Overhead en vennootschapsbelasting
Overhead
Om de vergelijkbaarheid tussen gemeenten te verhogen, wordt de overhead centraal begroot en verantwoord op BBV taakveld 0.4 Overhead (ondersteuning organisatie).
Er zijn regels opgesteld in het BBV over welke kosten wel en niet onder de overhead geschaard worden. Dit betekent voor ons de volgende onderdelen:
- Leidinggevenden (inclusief gemeentesecretaris)
- Management- en bestuursondersteuning
- Financiën
- HR (inclusief salarisadministratie) en Juridische zaken
- Communicatie en Creatie
- Informatiemanagement, applicatie- en systeembeheer
- Informatie- en gegevensbeheer
- Facilitair
- Telefonie en receptie
- Huisvestingskosten
- ICT kosten
Berekening opslagpercentage overhead van de tarieven lokale heffingen
De overhead wordt niet toegerekend aan alle producten (m.u.v. grondexploitatie en investeringen). Voor de berekening van lokale heffingen en andere kostendekkende tarieven, dienen we extracomptabel echter wel een component overhead toe te rekenen. Dit betekent dat de overheadskosten bij lokale heffingen (afval, riool, leges) wel in de kostendekkende tarieven zijn meegenomen (extracomptabel).
De wetgever laat gemeenten redelijk vrij in de methodiek van toerekenen. Wel is het noodzakelijk om de gekozen methodiek vast te leggen in de financiële verordening van de gemeente. In de gemeente Maashorst is gekozen voor de methode van 'toerekenen op basis van personeelslasten'. De formule die hiervoor wordt gehanteerd, luidt:
Overheadkosten
totale directe personeelslasten + inhuur derden alle taakvelden exclusief overhead
De uitkomst van de gekozen methode resulteert voor 2022 in een opslagpercentage van 81,44% (57,5% in 2021 in Uden en 111,01% in 2021 in Landerd).
In de begroting 2022 worden overigens twee overheadpercentages genoemd die verschillend zijn.
Deze zijn:
- De hierboven berekende 81,44%. Dit is het percentage opslag overhead dat toegerekend kan worden aan onze directe salarislasten per uur. Als een uurtarief dus € 40,- is dan moeten we daar € 32,57 bij optellen om de totale lasten per direct uur te bepalen. Dat zijn de directe salarislasten plus de overhead. Dat is dan in dit voorbeeld € 72,57.
- Overheadpercentage t.o.v. totale lasten. Dit zijn de totale overheadkosten gedeeld door de totale lasten van de begroting excl. de stortingen in de reserves. Dit percentage geeft dus aan dat 12,53% van onze begrotingsuitgaven bestaat uit overhead.
Vennootschapsbelasting
Sinds 2016 zijn gemeenten vennootschapsbelastingplichtig. Vanwege vele landelijke onduidelijkheden in de afgelopen jaren, is door de Belastingdienst diverse malen uitstel verleend tot het doen van aangifte. De aangiften 2016 t/m 2019 zijn ingediend door Landerd en Uden, maar grotendeels nog niet vastgesteld door de Belastingdienst.
Op basis van onze inventarisatie en uitgangspunten worden de volgende activiteiten in de aangifte betrokken:
- Grondbedrijf
- Afval – reststromen
- Parkeren (vrijgesteld)
- Kermis (vrijgesteld)
De aangiften hebben geleid tot de volgende fiscale resultaten:
Boekjaar | Fiscaal Resultaat (- = verlies, + = winst) | ||
Uden | Landerd | Maashorst | |
2016 | - € 1.186.770 | € 227.775 | - € 958.995 |
2017 | - € 1.865.590 | € 110.052 | - € 1.755.538 |
2018 | - € 1.913.541 | € 845.433 | - € 1.068.108 |
2019 | +€ 1.000.000 | € 341.404 | € 1.341.404 |
Totaal | - € 3.965.901 | € 1.524.664 | - € 2.441.237 |
Fiscale resultaten worden overigens heel anders berekend dan bedrijfseconomische resultaten (o.b.v. BBV), met name op basis van een fiscale beginbalans. Het is derhalve mogelijk dat het grondbedrijf bedrijfseconomisch winstgevend is, maar fiscaal gezien verlieslatend.
De aangifte 2020 moet nog opgesteld worden. Hiervoor is uitstel verleend door de Belastingdienst tot 30 april 2022. Wij verwachten de komende jaren geen vennootschapsbelasting te hoeven betalen. Dit mede aangezien het fiscale verlies van een jaar telkens voor 9 jaar voorwaarts gecompenseerd kan worden.