Gevolgen bestedings- en dekkingsplan voor financiële positie
De gemeente Uden stuurt op haar financiële positie en heeft hiervoor 3 pijlers ontwikkeld. Deze pijlers geven aan hoe financieel gezond de gemeente is.
Pijler 1
In artikel 189 lid 2 van de Gemeentewet staat: De raad ziet erop toe dat de begroting structureel en reëel in evenwicht is. Anders gezegd: De raad stelt een begroting vast die structureel en reëel in evenwicht is. Van de eis dat de begroting structureel en reëel in evenwicht is kan de raad afwijken, indien aannemelijk is dat we het structureel en reëel evenwicht uiterlijk in de laatste jaarschijf van de meerjarenraming realiseren.
Onderstaand overzicht laat zien dat Programmabegroting 2021 structureel sluitend is in alle jaren. De presentatie van het saldo is nu inclusief het incidentele saldi. Dit in navolging van de presentaties van de saldi van Uden en Landerd. zoals opgenomen op pagina 26 van de De 'Herindelingsscan Landerd en Uden'.
(bedragen x € 1.000) ( N = negatief saldo V = positief saldo)
Begrotingssaldi gemeente UDen (bedragen x € 1.000) | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|---|---|
Structureel Begrotingssaldo | 126 V | 506 V | 89 V | 0 | |
Incidenteel Begrotingssaldo | 1.914 N | 572 N | 184 N | ||
Dekking incidenteel tekort uit algemene reserve | 1.914 V | 572 V | 184 V | ||
Saldo na dekking | 126 V | 506 V | 89 V | 0 |
Pijler 2
De inzet van een deel van de algemene reserve in de jaren 2021, 2022 en 2023 ( in totaal (€ 2.670.000) gaat ten laste van de weerstandscapaciteit van de gemeente Uden. De begrote weerstandscapaciteit in 2021 is afgenomen ten opzichte van de Programmarekening 2019. De risico's zijn iets toegenomen, waardoor de weerstandsratio is afgenomen en 3,03 bedraagt.
Met de raad is afgesproken dat de weerstandsrario tussen 1 en 2 moet zijn. Daarmee valt de huidige weerstandsratio ruim binnen de norm.
Pijler 3
In het bestedings- en dekkingsplan 2021-2024 is in totaal € 5.703.000 aan nieuwe investeringen opgenomen. Hierbij opgeteld het tekort van de incidentele offertes van € 2.670.000, geeft een financieringsbehoefte vanuit het bestedings- en dekkingsplan van € 8.373.000.
Resumé
De financiële positie kan worden bepaald met behulp van zogenaamde signaleringswaarden. Deze waarden zijn onder meer afkomstig uit de stresstest voor 100.000+ gemeenten. In de tabel hieronder is te zien welke waarden bij welke categorie (A, B of C) behoren. Categorie A is het minst risicovol en categorie C het meest risicovol. Om ons huidige financiële beleid voort te zetten, zouden we categorie A ambiëren en categorie B accepteren. In de laatste tabel staan de percentages zoals voortvloeiend uit deze Programmabegroting.
Toelichting op de kengetallen
Netto-schuldquote: verslechtert in 2021 vanwege een stijging van het financieringstekort. We zien een aanzienlijke voorraad aan onderhanden werken (investeringen) die bij realisatie gefinancierd moeten gaan worden met een geldlening. We verwachten € 25 miljoen aan te moeten trekken in 2021. In de jaren daarna worden schulden weer afgelost, waardoor de schuldquote naar verwachting verbetert.
Zoals te zien blijft onze schuldquote ruim binnen de veilige marge.
Solvabiliteitsratio: is de verhouding tussen vreemd vermogen en eigen vermogen. Het vreemd vermogen neemt door de nieuwe geldlening toe, wat een negatieve invloed heeft op dit kengetal. Evenals bij de netto schuldquote heeft het verwachte financieringstekort en de verwachte aantrekking van de geldlening van € 25 mln een negatief effect op de solvabiliteitsratio.
Structurele exploitatieruimte: Programmabegroting 2021 is in navolging van Programmabegroting 2020 structureel sluitend. Ook de meerjarenraming is structureel sluitend. Daarom presenteren we dit kengetal in categorie A.
Grondexploitatie: Dit percentage daalt de komende jaren naar verwachting fors. Dat wordt veroorzaakt door de verkoop van gronden en afsluiten van diverse grondexploitaties.
Belastingcapaciteit:Dit kengetal vergelijkt de lokale lastendruk van een gezin, met gemiddelde WOZ-waarde voor ozb, rioolheffing en afvalstoffenheffing, met de landelijke lastendruk van een gezin, uitgedrukt in een percentage. Een percentage van minder dan 100% betekent dat de lokale lastendruk lager is dan de landelijk gemiddelde lastendruk.
.