Overzicht baten en lasten
In dit overzicht wordt duidelijk gemaakt op welke wijze de overhead in het overzicht baten en lasten tot uitdrukking komt. Leidend hierbij zijn BBV artikelen 17 (programmabegroting) en 27 (programmarekening).
Rekening 2018 |
Begroting 2019 incl. wijzigingen |
Rekening 2019 | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving (programma) | Lasten | Baten | Saldo | Lasten | Baten | Saldo | Lasten | Baten | Saldo |
1. Veiligheid | 2.420 | 7 | 2.413 | 2.792 | 7 | 2.786 | 2.668 | 7 | 2.661 |
2. Verkeer en vervoer | 5.211 | 603 | 4.607 | 5.336 | 207 | 5.130 | 5.214 | 609 | 4.605 |
3. Economie | 1.169 | 527 | 642 | -511 | 498 | -1.009 | -333 | 514 | -847 |
4. Onderwijs | 4.350 | 369 | 3.981 | 5.298 | 969 | 4.328 | 4.999 | 834 | 4.166 |
5. Sport, cultuur en recreatie | 12.112 | 3.522 | 8.590 | 13.243 | 2.223 | 11.020 | 12.773 | 2.193 | 10.581 |
6. Sociaal domein | 50.261 | 13.541 | 36.720 | 53.480 | 13.015 | 40.466 | 51.794 | 13.912 | 37.882 |
7. Volksgezondheid, milieu en duurzaamheid | 12.296 | 11.252 | 1.044 | 12.945 | 11.044 | 1.901 | 12.863 | 11.082 | 1.782 |
8. Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing | -674 | 4.275 | -4.949 | -494 | 166 | -659 | 2.579 | 5.842 | -3.263 |
9. Bedrijfsvoering | 2.921 | 4.886 | -1.965 | 2.883 | 4.461 | -1.578 | 2.668 | 4.679 | -2.011 |
10. Bestuur en dienstverlening | 2.878 | 809 | 2.069 | 3.503 | 935 | 2.567 | 4.564 | 915 | 3.648 |
Algemene dekkingsmiddelen | 0 | 72.359 | -72.359 | 0 | 74.926 | -74.926 | 0 | 75.195 | -75.195 |
Overhead | 9.727 | 192 | 9.535 | 10.953 | 123 | 10.830 | 10.696 | 190 | 10.507 |
Heffing VPB | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bedrag onvoorzien | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 102.671 | 112.342 | -9.671 | 109.428 | 108.573 | 856 | 110.486 | 115.970 | -5.484 |
Toevoegingen en ontrekkingen aan reserves per programma | 31.955 | 24.853 | 7.102 | 26.748 | 27.604 | -856 | 30.898 | 28.565 | 2.333 |
Resultaat |
134.626 |
137.195 | -2.569 | 136.176 | 136.176 | 0 | 141.384 | 144.535 | -3.151 |
Overhead
Met ingang van 2017 wordt de overhead centraal begroot en verantwoord op het overzicht overhead via taakveld 0.4 Overhead, ondersteuning organisatie. Met ingang van 2017 is er een nieuw programma Bedrijfsvoering toegevoegd aan het programmaplan. We hebben een clustering aangebracht in de functies die samen de totale overhead vormen en feitelijk onze bedrijfsvoering omvat. Die concrete doelstellingen per functie zijn verder uitgediept, in navolging van de overige programma's uit het programmaplan. Hiermee is er dus zowel beleidsmatig als financieel sprake van centralisatie van het begrip overhead.
De overhead wordt niet meer toegerekend aan alle producten. Voor de berekening van de lokale heffingen en andere kostendekkende tarieven dienen we extra comptabel echter wel een component overhead te berekenen. Op deze manier worden alle kosten in een tarief omgeslagen en ontstaat er door deze systeemwijziging geen begrotingstekort.
Berekening opslagpercentage overhead van de tarieven lokale heffingen
In de programmabegroting 2019 is de berekeningsmethodiek voor de overhead opgenomen. De uitkomst van de gekozen methode resulteert in een opslagpercentage van 60,23%.
Het uitgangspunt in de verslaggevingsregels van het BBV is dat de werkelijke kosten moeten worden toegerekend en niet een begroot bedrag. Voor de overhead betekent dit dat dus moet worden gerekend met de werkelijke overheadlasten. De verdeelsleutel die wordt gehanteerd (60,23% in 2019) behoeft binnen het BBV niet te worden nagecalculeerd. Dit betekent dat de voorgecalculeerde verhouding wordt gehanteerd en afgezet tegen de werkelijke kosten. Eventuele budgetverschillen binnen de overhead worden toegelicht in programma 9 Bedrijfsvoering.
Heffing Vennootschapsbelasting
Met ingang van 2016 zijn gemeenten vennootschapsbelastingplichtig. Alle gemeentelijke activiteiten zijn hiervoor tegen het licht gehouden en (door onze belastingadviseur) getoetst aan de wetgeving hieromtrent. Vanwege vele landelijke onduidelijkheden in de afgelopen jaren is diverse malen uitstel tot het doen van aangifte verleend door de Belastingdienst. De aangifte 2016 is uiteindelijk in februari 2019 ingediend.
Op basis van onze inventarisatie en uitgangspunten worden de volgende activiteiten in de aangifte betrokken:
- Grondbedrijf
- Afval (reststromen en bedrijfsafval)
- Parkeren (vrijgesteld)
- Kermissen (vrijgesteld)
De aangifte 2016 leidt tot een fiscaal verlies van € 1.186.770, de aangifte 2017 tot een verlies van € 2.364.604 (deze aangiften zijn nog niet beoordeeld door de Belastingdienst). De aangiften 2018 en 2019 worden momenteel nog opgesteld en moeten respectievelijk voor 1 mei en 1 juni 2020 ingediend worden. Echter wij verwachten over deze jaren geen vennootschapsbelasting te moeten betalen. Dit mede omdat het fiscale verlies van 2016 en 2017 voor 9 jaar voorwaarts gecompenseerd kan worden (t/m 2025). Omdat de Belastingdienst de aangifte van 2016 nog niet beoordeeld heeft en hier theoretisch nog een correctie uit kan komen, is er voorzichtigheidshalve een risico opgenomen in de risicoparagraaf. Omdat de uitgangspunten voor het opstellen van de aangifte vooraf zijn afgestemd met de Belastingdienst wordt het risico laag ingeschat (€ 10.000).
Bedrijfsvoeringsverklaring
In de Bedrijfsvoeringverklaring (PDF, 92.2 kB)verklaart het college en ambtelijk management dat de interne risicobeheersings- en controlesystemen adequaat en effectief zijn en geeft een onderbouwing hiervoor. Uitgangspunt voor de bedrijfsvoeringverklaring is COSO, een managementmodel dat internationaal en nationaal gebruikt wordt. Dit model richt zich op de interne controle van een organisatie. Het geeft eigenlijk kaders mee op basis waarvan je de interne controle kunt uitvoeren.
Voor toelichting op interne controle en risicomanagement binnen de gemeente Uden verwijzen we naar programma 9 Bedrijfsvoering, onderdeel financiën en toezicht.
Er zijn ontwikkelingen gaande ten aanzien van de bedrijfsvoeringsverklaring. Met ingang van 1 januari 2021 zijn gemeenten zelf verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid. Dat betekent dat het college van burgemeester en wethouders zelf een rechtmatigheidsverantwoording moet afleggen. De inhoud van de bedrijfsvoeringsverklaring zoals de gemeente Uden die nu heeft zal gaan wijzigen. Op welke wijze is nog niet duidelijk. De commissie BBV en het ministerie van binnenlandse zaken zullen naar verwachting medio 2020 komen met kaders en richtlijnen voor gemeenten.
We zullen dan een plan van aanpak maken van de werkzaamheden die nodig zijn om te komen tot een dergelijke verklaring. Hierbij zal afstemming met het college en de raad plaats vinden. Tot die tijd houden we nauw contact met de VNG en collega gemeenten om informatie/kennis uit te wisselen.