Afdekken verliezen en winstneming
Winstnemingen
Voor het nemen van winst in grondexploitaties zijn voorschriften opgenomen in het Besluit Begroting en Verantwoording. De gemeente is verplicht tussentijds winst te nemen op basis van het percentage gerealiseerde kosten in combinatie met het percentage gerealiseerde opbrengsten. Dit wordt de “percentage of completion”-methode genoemd. Als 20% van de geraamde opbrengst is gerealiseerd en 70% van de geraamde kosten zijn gerealiseerd, dient 14% (20% x 70%) van de geraamde totaalwinst genomen te worden aan het eind van het betreffende jaar. Tussentijdse winstnemingen worden verantwoord in de jaarrekening. Bij afsluiting van een grondexploitatie vindt de eindafrekening plaats. Dit is meestal aan het einde van het boekjaar, bij het opstellen van de programmarekening. Bij het opstellen van het MeerJarenPerspectief (MJP) 202 van het grondbedrijf en het opmaken van de programmarekening 2021 zijn deze principes gehanteerd.
Onderdeel van (tussentijdse) winstneming is het doen van stortingen in fondsen zoals ten behoeve van bovenwijkse voorzieningen. Sinds 2017 geldt voor Uden het beleid waarbij € 14,90 per verkochte m2 van een winstgevende grondexploitatie aan de Reserve Bovenwijkse Voorzieningen (RBV) wordt toegevoegd. Deze storting kan alleen plaatsvinden als er (tussentijdse) winst genomen moet worden. Is dit niet het geval, dan wordt de storting uitgesteld tot het moment waarop wel winst genomen wordt. De (tussentijdse) winstneming komt deels ten goede van de RBV en deels ten goede van de Algemene Bedrijfsreserve (grondbedrijf).
In figuur 3 is de winstneming van 2021 weergegeven per grondexploitatie (complex):
Boekwaarde
Bouwgrond In Exploitatie (BIE)
Op 1 januari 2021 bedroeg de boekwaarde, ofwel het geïnvesteerde vermogen, van in exploitatie genomen gronden € 47,1 miljoen. Per 31 december 2021 bedraagt de boekwaarde € 30,1 miljoen. Het verloop van de boekwaarde over 2021 is opgenomen in figuur 4.
Materiële Vaste Activa (MVA) Gronden en Terreinen
Onder deze noemer vallen de gronden die (nog) niet in een transformatieproces zitten, dit zijn verspreid liggende (ruil) gronden en grond die middels erfpacht uitgegeven is. Op 1 januari 2021 bedroeg de boekwaarde, van deze gronden en terreinen € 8,3 miljoen. Per 31 december 2021 bedraagt de boekwaarde nog steeds afgerond € 8,3 miljoen.
In figuur 5 wordt het verloop van de boekwaardes van de BIE’s en MVA Gronden en Terreinen van de afgelopen 5 jaar weergegeven.
Geraamd resultaat
Na het actualiseren van de grondexploitaties wordt het verwachte saldo Netto Contante Waarde per 1-1-2022 (MJP 2022) in vergelijk met MJP 2021 als volgt:
Per saldo is het integrale saldo van de winstgevende en de verlieslatende grondexploitaties gewijzigd (voor winstneming 2021). Bij alle grondexploitaties is de rente aangepast naar 1,836% (conform regelgeving), het percentage was bij de vorige herziening 2,56%. Er wordt jaarlijks gerekend met een kostenstijging van 2,0%, dit is ongewijzigd ten opzichte van het MJP 2021. Als opbrengstenstijging is per 2021 voor woningbouw en bedrijfsterreinen is 2% aangehouden. In het MJP 2021 werd een gedifferentieerd percentage toegepast voor de woningbouwkernen. Naast deze algemene wijzigingen zijn er verschillende mutaties doorgevoerd die specifiek voor een bepaalde grondexploitatie gelden. Deze zijn per grondexploitatie terug te vinden verderop in deze paragraaf.
Af te sluiten grondexploitatie
Per einde 2021 zijn er geen grondexploitaties afgesloten:
Strategische Verwervingen
In overeenstemming met de Nota Grondbeleid is via de programmabegrotingen 2008, 2009 en 2010 totaal voor € 20,0 miljoen budgetrecht verleend om strategische aankopen te kunnen doen. Dit betreft aankopen die zijn gelegen buiten gebieden waarvoor door de Raad een exploitatieopzet is vastgesteld, dan wel aanvankelijk niet in de grondexploitatieopzet waren opgenomen. Over de aanwending van dit budgetrecht wordt de Raad via afwijkingenrapportages en het jaarverslag geïnformeerd. Totaal is tot met 2020 circa € 14,4 miljoen aangewend. Genoemde aankopen zijn opgenomen in het investeringsplan als in principe rendabele investeringen en worden daarbij gedekt uit de betreffende of toekomstige grondexploitatie. Het restantbudgetrecht wordt jaarlijks naar het volgende begrotingsjaar overgeheveld. In 2021 zijn geen strategische verwervingen gedaan. Het restantbudget per ultimo 2021 bedraagt circa € 5,6 miljoen.