Bestedings- en dekkingsplan

Onderstaand een globale financiële doorrekening van de diverse posten. Tijdens het opstellen van deze prognose beschikten we nog niet over de mei-circulaire. Zoals bekend moeten gemeenten hun Programmabegroting in ieder geval baseren op deze circulaire. Eventuele financiële gevolgen (uit die meicirculaire) voor de algemene uitkering, nemen we mee in de Programmabegroting 2020. 

In deze presentatie zijn de financiële gevolgen van de offertes nog niet meegenomen. De integrale afweging van de offertes zal plaats vinden als onderdeel van Programmabegroting 2020. Bij deze afweging is de doelstelling van het college een structureel sluitende begroting in alle jaarschijven.

(bedragen x € 1.000 / - is negatief en + is positief)

Toelichting structureel

1. Saldo Programmabegroting 2019-2022

Programmabegroting 2019 is de meest actuele, door de raad vastgestelde, programmabegroting. Die begroting bevat een structurele doorkijk tot 2022. De meerjarenbegroting is met ingang van 2021 structureel sluitend. Het tekort in 2019 van € 617.000  wordt gedekt door een bijdrage uit de Algemene reserve.
Het Provinciaal financieel toetsingskader schrijft voor dat de Programmabegroting van een gemeente in ieder geval voor het komende jaar structureel sluitend moet zijn, of anders op termijn aanneembaar structureel sluitend wordt. Ons streven is een structureel sluitende begroting in alle jaren.

2. Doorverdeling kostenplaatsen

De doorbelasting van met name salariskosten en overhead vindt plaats op basis van ervaringscijfers uit voorgaande jaren, nieuwe plannen voor het komend jaar en de prognoses zoals berekend in meerjarenbeleidsplannen zoals het v-GRP. Per saldo kunnen we structureel € 59.000 meer uren + overhead doorverdelen naar rendabele producten.  Het aantal productieve uren van afdeling Ruimte was te laag geraamd. Correctie hiervan levert een structureel nadeel van  € 167.000, dit wordt nu gecorrigeerd in dit basisbeeld. Verder is de verwachting dat we de te betalen BTW op sport ad € 150.000 volledig kunnen terugvorderen bij de belastingdienst.

3. Nog te verwerken college/raadsbesluiten met financiële gevolgen voor 2019 e.v.

Na vaststelling van de Programmabegroting 2019 zijn er diverse college- en raadsbesluiten genomen met financiële gevolgen. Deze gevolgen worden nu meegenomen in het bestedings- en dekkingsplan.

(bedragen x € 1.000 / - is negatief en + is positief)

 4. Structurele mee- en tegenvallers n.a.v. de jaarrekening analyse 2018

Uit de analyse van de jaarrekening 2018 zijn een aantal structurele mee- en tegenvallers te melden. Onderstaand een opsomming van die posten:

(bedragen x € 1.000 / - is negatief en + is positief)

5. Ontwikkelingen Jeugd

Zoals gemeld in de Programmarekening staan de budgetten voor jeugdzorg onder druk. Met ingang van 2015 voert de gemeente de Jeugdwet uit. De inkoop van de zorg in natura (ZIN) wordt regionaal uitgevoerd door de Centrumregeling Jeugdhulp Noordoost Brabant (Den Bosch).

Het budgettair inkoopkader voor 2019 en 2020 is vastgesteld. Voor Uden betekent dit een structurele hogere bijdrage van ca. € 1,5 miljoen. Voor 2019 en 2020 zoeken we dekking in een bijdrage uit de reserve sociaal domein. Verder verwachten we van het Rijk extra structurele middelen ter compensatie van deze tekorten. Veel gemeenten staan financieel met de rug tegen de muur. De VNG heeft zelfs onlangs (8 mei jl) een open brief in alle dagbladen gepubliceerd om aandacht te vragen voor de problemen. Het zal voor veel gemeenten een moeilijke opgave worden om een structureel sluitende begroting aan te bieden. We zullen zeker ook in gesprek moeten gaan met zorgaanbieders over o.a. tarieven, in navolging van andere regio's.

6. Ontwikkeling personeelslasten

De loonkosten van het gemeentelijk personeel berekenen we op basis van de vastgestelde formatie per 1 april 2019. De cao heeft een looptijd tot 1 januari 2019. Op 16 april zijn de onderhandelingen tussen de vakbonden en de VNG namens de werkgevers geklapt. Er ligt een bod van 4,9% in 2 jaar. De vakbonden eisen ruim 7 procent. In dit basisbeeld gaan we uit van een verhoging van 5%. Verder is in deze berekening rekening gehouden met de periodieke verhogingen.

7. Ontwikkeling prijsstijging 1,5%

Voor prijsstijging in 2020 baseren we ons op de verwachtingen van het Centraal Plan Bureau (CPB) voor prijs netto materiële overheidsconsumptie (imoc). Bron: Kerngegevens voor Nederland 2017-2020 raming  5 maart 2019. Voor 2020 gaan we uit van 1,5%. Daar waar prijsstijgingen contractueel zijn vastgelegd, houden we vast aan die percentages.

8. Vrijval kapitaallasten / actualisatie MIP

Als onderdeel van de Begrotingsnotitie is het meerjariginvesteringsprogramma (MIP) geactualiseerd. In de laatste jaarschijf  is een vrijval van € 247.000 kapitaallasten te melden. Gekeken is, óf en in hoeverre, er sprake is van noodzakelijke vervangingsinvesteringen. Verder zijn de geraamde bedragen van de diverse investeringen beoordeeld naar realiteitswaarde.  Nieuwe investeringen met ingang van 2023 worden toegevoegd aan het MIP. Van de overige investeringen wordt in ieder geval gekeken of de verwachte vervanging blijft staan of wordt verschoven.

Dit alles heeft gevolgen voor de kapitaallasten. De afwijkingen ten opzichte van de al opgenomen kapitaallasten in het Bestedings- en dekkingsplan 2019-2022 worden hier vermeld:

(Bedragen x € 1.000)

9. Rente effect (update renteparagraaf)

Het rente-effect bestaat uit diverse onderdelen. De belangrijkste effecten lichten we hieronder toe:

Rentetoerekening Bouwgronden In Exploitatie (BIE’s):
De totale boekwaarde van de BIE’s is meerjarig hoger dan geprognotiseerd in de begroting 2019. Dit komt met name door hogere kosten en vertraging in uitgiften van gronden. Hierdoor kan er meer rente worden doorbelast naar het grondbedrijf (76.000 in 2020, 172.000 in 2021, 136.000 in 2022 en 24.000 in 2023).

Daarnaast wordt het gewogen gemiddelde rentepercentage met ingang van boekjaar 2018 aangepast naar 2,65% (was 2,90%). Hierdoor kan er minder rente worden doorbelast (€ 90.000 in 2020, € 71.000 in 2021, € 65.000 in 2022 en € 65.000 in 2023).

De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag):
De rente die aan de taakvelden wordt doorbelast, wordt toegerekend op basis van een bij de begroting (voor)gecalculeerd omslagrentepercentage. De basis hiervoor is de boekwaarde per 1 januari van de vaste activa die bij de taakvelden horen. Dit rentepercentage bedraagt ook voor 2019 1,5%.
Doordat het berekende omslagpercentage iets lager is dan het afgeronde werkelijk gehanteerde omslagpercentage, levert dit een voordeel op van ongeveer € 25.000.

Overige effecten:
Diverse andere aanpassingen met kleine financiële effecten zijn tevens opgenomen in deze doorrekening
- bijdrage vanuit reserve dekking kapitaallasten
- structurele vrijval kapitaallasten naar aanleiding van afgesloten kredieten per ultimo 2018
- verschillen kapitaallasten volgens activamodule en primitieve begroting 2019

Een uitgebreide toelichting omtrent de rentetoerekening zal opgenomen worden in de financieringsparagraaf van de Programmabegroting 2020.
 

10. 1e financiële afwijkingenrapportage 2019

De 1e financiële afwijkingenrapportage is gebaseerd op de bij ons bekend zijnde ontwikkelingen in de eerste drie maanden van 2019. Een uitgebreide specificatie van de hier opgenomen bedragen is terug te vinden bij het onderdeel financiën, 1e financiële afwijkingenrapportage 2019, en als toelichting bij de diverse programma’s.

11. Neerwaartse bijstelling afdracht parkeerexploitatie 

Per saldo laat de parkeerexploitatie al jaren een tekort (minder inkomsten en hogere uitgaven) zien ten opzichte van de begroting. Er zal een nader onderzoek plaatsvinden over hoe we met dit tekort moeten omgaan. Omdat nog niet duidelijk is wat het bedrag precies is en wat een mogelijke oplossing zou kunnen zijn is dit bedrag opgenomen als P.M.

12. Offertes 2020

Bij het opstellen van het definitief bestedings- en dekkingsplan 2020-2023 als onderdeel van Programmabegroting 2020 vindt eerst de integrale afweging van alle offertes plaats. Dit alles in het licht van de dan beschikbare middelen. Vandaar een p.m.

Toelichting incidenteel

1. Saldo Programmabegroting 2019-2022

Programmabegroting 2019 is de meest actuele, door de raad vastgestelde, programmabegroting. Het incidenteel nadeel is conform raadsvoorstel ten laste gebracht van de algemene reserve vrij besteedbaar. Daarom presenteren we hier '0'.

2. Nog te verwerken college/raadsbesluiten met financiële gevolgen voor 2019 e.v.

(bedragen x € 1.000 / - is negatief en + is positief)

8. Vrijval kapitaallasten / actualisatie MIP

Met de actualisatie van het Meerjarig investeringsprogramma dienen we, conform de wetgeving, de kapitaallasten bruto structureel te ramen. Hiermee toon je als gemeente aan dat je de lasten in latere jaren ook kan dragen. Het actualiseren, doorschuiven van investeringen geeft ook altijd een incidenteel effect. In het 1e jaar van de investering worden volgens onze financiële verordening namelijk geen afschrijving en slechts een half jaar rente toegerekend.

(bedragen x € 1.000) 

10. 1e financiële afwijkingenrapportage 2019

De 1e financiële afwijkingenrapportage is gebaseerd op de bij ons bekend zijnde ontwikkelingen in de eerste drie maanden van 2019. Een uitgebreide specificatie van de hier opgenomen bedragen is terug te vinden bij het onderdeel financiën, 1e financiële afwijkingenrapportage 2019, en als toelichting bij de diverse programma’s.