Financieel-economische uitgangspunten
Financieel economisch perspectief
In maart is het Centraal Economisch Plan 2019 gepresenteerd. Hierin staat een update van het economisch perspectief. De Nederlandse economie keert terug naar een standaard groeitempo. Door ontwikkelingen in het buitenland groeit de economie minder hard. De onzekerheid rondom Brexit, de staat van de Chinese economie, het handelsbeleid van de VS en de huidige recessie in Italië liggen hieraan ten grondslag.
De arbeidsmarkt blijft krap, maar de werkloosheidsdaling is nu voorbij. De werkgelegenheid in Nederland blijft stijgen, maar in een minder hoog tempo dan voorheen. De verwachting is dat het werkloosheidspercentage in 2020 licht zal stijgen naar 4%.
De overheidsbestedingen groeien stevig, maar minder dan beoogd.
Door de krapte op de arbeidsmarkt blijft de groei achter bij de ramingen. Met name de intensiveringen bij defensie en infrastructuur lopen hierdoor achter. Het rijk verwacht een begrotingsoverschot van 1,2% BBP in 2019 en 0,8% BBP in 2020.
Uitgangspunten
Onderstaand zijn de financieel technische uitgangspunten geformuleerd. Deze uitgangspunten zijn al gehanteerd in Begrotingsnotitie 2020 en blijven ongewijzigd in deze Programmabegroting 2020.
Algemeen
Lasten en baten ramen we op basis van bestaand beleid. Nieuw of gewijzigd beleid wordt expliciet toegelicht in het bestedings- en dekkingsplan.
De rekeneenheid voor het aantal inwoners in Uden per 1-1-2020 bedraagt 41.990 (‘Bevolkings- en woningbehoefte prognose Noord-Brabant’ van Provincie Noord Brabant, geactualiseerd 31 mei 2017).
De rekeneenheid voor het aantal woonruimten Uden is 18.888 op basis van de betalingsspecificatie algemene uitkering 21 mei 2019 (woonfunctie 18.669, logiesfunctie 154, uitwonende studenten 65).
Prijsstijging
Voor de prijsstijging in 2020 baseren we ons op de verwachtingen van het Centraal Plan Bureau (CPB) voor prijs netto materiële overheidsconsumptie (imoc). Bron: Kerngegevens voor Nederland 2017-2020 raming 5 maart 2019. Voor 2020 gaan we uit van 1,5%. Daar waar prijsstijgingen contractueel zijn vastgelegd houden we vast aan die percentages.
Personeelskosten
De loonkosten van het gemeentelijk personeel berekenen we op basis van de vastgestelde formatie op 1 april 2019. Op 28 juni 2019 is er een principeakkoord bereikt voor een nieuwe gemeente cao voor de periode 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020. We verwachten dat de achterban instemt met dit nieuwe aanbod. Er lag een principe akkoord van in totaal 6,25%. Hiermee is rekening gehouden.
Onroerende zaak belastingen
De waardebepaling voor woningen en niet-woningen stellen we vast aan de hand van de waarde peildatum 1 januari 2019. Waarde mutaties compenseren we in het tarief (dat wil zeggen, een gelijkblijvende opbrengst). De tarieven worden met ingang van 2020 verhoogd met de prijsindexering (netto materiële overheidsconsumptie). Eventuele extra verhogingen worden als nieuw beleid toegelicht in het bestedings- en dekkingsplan.
Tarievenbeleid
Voor de tarieven van rioolheffing en afvalstoffenheffing gaan we uit van 100% kostendekkend.
Gronden
Het aantal geraamde m2 grondverkopen is gebaseerd op de actuele en te verwachten afzetprognoses voor woningen en bedrijventerreinen, zoals vastgelegd in het MJP 2019. De grondprijzen per complex zijn conform het grondprijsbeleid 2019 (28-2-2019).
Te ontvangen huren
We verwerken de contractueel overeengekomen prijsaanpassingen. Voor de overige ramingen sluiten we aan bij de prijsstijging (netto materiele overheidsconsumptie)
Algemene uitkering
We ramen de algemene uitkering uit het gemeentefonds volgens de meicirculaire 2019. De integratie-uitkeringen zoals Voogdij 18+, Wajong, begeleiding en WSW worden separaat gepresenteerd en worden voor desbetreffend doel geoormerkt. Verder is met ingang van 2019 een groot deel van de integratie-uitkeringen / decentralisatie-uitkeringen geïntegreerd in het algemeen deel. Het algemeen deel is volgens ons beleid en volgens de Financiële verhoudingswet vrij besteedbaar en dient ter dekking van de integrale afweging van alle wensen van college en raad.
Verbonden partijen
De bijdragen voor verbonden partijen zijn gebaseerd op kadernota’s en begrotingen 2020 van de verbonden partijen.
Rente
Voor de berekening van de totale rentekosten tellen we alle betaalde rente over aangetrokken lang- en kortlopende gelden op. De terugontvangen rente van derden wordt hiermee verminderd. We berekenen 1,5% over onze eigen financieringsmiddelen (renteomslag). We hanteren de rentenotitie van de BBV.
Voor het grondbedrijf rekenen we met een rentepercentage van 2,65%.
Afschrijvingen
Het afschrijvingsbeleid dat wij hanteren is vastgelegd in de Financiële verordening gemeente Uden.
Overhead
Overhead wordt niet doorbelast. Overhead wordt alleen toegerekend aan grondexploitaties en investeringen. Daar waar sprake is van ‘tarieven’ berekenen we de overhead extracomptabel.
Vervangingsinvesteringen
Vervangingsinvesteringen worden geïnventariseerd en beoordeeld bij de Begrotingsnotitie. Bij noodzaak tot vervanging worden de lasten opgenomen in het basisbeeld.