Kengetallen financiële positie
Naast genoemde prestatie indicatoren zijn gemeenten, op grond van artikel 11 van het Besluit Begroting en Verantwoording, verplicht om onderstaande kengetallen op te nemen in de programmabegroting en programmarekening.
De berekening van deze kengetallen is voor iedere gemeente identiek. Op termijn is benchmarking met andere gemeenten op basis van deze getallen dan ook mogelijk. Let wel, een percentage zelf zegt nog niet zoveel. Bij vergelijking met andere gemeenten zal bijvoorbeeld ook het voorzieningenniveau betrokken moeten worden. In overleg met het audit-comité is afgesproken vooralsnog de cijfers te verzamelen zonder er concrete doelstellingen aan te verbinden. De wetgever stelt ook geen eisen aan normering. Dit in verband met de eigenheid van gemeenten.
Kengetallen |
Rekening 2016 |
Begroting 2017 (incl. wijzigingen) |
Rekening 2017 |
Begroting 2018 (incl. wijzigingen) | Begroting 2019 | Begroting 2020 |
---|---|---|---|---|---|---|
Netto schuldquote | 75,9% | 78,4% | 76,8% | 60,8% | 81,9% | 96,8% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 64,9% | 69,4% | 66,1% | 53,2% | 74,3% | 91,9% |
Solvabiliteit | 29,5% | 27,6% | 32,9% | 36,2% | 37,5% | 33,3% |
Grondexploitatie | 27,0% | 22,5% | 28,4% | 17,5% | 31,4% | 26,5% |
Structurele exploitatieruimte | 0% | 0% | 0% | 0,2% | -1,3% | 0,1 % |
Belastingcapaciteit | 97,2% | 95,5% | 95,5% | 92,3% | 91,8% | 93,6% |
Het effect van Programmabegroting 2020 op de financiële kengetallen, is opgenomen in de financiële hoofdlijn. Daar is eveneens de waardebepaling van de financiële kengetallen opgenomen.
Netto schuldquote
Dit kengetal biedt inzicht in het niveau van de schulden ten opzichte van de eigen middelen, uitgedrukt in een percentage. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. De schuldquote verslechtert in 2020 omdat verwacht wordt dat er een geldlening van € 25 mln. aangetrokken moet worden .
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Dit kengetal wordt berekend zoals de netto schuldquote. Leningen aan openbare lichamen, woningbouwcorporaties, deelnemingen en overige verbonden partijen, worden daar vervolgens op in mindering gebracht. Bij dergelijke leningen kan er onzekerheid ontstaan of ze allemaal terug worden betaald. Met de berekening van dit kengetal wordt duidelijk wat het aandeel van de versterkte leningen in exploitatie is, en ook wat dat betekent voor de schuldenlast.
Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in hoeverre we in staat zijn om aan de financiële verplichtingen op lange termijn te voldoen. Berekend is het eigen vermogen gedeeld door het totale vermogen, uitgedrukt in een percentage. Het eigen vermogen van een gemeente bestaat volgens artikel 42 van het BBV uit de reserves (zowel de algemene reserve als de bestemmingsreserves) en het resultaat van baten en lasten. Evenals bij de netto schuldquote heeft de verwachte aantrekking van de geldlening van € 25 mln. een negatief effect op de solvabiliteitsratio.
Grondexploitatie
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zicht verhoudt tot de totale (geraamde) baten. Voor de berekening van dit kengetal worden de waarden van de niet in exploitatie genomen gronden en de bouwgrond in exploitatie bij elkaar opgeteld, en gedeeld door de totale baten uit de programmabegroting / programmarekening (artikel 17, onderdeel c, van het BBV) en uitgedrukt in een percentage. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop.
Ten opzichte van de ratio van Programmabegroting 2019 is de ratio iets verslechterd. Dit wordt met name veroorzaakt door een vetraging in uitgiften van kavels. De verwachting is dat in 2020 de doelstelling qua uitgiften wel gerealiseerd zullen worden, waardoor de boekwaarde van de bouwgronden in de exploitatie flink zal dalen.
Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal berekent de structurele baten minus lasten (gecorrigeerd met structurele mutaties in reserves) gedeeld door de totale baten (gecorrigeerd met structurele mutaties in reserves) uitgedrukt in een percentage. Hoe hoger het percentage hoe meer ruimte er is voor het doen van structurele uitgaven. De structurele lasten worden afgedekt door structurele baten wat resulteert in een percentage van 0,1%. Een positief percentage geeft aan dat er meer structurele baten zijn dan structurele uitgaven.
Belastingcapaciteit
Dit kengetal vergelijkt de lokale lastendruk van een gezin, met gemiddelde WOZ-waarde voor ozb, rioolheffing en afvalstoffenheffing, met de landelijke lastendruk van een gezin met gemiddelde WOZ-waarde voor ozb, rioolheffing en afvalstoffenheffing, uitgedrukt in een percentage. Een percentage van minder dan 100% betekent dat de lokale lastendruk lager is dan de landelijk gemiddelde lastendruk.
In 2020 verslechtert deze ratio. Dit wordt vooral veroorzaakt door de meer dan trendmatige verhoging van de OZB.