Wet Hof / EMU-saldo
De Europese regeringsleiders hebben in 2011 afspraken gemaakt om de financiële stabiliteit van de EU en de eurozone te waarborgen. De Europese afspraken ten aanzien van begrotingsdiscipline zijn in Nederland opgenomen in de Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof). Voor decentrale overheden vloeien hier verplichtingen uit voort.
Schatkistbankieren
Het kabinet wil dat gemeenten hun overtollige middelen niet meer overal kunnen stallen. Hiervoor is per 15 december 2013 de Wet Schatkistbankieren van kracht geworden. De Wet verplicht alle decentrale overheden om hun overtollige (liquide) middelen, boven een bepaald drempelbedrag, aan te houden in de schatkist. Het woord ‘overtollig’ verwijst naar alle middelen die decentrale overheden niet onmiddellijk nodig hebben voor de publieke taak. Een decentrale overheid behoudt, op basis van de wet Fido, de mogelijkheid om leningen te verstrekken en uitzettingen te verrichten uit hoofde van de publieke taak. Deelname aan schatkistbankieren verandert daar niets aan.
De komende jaren verwachten wij, als gevolg van de grote onderhanden werken positie, geen overtollige middelen te bezitten. De financiële gevolgen van het verplicht schatkistbankieren zijn naar verwachting voor onze gemeente dan ook te verwaarlozen.
In onderstaande tabel zijn de drempelbedragen in € voor de komende vier jaren opgenomen:
(1) | Berekening drempelbedrag | ||||
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | ||
(4a) | Begrotingstotaal verslagjaar | 119.796.000 | 116.262.000 | 113.723.000 | 112.818.000 |
(4b) | Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan € 500 miljoen | 119.796.000 | 116.262.000 | 113.723.000 | 112.818.000 |
(4c) | Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat | 0 | 0 | 0 | 0 |
(1) = (4b)*0,0075 + (4c)*0,002 met een minimum van €250.000 | 898.470 | 871.965 | 852.923 | 846.135 |
Wet Hof
Macro-norm
Sinds Nederland deel uitmaakt van de Economische en Monetaire Unie (EMU) wordt voor het begrotingssaldo een definitie gebruikt die binnen de gehele EMU hetzelfde is, het EMU-saldo. Het EMU-saldo is het saldo van de inkomsten en uitgaven van de overheid. Het EMU-saldo van de lokale overheid telt mee voor het EMU-saldo van de totale overheid. In het Verdrag van Maastricht (1992) is afgesproken dat het EMU-tekort van een land max. 3% BBP (Bruto Binnenlands Product) mag zijn.
In de wet staat dat gemeenten een gelijkwaardige bijdrage moeten leveren aan het terugdringen van het EMU-tekort. Het EMU-saldo ofwel het nationale begrotingstekort mag niet groter zijn dan 3% van het bruto binnenlands product (bbp). Het aandeel daarin voor decentrale overheden bedraagt tot en met 2022 0,4%.
Ambitie en tekortnorm EMU-saldo decentrale overheden
Het kabinet heeft in 2019 besloten om de EMU-norm beleidsneutraal door te trekken tot 2022 (0,4% voor decentrale overheden). Dat betekent dat er geen onderverdeling naar bestuurslaag is gemaakt en er geen (individuele) sancties van toepassing zijn. Deze meerjarige afspraak is besloten om tot en met 2022 bestuurlijke rust en duidelijkheid te creëren voor alle partijen inzake de EMU-norm. Er is voorlopig dus nog geen sprake van individuele sancties bij overschrijding van de EMU-norm. Zodra dit wel het geval is zullen wij daar op gaan sturen.
Inzicht in individuele EMU-saldi
Met het oog op een betere raming en beheersing van het EMU-saldo wordt in het vernieuwde BBV een geprognosticeerde balans voorgeschreven en het meerjarig opnemen van het EMU-saldo in een paragraaf in de begroting. Via de geprognosticeerde balans krijgt de raad meer inzicht in de ontwikkeling van onder meer investeringen, het aanwenden van reserves en voorzieningen en in de financieringsbehoefte.
Aandachtspunt hierbij is wel dat een aantal componenten uit deze berekening moeilijk te voorspellen zijn, zoals bijvoorbeeld grond aan- en verkopen. Dit wordt veroorzaakt door de economische ontwikkelingen en het doorlopen van bijvoorbeeld planprocedures.
De meerjarige EMU-saldi van de gemeente Uden zijn als volgt:
Berekening EMU-saldo 2019-2023 (bedragen x€1.000) | |||||||
Omschrijving | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | ||
1 | Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) | -2.380 | -2.072 | -1.503 | -256 | 322 | |
2 | Mutatie (im)materiële vaste activa | -2.818 | 16.014 | -1.091 | -5.331 | -4.473 | -/- |
3 | Mutatie voorzieningen | -11.582 | -1.067 | -1.082 | -407 | -402 | +/+ |
4 | Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) | -3.817 | -6.550 | -5.554 | -5.168 | -3.801 | -/- |
5 | Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en verwachte boekwinst bij verkoop (im)materiële vaste activa | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -/- |
Berekend EMU-Saldo | -7.327 | -12.603 | 4.060 | 9.836 | 8.194 | ||
Norm EMU-saldo | -3.591 | -3.586 | -3.582 | -3.580 | -3.579 | ||
Overschrijding (-) of onderschrijding (+) ten opzichte van de norm | -3.736 | -9.017 | 7.642 | 13.416 | 11.773 |
Het EMU- saldo is gebaseerd op deze geprognosticeerde balans (PDF, 60.1 kB).