Weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit is als volgt opgebouwd.
Nummer | Post | Bedrag (x € 1.000) |
---|---|---|
1. | Algemene reserve vrij besteedbaar | € 14.551 |
2. | Algemene reserve grondbedrijf | € 21.080 |
3. | Reserve sociaal domein | € 9.597 |
4. | Stille reserves | € 3.064 |
5. | Jaarrekeningresultaat | € 1.801 |
6. | Onroerende Zaakbelasting (onbenutte belastingcapaciteit) | € 3.441 |
Totale weerstandsvermogen | € 53.534 |
1. Algemene reserve vrij besteedbaar
De algemene reserve vrij besteedbaar bedraagt € 15 miljoen. Het verloop van de algemene reserve is zichtbaar bij ontwikkeling vermogenspositie.
2. Algemene reserve grondbedrijf
Het doel van de algemene reserve van het Grondbedrijf is het opvangen van eventuele nadelen op grondexploitatiecomplexen. Het vormt een risicobuffer op basis van het Meerjarenperspectief grondbedrijf. In de inventarisatie van de risico’s zijn ook de risico’s van het grondbedrijf opgenomen. Daarom wordt deze reserve meegenomen in de berekening van het weerstandsvermogen. De algemene reserve van het grondbedrijf bedraagt ultimo 2017 € 21 miljoen. Als gevolg van verslaggevingsvereisten (wijzigingen BBV) zijn de regels voor tussentijdse winstneming veranderd. Hierdoor is er per 31 december 2017 circa € 6,6 mln als tussentijdse winst genomen. Dit bedrag is volledig gestort in de algemene reserve grondbedrijf waardoor het geen effect heeft op het resultaat. Wel veroorzaakt dit de toename van deze reserve. Bij de eerstvolgende herijking van de reserves en voorzieningen (in september bij de bestuursrapportage 2018) zal het niveau van deze reserve worden beoordeeld.
3. Reserve sociaal domein
Als gevolg van de decentralisatie per 1 januari 2015 zijn de taken en verantwoordelijkheden in het sociaal domein voor een groot gedeelte bij gemeenten komen liggen. De gemeente ontvangt hiervoor extra bijdragen van het Rijk. Omdat er nog veel onduidelijkheden zijn over de verwachte uitgaven in het sociaal domein is er bij de Programmarekening van 2013 een amendement aangenomen om de overschotten in het sociale domein te storten in de reserve sociaal domein. Dit heeft ertoe geleid dat de stand van de reserve per 31 december 2017 € 9,6 mln bedraagt.
Er waren en zijn nog steeds veel onduidelijkheden/onzekerheden in het sociaal domein. Deze risico's zijn lastig in te schatten cq. financieel te maken conform onze systematiek voor risicomanagement. Tot voorheen werden de risico's in het sociaal domein tekstueel opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen. Omdat we het financiële positie van het sociaal domein (risico's en stand van de reserve) zo transparant mogelijk willen opnemen in onze verantwoording hebben we met ingang van deze Programmarekening de risico's voor het sociaal domein financieel opgenomen. Omdat we nog geen betere inschatting kunnen maken hebben we het bedrag gelijk gehouden aan de stand van de reserve sociaal domein. Anderzijds hebben we de reserve sociaal domein betrokken bij de berekening van de weerstandscapaciteit. Per saldo heeft deze presentatie geen invloed op de weerstandsratio maar naar onze mening is het inzicht in de financiële positie van het sociaal domein hiermee wel toegenomen. De ambitie voor de komende jaren is om een steeds betere inschatting te kunnen maken van de risico's met betrekking tot het sociale domein.
4. Stille reserves
Onder stille reserves vallen onder andere de gemeentelijke gronden en panden die gewaardeerd zijn tegen de toen geldende aankoopwaarden. Een belangrijke voorwaarde is dat het een en ander per direct verkoopbaar is. De stille reserves zijn geactualiseerd bij het opstellen van deze Programmarekening en bedragen € 3 miljoen.
5. Jaarrekeningresultaat
Het jaarrekeningresultaat over 2017 bedraagt € 1,8 mln positief. Na vaststelling van de jaarrekening door de Raad wordt dit bedrag toegevoegd aan de algemene reserve vrij besteedbaar. In de analyse van het resultaat is beoordeeld welke verschillen hiervan incidenteel en welke structureel zijn. De structurele afwijkingen worden betrokken bij het opstellen van de begrotingsnotitie 2019.
6. Onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit wordt berekend door de maximale tarieven te vergelijken met de tarieven van de gemeente Uden.
Berekening onbenutte belastingcapaciteit
Voor de maximale belastingtarieven wordt gebruik gemaakt van de normen voor het artikel 12 beleid. Dit betekent dat, indien de gemeente Uden niet meer in staat zou zijn om de structureel zich manifesterende risico’s binnen de exploitatie op te vangen, de gemeente door het Rijk gewezen zou worden op de mogelijkheid om de OZB tarieven te verhogen om zodoende meer structurele opbrengsten te realiseren. Dit noemt men het artikel 12-beleid.
De berekening van het landelijk percentage van de WOZ waarde voor toelating tot artikel 12 vindt plaats volgens onderstaande tabel (bron; mei circulaire 2016).
Totaal WOZ-waarde woningen 2015 | (1) |
Totaal WOZ-waarde niet woningen gebruikers 2015 | (2) |
Totaal WOZ-waarde niet woningen eigenaren 2015 | (3) |
Totaal OZB-opbrengst o.b.v. totaal WOZ-waarde 2015 | (4) |
Totaal onderdekking reiniging/afvalstoffen 2015 | (5) |
Totaal onderdekking riolering 2015 | (6) |
Totaal OZB-opbrengst o.b.v. totaal WOZ-waarde gecorrigeerd voor onderdekking reiniging/afvalstoffen en riool 2015 | (7= 4-5-6) |
Werkelijk gewogen landelijk gemiddelde OZB-percentage van de gecorrigeerde WOZ-waarde 2015 | (8=(7/(1+2+3)*100) |
Percentage van de WOZ-waarde voor toelating tot artikel 12 voor het jaar “t” | [9=8*1,20] |
Op basis van bovenstaande formule is het percentage van de WOZ-waarde voor toelating tot artikel 12 voor het jaar 2017 vastgesteld op 0,1927. Volgens de hiervoor geldende wettelijke richtlijnen heeft de gemeente Uden een onbenutte belastingcapaciteit van € 3,4 miljoen.
Voor de tarieven betreffende rioolrechten, afvalstoffenheffing en leges is op dit moment sprake van kostendekkende tarieven. Hier is geen sprake van onbenutte belastingcapaciteit.