Gevolgen bestedings- en dekkingsplan voor financiële positie
De gemeente Uden stuurt op haar financiële positie en heeft hiervoor 3 pijlers ontwikkeld. Deze pijlers geven aan hoe financieel gezond de gemeente is.
Pijler 1
In artikel 189 lid 2 van de Gemeentewet staat: De raad ziet erop toe dat de begroting structureel en reëel in evenwicht is. Anders gezegd: de raad stelt een begroting vast die structureel en reëel in evenwicht is. Van de eis dat de begroting structureel en reëel in evenwicht is, kan de raad afwijken indien aannemelijk is dat we het structureel en reëel evenwicht uiterlijk in de laatste jaarschijf van de meerjarenraming realiseren.
Onderstaand overzicht laat zien dat het concept bestedings- en dekkingsplan sluit met structurele tekorten. Pijler 1 'een structureel sluitende meerjarenbegroting' is hiermee zeker niet gerealiseerd.
Zoals bekend beschikken we momenteel ook nog niet over alle informatie die nodig is bij het opstellen van een bestedings- en dekkingsplan. We zijn nog in afwachting van de uitkomsten van de meicirculaire 2020. Zoals ook in de bestuurlijke hoofdlijn al is opgenomen is de financiele toekomst momenteel erg onzeker. Dit als gevolg van de herverdeling van het gemeentefonds. Maar ook als gevolg van de mogelijke gevolgen van de COVID-19 crisis.
Evenals elk jaar is het uiteindelijk doel van het college om de raad een structureel sluitende meerjarenbegroting in alle jaren aan te bieden.
(bedragen x € 1.000 - = negatief saldo + = positief saldo)
concept Bestedings- en dekkingsplan 2020-2024 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Saldo programmabegroting 2020-2024 | -332 | -1.533 | - 1.490 | - 1.654 | - 1.585 |
Pijler 2
Incidentele uitgaven, zoals eenmalige financiele afwijkingen en, nog te verwerken raads/collegebesluiten, worden gedekt door een bijdrage uit de algemene reserve. Door deze bijdrage uit de algemene reserve vermindert de weerstandscapaciteit. Afhankelijk van de gekwantificeerde risico's heeft dat ook gevolgen voor onze weerstandsratio. Momenteel is de ratio ruim boven het vastgestelde niveau (tussen 1 en 2).
De begrote ratio 2020 bedraagt 3,75 en is iets afgenomen ten opzichte van de werkelijk ratio 2019 . Dit wordt veroorzaakt doordat de weerstandscapaciteit iets is afgenomen als gevolg van de financiele verwerking van deze begrotingsnotitie.
Pijler 3
De financieringsbehoefte vanuit het bestedings- en dekkingsplan zal in beeld worden gebracht bij het opstellen van de Programmabegroting 2021-2024. Daarna zal deze pijler worden geactualiseerd.
Resumé
De financiële positie kan worden bepaald met behulp van zogenaamde signaleringswaarden. Deze waarden zijn onder meer afkomstig uit de stresstest voor 100.000+ gemeenten. In de tabel hieronder is te zien welke waarden bij welke categorie (A, B of C) behoren. Categorie A is het minst risicovol en categorie C het meest risicovol. Om ons huidige financiële beleid voort te zetten, zouden we categorie A ambiëren en categorie B accepteren. In de laatste tabel staan de percentages zoals voortvloeiend uit de Programmabegroting.
Wij ambiëren categorie A voor alle kengetallen en accepteren categorie B. Twee kengetallen vallen momenteel in categorie A. Voor wat betreft het kengetal 'Netto Schuldquote' naderen we momenteel de bandbreedte van categorie A. Het kengetal 'structurele exploitatieruimte' valt in Begroting 2019 in categorie B, maar in de jaren 2021 en 2022 presenteren we een structureel overschot, wat overeenkomt met categorie A. Rekening houdend met deze begroting ziet ons financieel beleid er solide uit. Het is onze ambitie om dit vast te houden of zelfs te verbeteren.
De kengetallen worden geactualiseerd bij het opstellen van de Programmabegroting 2021. Daarna zal ook bovenstaande tabel geactualiseerd worden met de daarbij behorende categorien.