schrijft voor dat de Programmabegroting van een gemeente in ieder geval voor het komend jaar structureel sluitend moet zijn. Ons streven is een structueel sluitende begroting in alle jaren.
3. Gevolgen 2e financiële afwijkingenrapportage 2015
De 2e financiële afwijkingenrapportage 2015 bevat eveneens een positieve structurele component. De raad heeft bij de vaststelling van de Bestuursrapportage 2015 besloten om dit positieve saldo te betrekken bij de voorbereiding van Programmabegroting 2017 en verder.
4. Diverse afwijkingen en correcties
De begrote bedragen die in het bestuurlijk besluitvormingstraject worden genoemd, zijn in bepaalde gevallen gebaseerd op schattingen. Bij de werkelijke doorrekening in de financiële administratie kunnen hierdoor afwijkingen ontstaan. Verder kan het voorkomen dat er omissies in de begroting worden gesignaleerd die vervolgens dienen te worden gecorrigeerd. Deze afwijkingen en correcties leiden per saldo tot een incidentele en structurele aanpassing van het basisbeeld.
5. Indexering goederen en diensten, subsidies en belastingen 0,5%
Voor de indexering van goederen en diensten baseren we ons op de prognoses van het Centraal Planbureau. Voor Programmabegroting 2017 hanteren we een stijging van netto 0,5% (+0,9% 2017, + 0,3% correctie 2016 -0,5% correctie 2015 en -0,2% correctie 2014.
Voor de jaren 2018 e.v. rekenen we met constante prijzen. De goederen en diensten (+ € 68.000), subsidies (+ € 70.000) met de toename van de opbrengst van de diverse belastingen (m.u.v. de OZB) ad € 30.000 maakt per saldo het hier genoemde bedrag van € 108.000 Verdere toelichting hierover is terug te vinden in het onderdeel financieel economische ontwikkelingen en natuurlijk het onderdeel financieel economische uitgangspunten.
6. Ontwikkeling personeelskosten
De VNG en de vakbonden hebben de Cao gemeenten 1 januari 2016 – 1 mei 2017 bekrachtigd. Hiermee is de nieuwe Cao Gemeenten op 7 april 2016 definitief geworden. De nieuwe cao heeft een looptijd van zestien maanden. Vanaf 1 januari 2016 stijgen de lonen met 3 procent. Van 1 januari 2017 tot 1 mei 2017 komt hier nog 0,4 procent bij. Het loonakkoord voorziet in een lagere ABP-pensioenpremie voor 2016. Hierdoor valt 1,4 procent loonruimte vrij, die onderdeel is van de totale loonsverhoging van 3,4 procent. Verder hebben we in Begrotingsnotitie 2016 (€ 166.000) en aanvullend in Programmabegroting 2016 ( € 69.000) al geanticipeerd op de mogelijke cao-verhoging. Dit verklaart het beperkte financiële effect van de Cao op dit basisbeeld.
7. Verhoging bijdrage veiligheidsregio (brandweer en GHOR) 2017-2022
Het beleidskader 2017 van de VRBN is door het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling vastgesteld en dient als basis voor de programmabegroting VRBN 2017. Vanaf deze begroting wordt een nieuwe verdeelsleutel voor de gemeentelijke bijdrage aan de regionale brandweer (BBN) toegepast. Van de periode voor 2017 was de bijdrage bepaald op basis van de destijds ingebrachte budgetten. Vanaf 2017 wordt de bijdrage bepaald op basis van het aantal inwoners. In verband met de herverdeeleffecten wordt een ingroeiperiode van 5 jaar gehanteerd. De compensatie bedraagt in het 1ste jaar 100% (2017), het 2e jaar 80% (2018), het 3e jaar 60% (2019), het 4e jaar 40% (2020), het 5e jaar 20% (2021) en vanaf 2022 geen compensatie meer.
Overige significatie wijzigingen uit het beleidskader 2017 welke leiden tot een bijstelling van de gemeentelijke bijdrage zijn: de herijking van de Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDUR) inclusief compensatie BTW voor de GHOR en de BBN, de wijziging van de regionale huisvestingkosten BBN, het direct in mindering brengen van de BTW compensatie vanuit de BDUR op de gemeentelijke bijdrage, de vermindering van de formatie GHOR met 0,5 fte en tot slot het verschil in het indexeringspercentage tussen de VRBN en de gemeente Uden.
Voor Uden zijn de financiële gevolgen onderstaand in beeld gebracht:
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
Bijdrage Brandweer (bruto) | € 1.695.001 | € 1.695.001 | € 1.695.001 | € 1.695.001 | € 1.695.001 | € 1.695.001 |
Compensatie (5jr) | - € 347.000 | - € 277.600 | - € 208.200 | - € 138.800 | - € 69.400 | - |
Bijdrage Brandweer (netto) | € 1.348.001 | € 1.417.401 | € 1.486.801 | € 1.556.201 | € 1.625.601 | € 1.695.001 |
Bijdrage GHOR | € 75.974 | € 75.974 | € 75.974 | € 75.974 | € 75.974 | € 75.974 |
Noodzakelijk budget | € 1.423.975 | € 1.493.375 | € 1.562.775 | € 1.632.175 | € 1.701.575 | € 1.770.975 |
beschikbaar budget | € 1.373.738 | € 1.373.738 | € 1.373.738 | € 1.373.738 | € 1.373.738 | € 1.373.738 |
Bij te ramen (afgerond) | € 50.000 | € 120.000 | € 189.000 | € 258.000 | € 328.000 | € 397.000 |
8. Ontwikkeling algemene uitkering Gemeentefonds
Op basis van de meicirculaire wordt de Rijksbegroting samengesteld. Wij hanteren de gevolgen van de meicirculaire eveneens voor de prognoses van onze Programmabegroting. Met name de financieel economische uitgangspunten die hierin genoemd zijn alsmede de prognose van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds zijn hierin belangrijk. De huidige raming van de algemene uitkering in de meerjarenbegroting is gebaseerd op de gevolgen voor de septembercirculaire 2015.
9. Gevolgen BBV-regels toerekenen rente aan het grondbedrijf
Zoals aangekondigd bij de ontwikkelingen worden de verslagleggingsregels voor gemeenten op vele punten aangepast. Voor het grondbedrijf heeft onderdeel 6, Overhead en kostentoerekening, en onderdeel 10, BBV wijziging rond Bouwgrond in exploitatie gevolgen. In ieder geval mag er volgens deze regels niet meer dan een gewogen rentetarief in rekening gebracht worden aan het grondbedrijf. In het MJP werd nog gerekend met het in Programmabegroting 2016 vastgestelde renteomslagpercentage van 3,5%. Het volgens de nieuwe regels te hanteren percentage voor Uden komt uit op 3,06%. Dit en zoals gezegd meerdere ontwikkelingen hebben zijn gevolgen voor de nieuwe berekening van het MJP. De financiële consequenties zijn nu nog niet in te schatten. Vandaar de raming 'p.m'. In de later dit jaar op te stellen Programmabegroting 2017 zullen we deze financiële gevolgen wel in beeld hebben.
10. Ontwikkeling opbrengsten OZB
De opbrengst van de Onroerende zaakbelasting (OZB) is een aanzienlijke inkomstenpost. Onder de naam OZB worden binnen onze gemeente de volgende belastingen geheven;
- Een gebruikersbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar een onroerende zaak- niet zijnde een woning- gebruikt;
- een eigenaarsbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar van een onroerende zaak het genot heeft krachtens zakelijk recht (eigendom). Het betreft zowel woningen als niet-woningen.
De prijscompensatie van netto 0,5% is ook van kracht op de ontwikkeling van de opbrengst van de OZB. De ontwikkeling van het onderliggend kohier is bij het opstellen van deze rapportage echter nog niet in beeld, vandaar vooralsog een p.m. raming. Bij het samenstellen van de Programmabegroting kunnen we hier wel een concrete invulling aan geven.
11. Resultaat 1e financiële afwijkingenrapportage 2016
De 1e financiële afwijkingenrapportage is gebaseerd op de bij ons bekend zijnde ontwikkelingen van de 1e drie maanden van 2016 (jan tm mrt). Een uitgebreide specificatie van de hier opgenomen bedragen is terug te vinden bij het onderdeel financiën, 1e financiële afwijkingenrapportage 2016 en als toelichting bij de diverse programma's.
12. Overhead en kostentoerekening
Zoals eerder in deze Begrotingsnotitie 2017 toegelicht bij het onderdeel 'Ontwikkelingen BBV' worden er ook wijzigingen voorgesteld omtrent 'Overhead en kostentoerekening'. Met name het onderdeel 'treasury' zou mogelijk financiële gevolgen kunnen hebben voor het bestedings- en dekkingsplan. Het systeem van kostentoerekenen op basis van een renteomslag komt te vervallen. In plaats hiervan dienen gemeenten te rekenen met de werkelijke rentepercentages die gelden voor het aangaan van vreemd vermogen. Bij het opstellen van Programmabegroting 2017 zijn de eventuele financiële consequenties bekend. Vandaar vooralsnog een p.m. raming.
14. Offertes
Alle nieuwe wensen van het college van B&W met financiële gevolgen worden als offerte opgenomen in de Programmabegroting 2017-2020. De integrale afweging welke offertes geprioriteerd worden, vindt dus plaats bij de voorbereiding van de Programmabegroting. Om die reden presenteren we deze post nu als p.m.