Analyse jaarrekeningresultaat
Het jaarrekeningresultaat over 2019 bedraagt € 3.151.000 voordelig.
Onderwerp | Resultaat | Voordeel/nadeel |
---|---|---|
Verkeer en vervoer | € 481.000 | V |
Bij het afsluiten van de onderhanden werken met betrekking tot wegen is een incidenteel voordeel ontstaan van € 300.000. Daarnaast zijn er ook nog projecten die doorgeschoven naar volgend jaar waardoor er een incidenteel voordeel is ontstaan van € 181.000. |
||
Onderwijs | € 161.000 | V |
Het incidentele voordeel wordt met name veroorzaakt door een meevaller bij de huisvesting basisonderwijs, een voordeel bij het Onderwijsachterstandenbeleid en lagere groei m.b.t. peuteropvang dan verwacht. | ||
Sport, cultuur en recreatie | € 260.000 | V |
Met name het doorschuiven van investeringen ter waarde van € 123.000 (park Moleneind en accommodatie IKC-Oost) en minder uitgaven bij het groenonderhoud € 137.000) en uitgestelde areaaluitbreiding m.b.t. het Landschap van Allure zorgen voor een incidenteel voordeel. | ||
Sociaal domein | € 1.657.000 | V |
Met betrekking tot asielinstroom, maatschappelijke begeleiding asielgerechtigden en een subsidie voor Mantelzorg wordt een incidenteel voordeel behaald van €491.000. Evenals in 2018 kunnen er meer kosten verantwoordt worden onder OAB gelden. Dit leidt in 2019 tot een incidenteel voordeel van € 402.000. Met ingang van de Programmabegroting 2020 zijn deze voordelen structureel verwerkt. Het aantal bijstandsgerechtigden is in 2019 verder afgenomen. Daardoor is er een incidenteel voordeel van € 656.000 behaald. Tenslotte is het project armoedebeleid vertraagd van start gegaan. Dit resulteert in een incidenteel voordeel van |
||
Bedrijfsvoering | € 1.000.000 | V |
Er zijn enkele incidentele meevallers in de bedrijfsvoering namelijk een positieve meeropbrengst (1,5 %) bij de gemeentelijke belastingen (OZB), minder opbrengsten bij de invorderingen en een niet begrootte extra decentralisatie uitkering m.b.t. klimaatakkoord. Deze leiden tot een incidenteel voordeel van € 1.000.000. | ||
Bestuur | € 1.000.000 | N |
Op basis van de actuariële berekening wordt de noodzakelijk geachte hoogte van de pensioenvoorziening wethouders berekend. Er moet in 2019 ruim €1.000.000 worden bijgestort om de voorziening op het gewenste niveau te krijgen. | ||
Diverse afwijkingen < € 100.000 | € 592.000 | V |
Voor de verdere onderbouwing van deze afwijkingen verwijzen we naar de analyse per programma onder "voortgang doelen, wat heeft het gekost". | ||
Totaal | € 3.151.000 | V |