Economische ontwikkelingen
Woningbouw 2021-2024
De komende jaren wacht Noord-Brabant volgens de provincie nog een behoorlijke woningbouwopgave. Tot 2030 zal de woningvoorraad nog met 100.000 tot 120.000 moeten toenemen, ofwel circa 10.000 per paar. Dit om de verwachte groei van het aantal huishoudens op te kunnen vangen en bestaande woningtekorten zoveel mogelijk terug te kunnen dringen. Regionaal zijn er grote en toenemende verschillen in groei van de woningvoorraad. Uden is conform de prognose tot 2030 geen krimpgemeente.
Op basis van provinciale prognose (2017) dient de gemeente Uden in de periode 2017 tot 2030 netto maximaal 2.360 woningen aan de woningvoorraad toe te voegen. Het accent daarbij ligt in de eerste vijf jaar. Bij een realistisch scenario gaat het om jaarlijks circa 150-180 woningen. In het najaar van 2020 verschijnt de geactualiseerde provinciale prognose. Op basis van de eerste signalen verwachten we dat de prognose 2017 naar boven toe zal worden bijgesteld.
Op middellange termijn kunnen we, op hoofdlijnen, voldoende scherp in beeld brengen wat het verwachte aantal te verkopen m2 grond voor woningbouw is.
Wat de nieuwbouw van woningen betreft, sluiten we aan bij de verwachtingen van ING en EIB. Naar verwachting groeit de woningbouw in 2020 niet (0,0%). Het EIB verwacht dat de nieuwbouwproductie in 2021 ook nog mager is (1%). In de jaren 2022 en 2023 verwacht EIB dat de groei van de bouwproductie weer aantrekt tot gemiddeld 2,5% per jaar.
Het is onzeker hoe gevolgen van de coronacrisis voor de economie als geheel en de bouw in het bijzonder, zich verder ontwikkelen. Tijdens de vorige crisis hebben we gezien dat de effecten van een economische neergang op de bouw groot kunnen zijn en lang kunnen doorwerken. De woningmarkt is bij uitstek een vertrouwensmarkt. Daalt het consumentenvertrouwen, dan heeft dit gevolgen voor de woningmarkt. Het is onwaarschijnlijk dat de onzekerheid over werk, inkomen en de krimp van de economie als gevolg van de coronacrisis niet doorwerkt in de koopcijfers.
Bedrijventerreinen
Uit de provinciale prognose (Stec Groep, 2018) blijkt in Noordoost-Brabant in de periode 2018 tot 2030 een uitbreidingsvraag naar bedrijventerreinen van circa 130 tot 300 hectare. Dat betekent in die periode een jaarlijkse vraag van circa 9,5 tot 23 hectare. De prognose ligt hiermee wat hoger dan de vorige prognose (Bureau Buiten 2014, namelijk 11 hectare per jaar). De sectoren logistiek & groothandel en industrie zijn tot 2030 de belangrijkste ruimtevragers. De verwachting is dat de uitgifte geen lineaire ontwikkeling zal kennen, maar zal fluctueren. Vooral in de beginperiode (of tijdens hoogconjunctuur) zal de ruimtevraag hoger liggen, aan het eind van de periode (of tijdens een recessie) wat lager. In 2019 is veel grond voor bedrijfsterreinen uitgegeven in de regio. De verwachting is dat na 2030 de ruimtevraag in Noordoost-Brabant sterk afneemt.
Op Hoogveld, Goorkens en Herstructurering Loopkant Liessent zijn vrijwel alle kavels verkocht of in optie. We zijn bezig met de ontwikkeling van bedrijfsterrein Hoogveld-Zuid. Hiervoor is eind 2019 de grondexploitatie vastgesteld. Het bestemmingsplan is in voorbereiding. Begin 2020 was er vanuit de markt behoorlijk veel vraag naar kavels op Hoogveld-Zuid. Er zijn vanuit de geïnteresseerde ondernemers nog geen signalen binnengekomen dat de vraag naar kavels door de te verwachte economische gevolgen vanwege corona gaat afnemen. Maar het is wel denkbaar dat dit invloed gaat hebben op het uitgiftetempo.