Afdekken verliezen en winstnemingen
Op basis van de geldende voorschriften (BBV) en het beleid van de provincie in het kader van het financieel toezicht op de gemeenten, dient bij de grondexploitatie het principe van ‘goed koopmansgebruik’ toegepast te worden. Dit houdt in dat (nagenoeg) vaststaande verliezen meteen moeten worden genomen/afgedekt (voorzichtigheidsprincipe) en dat winsten pas worden genomen als die ook daadwerkelijk zijn behaald (realisatieprincipe).
Bij de jaarlijkse opstelling/actualisering van het Meerjarenperspectief van het grondbedrijf en het opmaken van de programmarekening worden deze principes dan ook gehanteerd. Voor complexen met een verwacht negatief resultaat wordt ter hoogte van de netto contante waarde van het verlies een voorziening gevormd. Deze voorziening wordt jaarlijks geactualiseerd.
Voor tussentijdse winstneming wordt de “percentage of completion”-methode gehanteerd. Dat wil zeggen dat winst genomen wordt voor zover deze in de reeds gerealiseerde verkopen behaald is. Voor de berekening hiervan wordt aangesloten bij de door de BBV-Commissie in maart 2018 voorgeschreven rekenmethode.
Met ingang van 2016 kunnen stortingen in fondsen ten behoeve van o.a. bovenwijkse voorzieningen volgens de methode die in de gemeente Uden wordt toegepast niet meer tot de kosten worden gerekend. Deze bijdrage wordt gezien als tussentijdse winstneming. Op 15 december 2016 is de Nota Kostenverhaal 2017 vastgesteld. Hierin is opgenomen dat de bijdrage aan bovenwijkse voorzieningen per 1 januari 2017 € 14,90 per verkochte m2 van een winstgevende grondexploitatie zal zijn.
Eventuele tussentijdse winstneming komt deels ten goede aan de Reserve Bovenwijkse Voorzieningen en deels ten goede aan de Algemene Reserve (grondbedrijf).
In onderstaande tabel de verwachten (tussentijdse) winstnemingen voor de jaren 2019 t/m 2023 gesplitst naar af te dragen i.v.m. fondsbijdrage en overige winstnemingen.