Bestemmingsreserves

Deze bestemmingsreserve dient ter dekking van de kapitaallasten van de onderliggende activa/investeringen. Op die manier wordt de exploitatie niet extra belast, het betreft momenteel de investeringen:
- Nr 20 uitbreiding gemeentehuis
- Nr 30 verbouwing gemeentehuis
- Nr 2011 parkeergarage Muzerijk 2012
- Nr 5043 kunstgrasvelden
- Nr 5014 theater Markant

De reserve wordt gevoed met incidentele middelen en er wordt 2,85% rente bijgeschreven op de reserve.

Het saldo en de rentebijschrijvingen vormen samen dekking voor de kapitaallasten van de onderliggende investeringen conform besluitvorming.
De hoogte van de noodzakelijke storting in de deze reserve wordt bepaald aan de hand van het gestelde in de ‘financiële verordening  gemeente Uden 2019’, waarbij gekozen wordt voor liniaire afschrijving en rentetoerekening tegen het dan noodzakelijke rentepercentage om de reserve toereikend te houden.

Jaarlijks wordt deze reserve verlaagd met de kapitaallasten van de onderliggende investeringen.

Deze reserve dient gehandhaafd te blijven, aangezien deze dekking vormt voor kapitaallasten. 

Deze bestemmingsreserve dien ter dekking van de kapitaallasten van de onderliggende activa/investeringen, die uitgevoerd worden vanaf boekjaar 2017. Vanwege de administratieve eenvoud is er voor gekozen om een nieuwe bestemmingsreserve in te stellen naast de huidige reserve dekking kapitaallasten (nr. 9). Op die manier wordt de exploitatie niet extra belast, het betreft momenteel 50 investeringen.

De reserve wordt gevoed met incidentele middelen en er wordt rente bijgeschreven op de reserve. De voeding in 2019 bedraagt naar verwachting ruim 3 miljoen.

Het saldo en de rentebijschrijvingen vormen samen dekking voor de kapitaallasten van de onderliggende investeringen conform besluitvorming.
De hoogte van de noodzakelijke storting in de reserve wordt bepaald aan de hand van het gestelde in de ‘financiële verordening  gemeente Uden 2019’, waarbij gekozen wordt voor liniaire afschrijving en rentetoerekening tegen het dan geldende renteomslagpercentage om de reserve toereikend te houden.

Jaarlijks wordt deze reserve verlaagd met de kapitaallasten van de onderliggende investeringen.

Deze reserve dient gehandhaafd te blijven, aangezien deze dekking vormt voor kapitaallasten. 

Deze bestemmingsreserve dient ter dekking van de kapitaallasten van de onderliggende activa/investeringen, die uitgevoerd worden vanaf boekjaar 2020. Vanwege de administratieve eenvoud is er voor gekozen om een nieuwe bestemmingsreserve in te stellen, naast de huidige reserves dekking kapitaallasten (nr. 9 en 29). Op die manier wordt de exploitatie niet extra belast. Het betreft momenteel 13 investeringen.

De reserve wordt gevoed met incidentele middelen en er wordt rente bijgeschreven op de reserve. In 2020 zal deze reserve voor het eerst gevoed worden voor naar verwachting € 757.000.

Het saldo en de rentebijschrijvingen vormen samen dekking voor de kapitaallasten van de onderliggende investeringen conform besluitvorming.
De hoogte van de noodzakelijke storting in deze reserve wordt bepaald aan de hand van het gestelde in de ‘financiële verordening gemeente Uden 2019’, waarbij gekozen wordt voor liniaire afschrijving en rentetoerekening tegen het dan geldende renteomslagpercentage om de reserve toereikend te houden.

Jaarlijks wordt deze reserve verlaagd met de kapitaallasten van de onderliggende investeringen.

Deze reserve dient gehandhaafd te blijven, aangezien deze dekking vormt voor kapitaallasten.

Incidenteel dekkingsmiddel t/m 2019

In 1995 is het hypotheekbedrijf van de NHG verkocht aan de NV Bouwfonds Nederlandse Gemeenten. Afgesproken is dat de opbrengst in 25 jaarlijke termijnen wordt uitgekeerd aan de deelnemende gemeenten. Voor Uden is dit jaarlijks € 252.498. Door de regelgeving BBV en op aanbeveling van de accountant dienen wij deze toekomstige opbrengst in één keer te verantwoorden. Dit leidde in 2014 tot een incidentele opbrengst van € 1.767.485 die we gestort hebben in deze BR. Jaarlijks t/m 2019 onttrekken we nu € 252.498 uit deze reserve t.g.v. de exploitatie. Zodoende heeft de opvolging van het advies van de accountant geen verdere financiele gevolgen en voldoen we aan de richtlijnen hieromtrent (de BBV).

Tot en met 2019 wordt er jaarlijks € 252.498 onttrokken.

Het inzetten van het verkoopresultaatvan af te stoten maatschappelijke locaties om de realisatie van MFA’s te realiseren (zie B&W-besluit 12/7/16).

Voeding door middel van verkoopopbrengsten bij afstoten - en onttrekkingen bij doorontwikkelingen van maatschappelijke lokaties. Deze reserve wordt gevoed wanneer een maatschappelijke locatie verkocht wordt. Wanneer dit zich voordoet, is vooraf niet geheel in te schatten.
In 2018 is de voorheen maatschappelijke locatie Herpenstraat  60 verkocht. De asbestsaneringskosten van Herpenstraat 60 zijn helaas een stuk hoger uitgevallen dan geraamd. Hierdoor halen we niet de geraamde verkoopwinst van € 315.351, maar wordt deze   € 282.935. Dit bedrag is aan de reserve toegevoegd.

Nog niet bekend.

Over de wijze waarop het verkoopresultaat wordt ingezet voor de realisatie van MFA’s, zullen wij u nader adviseren en informeren. In  Programmabegroting 2018 is een offerte (nr. 20) opgenomen, waarin voor € 155.000 aanpassing functionele verbouwing van de Balans wordt geclaimd ter dekking van de kapitaallasten.  

Handhaven zolang de raad dit noodzakelijk acht om toekomstige maatschappelijke ontwikkelingen te kunnen faciliteren.

Het parkeerfonds is in te zetten voor parkeervoorzieningen die ten goede komen aan het centrum, voor voorzieningen t.b.v. betaald parkeren buiten het centrum en voor mobiliteit door openbaar vervoer.

De financiële consequenties zijn tot en met het jaar 2030 in beeld gebracht van alle GVVP- en HOV-investeringen met bijbehorende dekkingsbronnen, bestaande uit subsidies, fonds bovenwijkse infrastructuur, parkeerfonds, combinatie met rehabilitaties wegen en algemene middelen. Hieruit blijkt dat een verlaging van de jaarlijkse onttrekking uit het parkeerfonds ten gunste van de algemene middelen met € 250.000 noodzakelijk is om voldoende middelen in het parkeerfonds beschikbaar te blijven houden (begroting 2018).

Na het negatieve resultaat in de jaarrekening 2017 van € 172.000, laat ook de jaarrekening 2018 per saldo voor de parkeerexploitatie een nadeel zien van € 247.000 ten opzichte van de begroting. Met name door een lagere bezettingsgraad en hogere onderhoudskosten ten opzichte van de begroting. Ook in 2019 blijven tot op heden de parkeerinkomsten achter op de begroting. In de Programmabegroting 2020 is zodoende een incidentele toevoeging van € 1,5 miljoen aan de BR Parkeerfonds opgenomen. Momenteel onderzoeken we op welke wijze we het parkeerbedrijf structureel gezond kunnen houden. In dit onderzoek wegen we zowel de teruglopende inkomsten als de stijgende uitgaven en nemen we, waar nodig, besluiten gericht op 2020 en verder.

Niet van toepassing.
 

Voor de realisatie van de parkeerfunctie bij Centrum Plan Hoek Promenade, dient het parkeerfonds als buffer voor aanloopverliezen in de beginjaren. Ook eventuele aanvullende projectkosten (o.a. toezicht-/advieskosten) zullen ten laste van het parkeerfonds gebracht moeten worden, evenals de parkeerexploitatie in Uden-Noord. Tot slot zullen ook de projecten uit het uitvoeringsplan GVVP (gedeeltelijk) hieruit bekostigd gaan worden.

Beleidsmatig is het uitgangspunt gekozen de uitvoering van taken in het Sociaal Domein (Wmo 2015, Jeugd en Participatie) op termijn budgetneutraal uit te voeren. Daarom heeft de gemeenteraad op 27 juni 2013 via een motie besloten het budget voor de 3 decentralisaties (Wmo2015, Jeugd en Participatie) voor dit doel te oormerken, zodat het budget ook daadwerkelijk en volledig hieraan besteed zal worden.

- Op 3 juli 2014 heeft de raad aanvullend via een amendement bij het raadsvoorstel Programmarekening 2013 besloten een bestemmingsreserve BR Sociaal Domein 2014 in te stellen, waaraan overschotten in het Sociaal Domein (uitkering Sociaal Domein en Wmo individueel) worden toegevoegd. Bij tekorten (o.a. door de open-einde regelingen) kan uit de reserve worden geput. Ondanks de recente forse structurele ophoging van het budget Jeugd in de Begrotingsnotitie 2020 zijn de uitgaven in het Sociaal Domein nog (steeds) niet als stabiel te kwantificeren. 

- De gemeenteraad heeft in de beschrijving van het doel van deze reserve de ruimte gecreëerd incidenteel extra in het Sociaal Domein te investeren met de intentie het Sociaal Domein op termijn binnen de beschikbare budgetten uit te (kunnen) voeren. Voorbeelden daarvan zijn het project “Transformatie Jeugdhulp” en het project “Preventie & Toegang Jeugd 2019 - 2022”. Een andere ontwikkeling in de nabije toekomst is de oriëntatie op de toekomstige uitvoering van de Wsw in relatie tot de Participatiewet, en wat dit (al dan niet financieel) gaat betekenen voor de rol van SW-bedrijven, zoals in onze regio IBN.

- Als gevolg van de decentralisatie per 1 januari 2015, liggen de taken en verantwoordelijkheden in het Sociaal Domein voor een groot gedeelte bij gemeenten. Om deze transitie zo goed mogelijk te laten verlopen, zijn er al veel werkzaamheden verricht. Maar de complexiteit en omvang van de transitie is enorm. Het systeem van risicobeoordeling is daarom nu nog niet op het Sociaal Domein toepasbaar. Risico's voor deelfonds Participatie, deelfonds Jeugd en deelfonds Wmo zijn daarom vooralsnog gelijk gehouden aan de omvang van de reserve Sociaal Domein, conform het aandeel van het desbetreffende deelfonds in de reserve. De risico’s m.b.t. het Sociaal Domein staan in de risicoparagraaf in de Programmabegroting 2020 in de ranking top 12 op nummer 2, 3 en 4 genoemd.

- Het exploitatieresultaat in enig jaar van de budgetten in het Sociaal Domein (Wmo 2015, Jeugd en Participatie) en Wmo individueel, wordt aan deze bestemmingsreserve toegevoegd danwel onttrokken.

- De gemeenteraad heeft eerder besloten ten laste van de reserve Sociaal Domein incidenteel extra budgetten te onttrekken voor reparatie en knelpunten regionale inkoop Jeugdhulp en bijstelling van de regionale budgettaire kaders inkoop Jeugdhulp over de jaren 2017 tem 2020. 

- Daarnaast heeft de gemeenteraad incidenteel extra middelen ter beschikking gesteld voor het regionale project “Transformatie Jeugdhulp” en het lokale project “Preventie en Toegang Jeugd 2019-2022”.

- In de Programmabegroting 2020 is een incidentele offerte (nr. 25) “Pilot Netwerk van Voorzienigen” opgenomen, waarvan wordt voorgesteld de lasten voor 2020 en 2021 te dekken door een bijdrage uit deze reserve. Beluitvorming door de gemeenteraad hierover staat gepland op 7 november 2019.
 

Er is geen noodzakelijk niveau vastgesteld.
 

-Bij tekorten in enig jaar in het Sociaal Domein (uitkering Sociaal Domein en Wmo individueel) kan uit deze bestemminsgreserve worden geput.

- Daarnaast heeft de gemeenteraad op 22 juni 2017 incidenteel voor het regionale project “Transformatie Jeugdhulp 2017 - 2018” resp. 438K en € 384K (totaal € 822K) en voor reparatie en  knelpunten en bijstelling van het regionale budgettaire kader inkoop Jeugdhulp over 2017 en 2018 éénmalig een extra budget van resp.€ 455K
en € 450K (totaal € 905K) ten laste van deze reserve beschikbaar gesteld (totaal besluit: € 1.727K).

- Op 5 juli 2018 heeft de gemeenteraad opnieuw ingestemd met de bijstelling van het regionale Inkoopkader Jeugd 2018 en van het regionale Inkoopkader Jeugd 2019. Hiervoor is incidenteel resp. een budget van € 640K en € 1.125K ten gunste van de exploitatie Jeugd aan deze reserve onttrokken (besluit € 1.765K).

- Op 4 april 2019 heeft de raad voor het lokale project “Preventie en Toegang Jeugd 2019 - 2022” incidenteel een extra budget van resp.€ 300K, € 107K, € 148K en € 90K (totaal besluit € 645K) ten laste van deze reserve beschikbaar gesteld.

- Op 27 juni 2019 heeft de gemeenteraad ingestemd met een bijstelling van het regionale budgettaire kader inkoop Jeugdhulp 2019 en 2020 met resp. € 653K en € 1.313K (totaal € 1.966K).

- In de Programmabegroting 2020 is een incidentele de offerte (nr. 25) “Pilot
Netwerk van Voorzienigen” opgenomen waarvan wordt voorgesteld de lasten
voor 2020 en 2021 te dekken door een bijdrage uit deze reserve van resp.
€ 250K en € 205K (totaal € 455K). Beluitvorming door de gemeenteraad hier-
over staat gepland op 7 november 2019.
 

De Bestemmingsreserve sociaal domein had drie functies;

1. Het was een egalisatiereserve

2. Een ontwikkelbudget

3. Een risicoreserve.

Ad 1: Met ingang van 2020 (Begrotingsnotitie 2020) is het systeem van oormerken losgelaten. De functie van egalisatiereserve is hiermee komen te vervallen. Alle + + en - - komen ten gunste of ten laste van de exploitatie. Dit is bijvoorbeeld zichtbaar door de structurele toevoeging van € 1,5 miljoen aan Jeugd ten laste van de exploitatie.

Ad 2: Met ingang van 2020 is het sociaal domein op dezelfde wijze integraal afgewogen als alle overige taakvelden. Dit komt bijvoorbeeld tot uitdrukking door de opname van een incidenteel ontwikkelbudget voor het sociaal domein van € 100.000 in 2020 en € 100.000 in 2021 ten laste van de exploitatie. De motivering hierbij is dat zodoende armslag aanwezig is voor het college om snel te anticiperen op ontwikkelingen die nu nog niet bekend zijn. Hiermee komt de functie van ontwikkelbudget te vervallen.

Ad 3: Als gemeente Uden hebben we een gemeentebrede systematiek van het kwantificeren van risico's. Omdat het tot nu toe nog niet goed mogelijk was een risico inschatting van de risico's rondom het sociaal domein te maken volgens deze methode, is ervoor gekozen om de risico's gelijk te houden aan de reserve sociaal domein. De doelstelling was en is om ook voor het sociaal domein aan te sluiten bij de gemeentebrede systematiek. Dit is ook conform de methode zoals gemeente Landerd dat doet. Dit zal een groeimodel worden. Ook op dit moment zijn er nog veel onduidelijkheden binnen het sociaal domein, waardoor het lastig is om een risico inschatting te maken. De inschatting die we bij de jaarrekening 2019 gaan maken, brengen we zoals alle risicoinschattingen ten laste van de algemene middelen. Hiermee vervalt ook deze 3e functie van risicoreserve.
 

Gemeenten kunnen subsidie uit het Europees Sociaal Fonds (ESF) voor arbeidsmarkt gerelateerde projecten bij het Agentschap SZW aanvragen. Aan deze reserve wordt het surplus uit de toegekende en ontvangen subsidies Europees Sociaal Fonds (ESF) toegevoegd dat voor arbeidmarkt gerelateerde projecten ingezet dient te worden (con-form het additionaliteitsbeginsel).

Voor- en/of nadelen op ESF-projecten worden in deze reserve gestort of onttrokken. Op 24 mei 2017 heeft het Agentschap SZW voor het regionale project “Noordoost-Brabant Iedereen naar Arbeid 2” opnieuw een ESF-subsidie verleend. Dit ESF-project kent een looptijd van 1 januari 2017 t/m 31 december 2018.  Eind november 2019 staat de controle van deze subsidie door het Agenschap SZW gepland.  

Er is geen noodzakelijk niveau vastgesteld. 
 

Voor- en/of nadelen op ESF-projecten worden aan deze reserve toegevoegd of onttrokken. Het surplus uit de toegekende en ontvangen subsidies Europees Sociaal Fonds (ESF) dient voor arbeidmarkt gerelateerde projecten ingezet te worden. 

Handhaven.

Kwaliteitsverbetering van het buitengebied bevorderen door het verstrekken van subsidie voor sloop van ongewenste bebouwing in het buitengebied, en het bevorderen van natuur- en landschapsontwikkeling.

De bestemmingsreserve zal uitsluitend worden gevoed uit de bijdragen gebaseerd op de Bijdrageregeling woningbouw en sloopvergoeding in het kader van Buitengebied in Ontwikkeling.

Niet van toepassing.
 

De middelen zullen worden besteed aan het bevorderen van sloop van ongewenste bebouwing in het buitengebied, al dan niet in combinatie met bedrijfsverplaatsing van intensieve veehouderijen. Tevens zal een deel van de middelen worden besteed aan de voor de gemeente Uden geldende beleidsdoelen inzake natuur- en landschap.

Prioritering van claims:
- Subsidie voor sloop (iv) stallen zonder terugbouw
- Subsidie met verplaatsing intensieve veehouderij
- Projecten t.b.v. versterking natuur en landschap

De raad heeft in december 2018 € 144.000 toegekend aan natuurgebiedsplan Agro As de Peel (project Houtvennen).
In 2019 dient deze reserve nog als achtervang voor co-financiering Landschap van Allure.

Op 16 mei 2013 heeft uw raad besloten tot het instellen van deze reserve. In de Verordening Ruimte wordt verplicht gesteld dat ruimtelijke ontwikkelingen in het buitengebied bij moeten dragen aan de verbetering van de kwaliteit van het landschap. Ruimtelijke ontwikkelingen in het buitengebied die in strijd zijn met het geldende bestemmingsplan maar waaraan vanuit ruimtelijke overwegingen toch medewerking kan worden verleend, moeten bijdragen aan deze verbetering van de kwaliteit van het landschap. 

Op 26 september 2019 heeft uw raad besloten om een Bomenfonds in te stellen als onderdeel van de landschapsinvesteringsregeling, met dien verstande dat de specifieke budgetten afzonderlijk gelabeld blijven. Dit Bomenfonds is noodzakelijk voor de juridische borging voor het opleggen van een eventueel op te leggen financiële herplantverplichting bij de kap van bomen. Een en ander comform door uw raad vastgesteld Bomenbeleidsplan.

De bestemmingsreserve zal worden gevoed o.b.v. een berekeningsmethode waarbij de waardestijging van de grond wordt bepaald door de planologische wijziging. Voor zover geen volledige compensatie in “natura” plaatsvindt, dient een compensatiebedrag gestort te worden. 

Voeding van gelabeld budget Bomenfonds vindt plaats uit incidenteel op te leggen financiële herplantverplichtingen, wanneer ter plaatse van de kap van bomen niet aan de herplantverplichting kan worden voldaan.

Niet van toepassing.
 

De middelen zullen worden aangewend voor projecten genoemd in het landschapsbeleidsplan en de geldende structuurvisie/omgevingsvisie van de gemeente Uden.

De middelen uit het bomenfonds zullen, conform vastgesteld bomenbeleidsplan, worden aangewend voor een duurzaam herstel en instandhouding van de gemeentelijke bomenhoofdstructuur.

Handhaven.

Op 28 februari 2008 heeft de raad besloten om de reserve Sociale Woningbouw (Nr. 8312) om te zetten in een reserve Leefbaarheid. Uitgangspunt hierbij is dat de reserve sociale woningbouw niet meer ingezet behoeft te worden voor lagere grondprijzen voor de sociale woningen, maar aangewend kan worden voor projecten / investeringen die de leefbaarheid in de wijken ten goede komt.
De reserve is bedoeld voor de uitvoering van het programma “Samen Bouwen aan Uden” dat in samenwerking tussen Area en gemeente is opgesteld en waarvoor een gezamenlijk programmabureau is opgericht.Na het opmaken van de programmarekening 2009 zijn beide reserves gesplitst.

De raad heeft op 25 juni 2009 besloten Є 2 miljoen beschikbaar te stellen voor de uitvoering van de prestatie-afspraken met Area waarin is afgesproken dat ‘iedere partij op voorhand het budget van € 2 miljoen beschikbaar stelt’. Mocht de reserve niet toereikend zijn dan zal conform raadsbesluit het verschil in saldo worden gedekt uit de ABR van het grondbedrijf. De prestatieovereenkomst liep van 1 juli 2009 tot 1 januari 2011. Medio 2010 is deze uitgewerkt in een convenant ‘Samenwerking Ruimtelijke projecten SVUwonen’.
De reserve zou worden gevoed met een storting van € 5 per m² verkochte vrije sector woningbouwgrond, die voorheen in de BR sociale woningbouw werd gestort. Vanwege de achterblijvende voeding uit de BR sociale woningbouw is bij het Meerjarenperspectief grondbedrijf een voeding van jaarlijks € 500.000 van 2010 tot en met 2013 ten laste van de Algemene BedrijfsReserve grondbedrijf opgenomen. Deze reserve wordt niet meer gevoed en er worden geen nieuwe projecten meer ten laste van deze reserve gebracht, conform besluitvorming 15 december 2016.

Niet van toepassing.
 

De uitgaven vloeien voort uit het convenant. Het restant van deze reserve dient conform het B&W besluit van 12-4-2011 beschikbaar gehouden te worden voor de afwikking van gezamenlijke afgesproken en gestarte projecten door het programmabureau. Reeds opgevoerde projecten worden nog afgerond en er komen geen nieuwe claims bij.

Op 15 december 2016 is het besluit genomen om deze reserve af te sluiten. Op het moment dat aan de lopende verplichtingen van deze reserve is voldaan, wordt deze reserve afgesloten. Eventuele restanten vloeien terug naar de Algemene BedrijfsReserve van het grondbedrijf dat als voorfinancierder heeft gefungeerd. De laatste nog ten laste van deze voorziening af te ronden projecten waren Schoutenhoek/Rentmeestershoef en binnenplanse verevening Retraitehuis. Inmiddels is Schoutenhoek/Rentmeestershoef afgewikkeld en kan een bedrag van € 78.000,- vrij vallen. Het gereserveerde bedrag voor Retraitehuis
(€ 290.570,-) dient in afwachting van concrete plannen te worden gehandhaafd..
 

De Reserve Bovenwijkse Voorzieningen (RBI)  is bedoeld voor de realisering van bovenwijkse (buiten plangebied / gebiedsoverstijgende) infrastructurele voorzieningen.

Deze reserve bestaat al vele jaren en werd tot 1-1-2007 gevoed met een storting van € 10 per m² verkochte grond dan wel te realiseren m2 bruto vloeroppervlak (bvo). Om de geplande investeringen uit het meerjareninvesteringsprogramma uit de reserve te kunnen dekken, bleek een verhoogde storting van € 15 per m2 / bvo nodig. Hiermee heeft de raad bij besluit van 28 februari 2008 ingestemd. Ook vanuit particuliere initiatieven wordt aan deze reserve bijgedragen. Bij de jaarlijkse actualisering van de grondexploitaties wordt aan de Raad een geactualiseerd meerjareninvesteringsprogramma met bijbehorende dekking gepresenteerd. Deze reserve wordt niet meer gevoed en er worden geen nieuwe projecten meer ten laste van deze reserve gebracht, conform besluitvorming 15 december 2016. In 2019 gaat er vanuit de RBI een bedrag van € 48.163 over naar de Reserve Bovenwijkse Voorzieningen.

Vastgesteld meerjareninvesteringsprogramma.

Beschikkingen vinden plaats o.b.v. het investeringsprogramma uit het bijgestelde MeerjarenPerspectief 2019 van het grondbedrijf. Reeds opgevoerde projecten worden nog afgerond en er komen geen nieuwe claims bij. 

Handhaven. Op 15 december 2016 is het besluit genomen om voor Bovenwijkse Voorzieningen een nieuwe reserve in te stellen. Op het moment dat aan de lopende verplichtingen van deze reserve is voldaan, wordt deze reserve afgesloten en wordt het evt. saldo toegevoegd aan de Reserve Bovenwijkse Voorzieningen.

Deze reserve is ingesteld bij de vaststelling van Programmabegroting 2004. De reserve is bedoeld voor bestedingen aan groenvoorzieningen in het buitengebied (zoals het Landschapsbeleidsplan), en de realisering van ‘reconstructiedoeleinden in het buitengebied / vitaal platteland’ alsmede voor groenstructuren op stedelijk niveau. Ook loopt de ‘rood-voor-groen-koppeling’ die door de provincie als eis gesteld kan worden bij nieuwe planontwikkeling, via deze bestemmingsreserve.

De reserve wordt gevoed met een storting van € 5 per m2 verkochte grond dan wel bvo. Ook vanuit particuliere initiatieven wordt aan deze bestemmingsreserve bijgedragen. Bij de jaarlijkse actualisering van de grondexploitaties wordt aan de Raad een geactualiseerd meerjareninvesteringsprogramma met bijbehorende dekking gepresenteerd. Deze reserve wordt niet meer gevoed en er worden geen nieuwe projecten meer ten laste van deze reserve gebracht, conform besluitvorming 15 december 2016.

Vastgesteld meerjareninvesteringsprogramma.

Beschikkingen vinden plaats o.b.v. het investeringsprogramma uit het bijgestelde MeerjarenPerspectief 2019 van het grondbedrijf. Reeds opgevoerde projecten worden nog afgerond en er komen geen nieuwe claims bij.

Handhaven. Op 15 december 2016 is het besluit genomen om voor Bovenwijkse Voorzieningen een nieuwe reserve in te stellen. Op het moment dat aan de lopende verplichtingen van deze reserve is voldaan, wordt deze reserve afgesloten en wordt het evt. saldo toegevoegd aan de Reserve Bovenwijkse Voorzieningen.

De Reserve Bovenwijkse Voorzieningen (RBV) is bedoeld voor de realisering van bovenwijkse (buiten plangebied / gebiedsoverstijgende) voorzieningen.

Deze reserve is per 2017 ingevoerd naar aanleiding van het raadsbesluit op 15 december 2016 over de Nota Grondbeleid 2017 en de Nota Kostenverhaal 2017.
De RBV wordt gevuld met bijdragen vanuit anterieure overeenkomsten, exploitatieplannen of posterieure overeenkomsten. Daarnaast zal ook de gemeente Uden, als initiatiefnemer, vanuit de gemeentelijke grondexploitaties  bijdragen aan deze Reserve. Als basis geldt een bijdrage van € 14,90 per m² bouwterrein of € 14,90 per m² BVO als deze laatste hoger is (NEN 2580) in geval van een grex-bouwplan. Conform raadsbesluit 2017 wordt een eventueel saldo van de RBI en de RGB toegevoegd aan deze reserve. Voor 2019 komt er vanuit de RBI een bedrag van € 48.163,- . De onttrekking aan deze Reserve heeft betrekking op de (deel) financiering van de investeringen die op de Investeringslijst staan die is opgenomen in de Nota Kostenverhaal 2017. Deze reserve is nodig omdat de investeringen en het moment waarop de bijdragen voor deze investeringen door de gemeente worden ontvangen, zich veelal niet tegelijkertijd voordoen.

Conform Investeringslijst uit Nota Kostenverhaal 2017 en aanvullende besluitvorming hierover.

Beschikkingen vinden plaats o.b.v. het investeringsprogramma uit het bijgestelde Meerjarenperspectief van het grondbedrijf.

De compensabele BTW die kan worden toegerekend aan activiteiten waarvan de kosten worden verhaald, komt ook in aanmerking voor kostenverhaal (op basis van de Gemeentewet en de Wet Milieubeheer). Voor Uden betreft dit de afvalstoffen (€ 572.525) - en rioolheffing ( € 457.022). Via deze technische reserve wordt de btw toegerekend aan deze producten. 

Er wordt jaarlijks een vast bedrag van € 1.029.547 zowel toegevoegd als onttrokken uit deze reserve.

Het betreft een technische reserve om de btw toe te rekenen aan de afvalstoffen- en rioolheffing. Ultimo boekjaar is de stand van deze BR  € 0. 

Handhaven.

Jaarlijks in december wordt uw Raad een voorstel gedaan tot overhevelen van budgetten.
Volgens de geldende boekhoudvoorschriften dient hiervoor een reserve ingesteld te worden.
 

Voeding vindt plaats vanuit de bestaande reeds gevoteerde budgetten.

Niet van toepassing. 

Dit bedrag is volledig geclaimd conform raadsvoorstel.