Schatkistbankieren en Wet Hof
Schatkistbankieren
Het kabinet wil dat gemeenten hun overtollige middelen niet meer overal kunnen stallen. Hiervoor is per 15 december 2013 de Wet Schatkistbankieren van kracht geworden. Deze wet verplicht alle decentrale overheden om hun overtollige (liquide) middelen, boven een bepaald drempelbedrag, aan te houden in de schatkist. Het woord ‘overtollig’ verwijst naar alle middelen die decentrale overheden niet onmiddellijk nodig hebben voor de publieke taak. Een decentrale overheid behoudt, op basis van de wet Fido, de mogelijkheid om leningen te verstrekken en uitzettingen te verrichten uit hoofde van de publieke taak. Deelname aan schatkistbankieren verandert daar niets aan.
Zoals in onderstaand overzicht is waar te nemen is in 2017 het drempelbedrag niet overschreden. Derhalve is voldaan aan het schatkistbankieren.
Wet Hof
Macro-norm
Sinds Nederland deel uitmaakt van de Economische en Monetaire Unie (de EMU) wordt voor het begrotingssaldo een definitie gebruikt die binnen de gehele EMU hetzelfde is, het EMU-saldo. Het EMU-saldo is het saldo van de inkomsten en uitgaven van de overheid. Het EMU-saldo van de lokale overheid telt mee voor het EMU-saldo van de totale overheid. In het Verdrag van Maastricht (1992) is afgesproken dat het EMU-tekort van een land max. 3% BBP (Bruto Binnenlands Product) mag zijn.
In de wet staat dat gemeenten een gelijkwaardige bijdrage moeten leveren aan het terugdringen van het EMU-tekort. Het EMU-saldo ofwel het nationale begrotingstekort mag niet groter zijn dan 3% van het bruto binnenlands product (bbp). Van dit tekort neemt het Rijk 2,5% voor zijn rekening en de decentrale overheden 0,5%.
De afgelopen kabinetsperiode is er voor het eerst gewerkt met het normeren van het EMU-saldo op basis van de Wet hof. In het met decentrale overheden gesloten financieel akkoord 2013-2017 is de EMU-norm uitgesplitst naar een ambitie (die gelijk was aan de CPB raming) en een daadwerkelijke norm. Deze EMU-norm was ruimer gesteld dan de CPB-raming om zo enige marge aan te houden. Daarbij werd de afgelopen periode door het vorige kabinet gezien als een zogenoemde oefenfase waarbij sancties nog niet op zijn plaats waren.
Ambitie en tekortnorm EMU-saldo decentrale overheden
Het nieuwe kabinet heeft besloten om de EMU-norm beleidsneutraal door te trekken. Dat betekent dat er geen onderverdeling naar bestuurslaag is gemaakt en er geen (individuele) sancties van toepassing zijn. Zoals uit het Regeerakkoord blijkt is dit kabinet voornemens om met de decentrale overheden programmatische afspraken te maken. De normering van het EMU-saldo van decentrale overheden is er daar een van. Wellicht is er vanaf 2019 dus wel sprake van individuele sancties bij overschrijding van de EMU-norm. Bij het opstellen van de programmabegroting 2019 zal rekening gehouden worden met de individuele norm voor de gemeente Uden.
Inzicht in individuele EMU-saldi
Met het oog op een betere raming en beheersing van het EMU-saldo wordt in het vernieuwde BBV een geprognosticeerde balans voorgeschreven en het meerjarig opnemen van het EMU-saldo in een paragraaf in de begroting. Via de geprognosticeerde balans krijgt de raad meer inzicht in de ontwikkeling van onder meer investeringen, het aanwenden van reserves en voorzieningen en in de financieringsbehoefte.
Dit meerjarige inzicht is opgenomen in de programmabegroting 2018.
Het werkelijke EMU-saldo 2017 van de gemeente Uden is + € 5,6 miljoen. Hiermee blijven we ruim onder de norm van - € 4,6 miljoen.