Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Risicomanagement heeft een prominente plek binnen de planning en control cyclus van de gemeente Uden. Het is een continuproces. Bij alle planning & control producten wordt hierover gerapporteerd in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. In plaats van een periodieke inventarisatie is het risicomanagement bij de gemeente Uden een manier van denken. Het dient als hulpmiddel bij het nemen van besluiten door zowel Raad als college.
Financiële strategie en beleid
Zichtbaar is dat risicomanagement, wat het onderwerp is van deze paragraaf, slechts 1 van de 3 pijlers is.
De pijler dekking/sluitende begroting wordt nader toegelicht in het bestedings-en dekkingsplan van deze Begrotingsnotitie. De pijler financiering is aan de orde gekomen in de financieringsparagraaf van de Programmarekening 2015.
Prestatie indicatoren
Om te kunnen sturen op de financiën zijn er prestatie indicatoren Voor de 3 pijlers, dekking, risicomanagement en financiering zijn de volgende prestatie indicatoren gedefinieerd:
Dekking:
De begroting is structureel in evenwicht
Risicomanagement:
Weerstandsratio
Weerstandscapaciteit
Financiering:
Ratio verstrekte geldleningen aan derden/verbonden partijen in relatie tot de gemeentelijke inkomsten mag niet toenemen
De uitwerking van de 3 pijlers van de financiële positie heeft eveneens zijn plek bij de prestatie indicatoren die zijn opgenomen in programma 5 van de Programmabegroting 2016 bij de doelstelling financiën op orde houden.
Kengetallen Financiële positie
Naast bovengenoemde prestatie indicatoren zijn gemeenten op grond van artikel 11 van het Besluit Begroting en Verantwoording verplicht om onderstaande kengetallen op te nemen in programmabegroting en programmrekening. De berekening van deze kengetallen is voor iedere gemeente identiek. Op termijn is benchmarking met andere gemeenten op basis van deze getallen dan ook mogelijk. Let wel, een percentage zelf zegt nog niet zoveel. Bij een vergelijking met andere gemeenten zal bijvoorbeeld ook het voorzieningenniveau betrokken moeten worden. In overleg met het audit-comité is afgesproken vooralsnog de cijfers te verzamelen zonder er concrete doelstellingen aan te verbinden. De wetgever stelt ook geen eisen aan normering. Dit in verband met de eigenheid van gemeenten.
Kengetallen | Rekening 2014 | Begroting 2015 | Rekening 2015 | Begroting 2016 |
---|---|---|---|---|
Netto schuldquote | 88,3% | 91,3% | 76,4% | 93,2%* |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte geldleningen | 72,6% | 77,8% | 63,9% | 80,7%* |
Solvabiliteit | 24,2% | 23,7% | 27,4% | 23,9%* |
Grondexploitatie | 40,9% | 33,4% | 36,1% | 36,1%* |
Structurele exploitatieruimte | 0,1% | -0,4% | -2,4% | -0,4% |
Belastingcapaciteit | 98,6% | 99,2% | 99,2% | 97,2% |
* Prognose Programmabegroting 2016 is op basis van actuele financiële gegevens aangepast
Netto schuldquote
Dit kengetal biedt inzicht in het niveau van de schulden ten opzichte van de eigen middelen en wordt uitgedrukt in een percentage. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken.
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Dit kengetal wordt berekend zoals de netto schuldquote. Leningen aan openbare lichamen, woningbouwcorporaties, deelnemingen en overige verbonden partijen worden daar vervolgens op in mindering gebracht. Bij dergelijke leningen kan er onzekerheid ontstaan of ze allemaal terug worden betaald. Met berekening van dit kengetal wordt duidelijk wat het aandeel van de versterkte leningen in exploitatie is en ook wat dat betekent voor de schuldenlast.
Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in hoeverre we in staat zijn om aan de financiële verplichtingen op lange termijn te voldoen. Berekend is het eigen vermogen gedeeld door het totale vermogen, uitgedrukt in een percentage. Het eigen vermogen van een gemeente bestaat volgens artikel 42 van het BBV uit de reserves (zowel de algemene reserve als de bestemmingsreserves) en het resultaat uit het overzicht van baten en lasten.
Grondexploitatie
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zicht verhoudt tot de totale (geraamde) baten. Voor de berekening van dit kengetal worde de niet in exploitatie genomen gronden en de bouwgrond in exploitatie bij elkaar opgeteld en gedeeld door de totale baten uit de programmabegroting / programmarekening (artikel 17, onderdeel c, van het BBV) en uitgedrukt in een percentage. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop.
Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal berekent de structurele baten minus lasten, gecorrigeerd met structurele mutaties in reserves gedeeld door de totale baten gecorrigeerd met structurele mutaties in reserves uitgedrukt in een percentage. Hoe hoger het percentage hoe meer ruimte er is voor het doen van structurele uitgaven. Ons streven is om structurele lasten zoveel mogelijk af te dekken door structurele baten wat resulteert in een percentage van 0%. Een positief percentage geeft aan dat er meer structurele baten zijn dan uitgaven. Dit zou een nog gezondere balans zijn.
Belastingcapaciteit
Dit kengetal vergelijkt de lokale lastendruk van een gezin met gemiddelde WOZ-waarde voor ozb, rioolheffing en afvalstoffenheffing met de landelijke lastendruk gezin met gemiddelde WOZ-waarde voor ozb, rioolheffing en afvalstoffenheffing en drukt dit uit in een percentage. Een percentage van minder dan 100% betekent dat de lokale lastendruk lager is dan de landelijk gemiddelde lastendruk.
Beleid
Het beleid voor risicomanagement (PDF, 502.2 kB) is geactualiseerd en door uw Raad vastgesteld in december 2014. De belangrijkste wijziging ten opzichte van het eerdere beleid is dat er geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen incidentele en structuerele risico's. Dit resulteert in 1 weerstandsratio. De inzichtelijkheid in de risico's van de gemeente Uden is hiermee niet gewijzigd. De verantwoording van de risico's vindt op dezelfde transparante wijze plaats als voorheen.
Risico's, weerstandscapaciteit en ratio's
Risico's
Bij het opstellen van de Programmarekening 2015 hebben we de meest actuele risico inventarisatie opgenomen. Er is op dit moment geen informatie beschikbaar om een betere prognose te maken. In de Programmarekening 2015 is de meest actuele toelichting op de risico's en een uitgebreide risico inventarisatie opgenomen.
Weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit bedraagt € 37 mln. Voor de specificatie hiervan klik hier.
Weerstandsratio
De weerstandsratio wordt als volgt berekend:
weerstandscapaciteit
risico's = weerstandsratio
De weerstandsratio geeft aan in hoeverre de gemeente Uden in staat is haar risico's op te vangen.
Toelichting ontwikkeling ratio
De begrote ratio in 2016 is iets toegenomen ten opzichte van de werkelijke ratio in 2015 als gevolg van een toename van de algemene reserve van het grondbedrijf. Dit wordt veroorzaakt door verwachte winsten uit grexen en de verwachte verkoop van restgronden verminderd met een geplande aanvulling van de voorziening herwaardering en de planbegeleidingskosten van ontwikkelingen buiten de grexen. De weerstandsratio zit ruim op de norm van 2.
Doorkijk naar de toekomst
De weerstandsratio ligt op de gestelde norm maar er zijn nog steeds veel factoren die deze ratio direct negatief kunnen beïnvloeden. Denk hierbij aan afboekingen vanuit de grondexploitatie, het niet halen van bezuinigingstaakstellingen, toename van de incidentele risico’s en negatieve resultaten in afwijkingenrapportages.
Om het weerstandsvermogen minimaal op niveau te houden of te verbeteren, zal net als voorgaande jaren verder worden gegaan met de volgende stappen:
- Actief sturen op het realiseren van de bezuinigingen doormiddel van de bezuinigingsmonitor.
- Extra kritisch kijken naar B&W voorstellen waarbij als dekking de algemene reserve wordt genoemd.
- Bestemmingsreserves kritisch screenen en waar mogelijk vrij laten vallen ten gunste van de algemene vrije reserve.
- Bestemmingsreserves koppelen aan de algemene vrije reserve.
- Eventuele exploitatieoverschotten direct toevoegen aan de algemene vrije reserve.
Daarnaast is het van belang om de risico's te blijven beheersen en nieuwe risico's te identifceren. Doelstelling is om risicobeheersing in 2015 meer te koppelen aan de interne controle zodat er een betere toets plaatsvindt op de werking van de beheersingsmaatregelen.
Voor het sturen op de financiële positie heeft de gemeente Uden de 3 pijlers, dekking/ sluitende begroting, financiering en risicomanagement en weerstandscapaciteit gedefinieerd. Ondanks dat deze pijler, risicomanagement en weerstandscapaciteit op de norm ligt is er binnen de gemeente Uden veel aandacht om de financiële positie te verbeteren. Zie hiervoor ook de financieringsparagraaf van de Programmarekening 2015.
Ontwikkeling vermogenspositie
De gemeente Uden wil sturen op risico’s en weerstandsvermogen. Belangrijk hierbij is ook de ontwikkeling van de vermogenspositie van onze gemeente. De vermogenspositie heeft betrekking op de incidentele weerstandscapaciteit. In onderstaand overzicht is duidelijk zichtbaar hoe het vermogen zich ontwikkelt.
In de grafiek is zichtbaar dat de reserve positie van de gemeente Uden van 2011 flink is afgenomen ten opzichte van 2009. De afname van het vermogen werd voornamelijk veroorzaakt door de genomen verliezen in het grondbedrijf. Sinds 2014 neemt de vermogenspositie weer langzaam toe voornamelijk omdat de resultaten van het grondbedrijf positiever zijn. We zijn ons ervan bewust dat de vermogenspositie nog steeds verbeterd kan worden. De acties die hiervoor genomen kunnen worden staan beschreven bij de doorkijk naar de toekomst.
De vermogenspositie is een onderdeel van de financiële positie en komt tot uitdrukking in de pijler dekking/sluitende begroting. Dit maakt onderdeel uit van het strategische financieel beleid. De activiteiten en prestatie indicatoren om deze te meten, zijn enerzijds opgenomen in de Programmabegroting 2016 onder programma Dienstbare en betrouwbare overheid. Anderzijds zijn gemeenten op grond van de BBV verplicht om een aantal financiële kengetallen op te nemen. Dit ten behoeve van de vergelijkbaarheid tussen de gemeenten onderling. Dit is echter pas ingevoerd vanaf Programmabegroting 2016 en er zullen nog nadere voorschriften/regels moeten komen om de cijfers daadwerkelijk te kunnen vergelijken.