Beleid
De gemeenteraad van Uden heeft in het verleden besloten verbeterpunten, ten behoeve van de kaderstellende en controlerende functie van gemeenteraden op de ‘zware’ samenwerkingsverbanden, over te nemen. Voortbordurend hierop hebben de griffiers van Noord-Oost Brabant in het rapport ‘Grip op regionale samenwerkingsverbanden’ verbetervoorstellen gepresenteerd, om de sturing van de raden op de regionale samenwerking te versterken. Deze voorstellen zijn inmiddels ingevoerd.
In het voorstel worden de presidia voorgesteld om een focus/prioritering op een aantal samenwerkingsverbanden te leggen. En voor deze samenwerkingsverbanden één of twee raadsrapporteurs aan te wijzen, die de besluitvorming procesmatig kunnen voorbereiden en de raad kunnen voorzien van informatie. Daarnaast wordt met een interactief proces eens per 4 jaar samen met de raden een concept meerjarig beleidsplan opgesteld.
Daarnaast wordt voorgesteld om de samenwerking tussen de raden onderling te verbeteren door een regionaal informatiesysteem voor de raden te ontwikkelen, en de vergadercycli op elkaar af te stemmen. Tevens stelt men voor om tweemaal per jaar een regionale beeldvormende bijeenkomst te organiseren om meer interactie met de samenwerkingsverbanden te krijgen. Afsluitend wordt het introduceren van adoptiegriffiers voorgesteld om raden bij belangrijke beslissingen vroegtijdig in positie te kunnen brengen.
Inmiddels proberen de griffiers, na de implementatie, de raden in een positie te brengen waarin zij meer grip krijgen op de GR-en. Dit gebeurt deels binnen de eigen gemeente, deels met elkaar. Zo proberen de griffiers ervoor te zorgen dat de planning van de raadsvergaderingen rondom de GR-en zo veel als mogelijk op elkaar is afgestemd. Tevens zijn er adoptiegriffiers voor een aantal regelingen:
- Jeugd
- ODBN
- Veiligheidsregio
- Regio Noordoost Brabant
- GGD
Deze adoptiegriffiers hebben periodiek overleg over de stand van zaken m.b.t. de GR. Zij bespreken of er zaken zijn waar de raad bij betrokken moet worden, en adviseren op welke wijze de raden het best betrokken kunnen worden. Dit om de raden in staat te stellen hun kaderstellende en controlerende rol te kunnen uitvoeren.