Bestedings- en dekkingsplan

Onderstaand een globale financiële doorrekening van de diverse posten. Tijdens het opstellen van deze prognose beschikten we nog niet over de mei-circulaire. Zoals bekend moeten gemeenten hun programmabegroting in ieder geval baseren op deze circulaire. Eventuele financiële gevolgen (uit die meicirculaire) voor de algemene uitkering, nemen we mee in Programmabegroting 2021. 

(bedragen x € 1.000 / - is negatief en + is positief)

Toelichting structureel

1. Saldo Programmabegroting 2020-2023

Programmabegroting 2020 is de meest actuele, door de raad vastgestelde, programmabegroting. Die begroting bevat een structurele doorkijk tot 2023. De meerjarenbegroting is alle jaren structureel sluitend.

2. Correctie Provincie (interpretatie bijlage incidentele baten en lasten)

Zoals toegelicht door de Provincie in de goedkeuringsbrief van Programmabegroting 2020 dienen gemeenten de 'Notitie structurele en incidentele lasten'  volledig toe te passen op hun begroting. Met name daar waar formatie/ personeel ter sprake is, zullen gemeenten moeten kunnen aantonen dat er daadwerkelijk sprake is van een tijdelijke klus. In de praktijk blijkt vaak dat er sprake is van structurele werkzaamheden waar slechts 'incidentele formatie' voor beschikbaar wordt gesteld. En dat is niet juist, aldus de Provincie. Dergelijke gevallen worden bij de beoordeling van het bestedings- en dekkingsplan door de Provincie als structureel aangemerkt. Het begrotingssaldo wordt hier dan op gecorrigeerd.

Kijken we naar de incidentele baten en lasten zoals opgenomen in Programmabegroting 2020 van de gemeente Uden dan stellen we in overleg met de Provincie nu voor om onderstaande posten te corrigeren ten laste van het bestedings- en dekkingsplan.

(bedragen x € 1.000 / - is negatief en + is positief)

1. Bijdrage deelname in projectorganisatie van de Maashorst / 2. Bijdrage deelname in ontwikkeling en uitvoering van de Maashorst

Gemeente Uden is al diverse jaren partner in het gezamenlijk beheer en ontwikkeling van de Maashorst. Tot nu toe werd de financiële bijdrage als incidenteel geraamd. We kunnen inmiddels stellen dat dit structureel van aard is.

3. Gevolgen verlening geldigheid paspoorten en rijbewijzen van 5 naar 10 jaar.

Sinds maart 2014 is de geldigheid van identiteitsbewijzen opgerekt van 5 naar 10 jaar. Hierdoor loopt het aantal te verstrekken paspoorten en identiteitskaarten af. Dit betekent minder uitgaven voor de verstrekking, maar zeker ook minder inkomsten. De RDW heeft in april 2019 voor elke gemeente een overzicht gemaakt van het aantal rijbewijzen dat in de komende jaren (2020 t/m 2024) vernieuwd moet worden. Op basis van deze prognoses stellen we nu de begroting bij. Het basisniveau voor het aantal rijbewijzen voor 2020 wordt bijgesteld naar boven en vervolgens zien we de aantallen tot 2024 dalen.

4. Formatie planologie (2fte)

Om de basistaken uit te kunnen voeren worden incidenteel extra krachten ingehuurd. Het idee hierbij was dat bij de nieuwe formatieopzet van de gemeente Maashorst het één en ander bezien zou kunnen worden. De werkzaamheden zijn structureel van aard, de provincie stelt hierbij dat de lasten dan ook direct opgenomen moeten worden in het bestedings- en dekkingsplan. Dat advies nemen we nu over.

3. Ontwikkeling personeelslasten

De loonkosten van het gemeentelijk personeel berekenen we op basis van de vastgestelde formatie per 1 april 2020. De cao heeft een looptijd tot 1 januari 2021.Tijdens het opstellen van deze begrotingsnotitie zijn er nog geen ontwikkelingen of onderhandelingen rond de nieuwe CAO. Dan houden we vast aan de loonvoet overheid zoals gepubliceerd in het Centraal Economisch Plan 2020. Dat percentage is 3,1%. Daarnaast houden we rekening met de periodieke verhogingen. Momenteel liggen alle CAO onderhandelingen als gevolg van de coronacrisis stil. De werkgeversorganisaties verwachten inmiddels geen stijgingen meer zoals tot medio maart, voor de coronacrisis. Mocht deze trend zich doorzetten naar de overheid dan passen we deze prognose aan.

4a. Ontwikkeling prijsstijging 1,7%

Voor prijsstijging in 2021 baseren we ons op de verwachtingen van het Centraal Plan Bureau (CPB) voor prijs netto materiële overheidsconsumptie (imoc). Evenals vorig jaar voeren we alleen automatisch door die aanpassingen waar contracten of andere afspraken onder liggen. De overige budgetten vooralsnog niet, gelet op het financieel perspectief. Voor de beïnvloedbare budgetten waar geen vaste prijsafspraken onder liggen zou dit een structurele verhoging betekenen van 224.000. Gelet op de ontwikkeling van dit bestedings - en dekkingsplan hebben we dit vooralsnog achterwege gelaten.

4b. Ontwikkeling prijsstijgingen bij overeenkomsten,  (220K), subsidies (337K) en het sociaal domein (246K)

Daar waar meerjarige afspraken zijn gemaakt, volgen we de prijsstijgingen wel voor 2020 e.v. per saldo betekent dit een stijging van €592.000.

5. Nog te verwerken college/raadsbesluiten met financiële gevolgen voor 2020 e.v.

Na vaststelling van de Programmabegroting 2020 zijn er diverse college- en raadsbesluiten genomen met financiële gevolgen. Deze gevolgen worden nu meegenomen in het bestedings- en dekkingsplan.

(bedragen x € 1.000 / - is negatief en + is positief)

6. Ontwikkeling algemene uitkering

De momenteel meest actuele circulaire is de decembercirculaire. Die hebben we dan ook verwerkt. De variabelen hebben we mede gelet op de coronacrisis vooralsnog gelijk gehouden aan die van 2020. We verwachten namelijk een aanzienlijke stagnatie in de ontwikkelingen. Mocht bij het opstellen van de programmabegroting 2021 en de publicatie van de meicirculaire er gewijzigd inzicht zijn, dan passen we de variabelen aan.

7. Voorstel tot bijstelling budgetten op basis van voortschrijdend inzicht

 (bedragen x € 1.000 / - is negatief en + is positief)

8. Actualisatie MIP / herberekening kapitaallasten

Als onderdeel van de Begrotingsnotitie is het meerjariginvesteringsprogramma (MIP) geactualiseerd. In de laatste jaarschijf  is een vrijval van € 494.000 kapitaallasten te melden. Gekeken is, óf en in hoeverre, er sprake is van noodzakelijke vervangingsinvesteringen. Verder zijn de geraamde bedragen van de diverse investeringen beoordeeld naar realiteitswaarde.  Nieuwe investeringen met ingang van 2024 worden toegevoegd aan het MIP. Van de overige investeringen wordt in ieder geval gekeken of de verwachte vervanging blijft staan of wordt verschoven.

Dit alles heeft gevolgen voor de kapitaallasten. De afwijkingen ten opzichte van de al opgenomen kapitaallasten in het Bestedings- en dekkingsplan 2020-2024 worden hier vermeld:

(Bedragen x € 1.000) (bedragen x € 1.000 / - is negatief en + is positief)

9. Rente effect (update renteparagraaf)

Het rente-effect bestaat uit diverse onderdelen. De belangrijkste effecten lichten we hieronder toe:

Rentetoerekening Bouwgronden In Exploitatie (BIE’s): 

De rente aan bouwgronden in exploitaties (BIE's) wordt berekend over de begrote boekwaarden per 1 januari. Ten opzichte van de begroting 2020 ontstaat een fors voordeel in de jaren 2021 en 2022. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de BIE's Eikenheuvel en Hoogveld-Zuid. Hier zijn de uitgangspunten drastisch gewijzigd. In de begroting 2020 waren deze gronden namelijk nog als Niet In Exploitatie Genomen Gronden opgenomen in de administratie op basis van een calculatie uit 2016. In december 2019 heeft de raad de grondexploitaties Eikenheuvel en Hoogveld-Zuid vastgesteld en daarin (en vervolgens in het nieuwe Meerjarenperspectief Grondbedrijf 2020) is een nieuwe calculatie opgesteld die leidt tot forse hogere boekwaarden in de eerste jaren en dus een hogere rentetoerekening. Het nadeel in de jaren 2023 en 2024 wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een snellere verwachting van grondverkopen, waardoor de boekwaarde van de grondexploitaties verlaagd wordt. Het gewogen gemiddelde rentepercentage heeft een minimaal rente-effect (van 2,65% in 2019 naar 2,56% in 2020). 

Voordeel kapitaallasten afgesloten kredieten 2019

Bij de programmarekening 2019 zijn ongeveer 150 kredieten afgesloten met een voordeel op deze kredieten van +/- €3.500.000 (collegebesluit 3 maart 2020). Het voordeel op de kapitaallasten van de onrendabele kredieten bedraagt €37.000.

Diverse overige rente effecten

Diverse andere aanpassingen met kleine financiële effecten zijn tevens opgenomen in deze doorrekening:

• Meer rentelasten door een hoger verwacht financieringstekort
• Lagere rentetoevoeging aan de reserve dekking kapitaallasten. Doordat de omslagrente van de onderliggende investeringen verlaagd zijn naar 1,50% kan de rentetoevoeging aan reserve 9 verlaagd worden van 2,85% naar 2,15%.
• Verschillen kapitaallasten volgens activamodule en primitieve begroting 2020

Een uitgebreide toelichting omtrent de rentetoerekening zal opgenomen worden in de financieringsparagraaf van de Programmabegroting 2020.

10. 1e financiële afwijkingenrapportage 2020

De 1e financiële afwijkingenrapportage is gebaseerd op de bij ons bekend zijnde ontwikkelingen in de eerste drie maanden van 2020. Een uitgebreide specificatie van de hier opgenomen bedragen is terug te vinden bij het onderdeel financiën, 1e financiële afwijkingenrapportage 2020, en als toelichting bij de diverse programma’s.

11. Offertes 2021

Bij het opstellen van het definitieve bestedings- en dekkingsplan 2021-2024 als onderdeel van Programmabegroting 2021 vindt eerst de integrale afweging van alle offertes plaats. Dit alles in het licht van de dan beschikbare middelen. Twee offertes hebben we toch hier alvast gemeld:

1. Het college en de raad hebben aangegeven de OZB-verhoging van 2020 (509.000) in ieder geval af te wegen bij de voorbereiding van de eerstvolgende begroting.

2. Het parkeerfonds staat onder druk. In Programmabegroting 2020 is ervoor gekozen om dit voor de korte termijn op te lossen door middel van een incidentele storting van 1,5 miljoen. Inmiddels is het parkeerbeleid herzien. Naar aanleiding van dit herziene parkeerbeleid concluderen we dat het parkeerfonds jaarlijks 350.000 minder kan bijdragen aan de exploitatie.

Toelichting incidenteel

1. Saldo Programmabegroting 2020-2023

Programmabegroting 2020 is de meest actuele, door de raad vastgestelde, programmabegroting. Het incidenteel nadeel is conform raadsvoorstel ten laste gebracht van de algemene reserve vrij besteedbaar. Daarom presenteren we hier '0'.

2. Correctie Provincie (interpretatie bijlage incidentele baten en lasten)

(bedragen x € 1.000 / - is negatief en + is positief)

5. Nog te verwerken college/raadsbesluiten met financiële gevolgen voor 2019 e.v.

(bedragen x € 1.000 / - is negatief en + is positief)

8. Vrijval kapitaallasten / actualisatie MIP

Met de actualisatie van het Meerjarig investeringsprogramma dienen we, conform de wetgeving, de kapitaallasten bruto structureel te ramen. Hiermee toon je als gemeente aan dat je de lasten in latere jaren ook kan dragen. Het actualiseren, doorschuiven van investeringen geeft ook altijd een incidenteel effect. In het 1e jaar van de investering worden volgens onze financiële verordening namelijk geen afschrijving en slechts een half jaar rente toegerekend.

(bedragen x € 1.000) 

10. 1e financiële afwijkingenrapportage 2020

De 1e financiële afwijkingenrapportage is gebaseerd op de bij ons bekend zijnde ontwikkelingen in de eerste drie maanden van 2020. Een uitgebreide specificatie van de hier opgenomen bedragen is terug te vinden bij het onderdeel financiën, 1e financiële afwijkingenrapportage 2020, en als toelichting bij de diverse programma’s.