Verbonden partijen
Verbonden partijen zijn organisaties waaraan de gemeente zich bestuurlijk en financieel verbonden heeft. Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) geeft als definitie: ‘een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie, waarin de provincie of de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft.’ Een financieel belang is een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat of het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Bestuurlijk belang is zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur, hetzij uit hoofde van stemrecht.
We hebben de verbonden partijen onderverdeeld in:
- Publiekrechtelijke samenwerkingsverbanden. De gemeente Uden is betrokken bij diverse gemeenschappelijke regelingen
- Privaatrechtelijke samenwerkingsverbanden. De gemeente Uden is deelnemer van een aantal stichtingen, vennootschappen en verenigingen
- Overige samenwerkingsverbanden. Een interne inventarisatie heeft een totaal van circa 30 samenwerkingsverbanden opgeleverd. Ten aanzien van de overige samenwerkingsverbanden is een selectie gemaakt van de samenwerkingsverbanden die een formele grondslag hebben.
Klik hier voor een overzicht van de verbonden partijen.
Beleid
De Raad van Uden heeft in 2014 besloten verbeterpunten ten behoeve van de kaderstellende en controlerende functie van gemeenteraden op de ‘zware’ samenwerkingsverbanden over te nemen. De gemeente Uden is bezig met het formuleren van beleid rondom de inventarisatie, het risicobeheer, de opzet en verantwoording van de verbonden partijen. Dit zal in 2017 voortgezet worden.
Visie
De gemeente Uden heeft als visie dat de keuze voor een samenwerkingsverband altijd dient te gebeuren vanuit het maatschappelijk belang. Om te bepalen of in specifieke situaties dat belang het meest gediend wordt door aansluiting bij een samenwerkingsverband volgt de gemeente Uden in hoofdlijnen de VNG-BiZa-Handreiking voor de toepassing van de wet gemeenschappelijke samenwerkingen. Deze handreiking is uitgewerkt in het ambtelijk beheersinstrument
Proceskader Samenwerkingsverbanden. Dit proceskader wordt gehanteerd om te bepalen of nieuwe samenwerkingsverbanden worden aangegaan, alsmede om periodiek te evalueren of een samenwerkingsverband nog de meest optimale vorm is om het maatschappelijk belang te borgen.
Aangescherpte wet- en regelgeving
Als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen is de landelijke tendens dat het belang van een adequate beheersing van de verbonden partijen toeneemt. Deze ontwikkeling is sinds enkele jaren zichtbaar en als gevolg hiervan is de wetgeving rondom verbonden partijen in beweging. Begin 2016 is de wetgeving wederom aangescherpt. Gemeenten blijven verantwoordelijk voor de taken die zij door verbonden partijen laten uitvoeren. Het is daarom van belang dat er voldoende informatie beschikbaar is om de bijdrage van de verbonden partijen aan de realisatie van programma’s en daarmee gepaard gaande risico’s te kunnen beoordelen. Hiervoor wordt er in de paragraaf de naam, de vestigingsplaats, openbaar belang dat wordt behartigd, veranderingen in het belang gedurende het boekjaar ,omvang eigen vermogen, omvang vreemd vermogen, het resultaat van de verbonden partij en de risicobeoordeling opgenomen
Daarnaast wordt in het programmaplan weergegeven welke gemeenschappelijke regeling bijdraagt aan de doelstelling van dat programma en op welke wijze. Dit is nieuw ten opzichte van voorgaande jaren.
Doorkijk naar de toekomst
De laatste jaren is de aard en het aantal samenwerkingsverbanden sterk in beweging. De verwachting is dat deze trend zich de komende jaren voort zal zetten. Als gevolg daarvan is de beheersing van verbonden partijen van belang. Daarnaast is het ook van belang om de risico's die hiermee samenhangen in beeld te hebben en te houden. Deze risico's hebben zijn plek in het systeem van risicobeheersing van de gemeente Uden. Zie hiervoor de risico inventarisatie in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.