Beleid
Algemeen
Het grondbeleid biedt de instrumenten die de gemeente ter beschikking staan om ruimtelijke doelstellingen te realiseren. Daarbij gaat het om door de Raad vastgestelde doelen op het gebied van wonen, werken, sport, natuur, cultuur, recreatie, zorg en onderwijs. Grondbeleid is daarbij volgend op de ruimtelijke doelstellingen zoals deze geschetst worden in o.a. de Omgevingsvisie en de Woonvisie.
In het grondbeleid wordt op een transparante wijze inzicht geboden in het gevoerde beleid. Daarmee wordt duidelijkheid geven aan initiatiefnemers voor ruimtelijke ontwikkelingen.
Binnen het grondbeleid kan er voor gekozen worden om de markt de ruimte te geven om gewenste ontwikkeling(en) zelf op te pakken. In dat geval zal er primair voor faciliterend grondbeleid worden gekozen. In het geval dat het oppakken van de gewenste ontwikkeling
in het licht van maatschappelijke doelstellingen en haar visie op de gemeente door externe partijen niet lukt, kan er een noodzaak zijn tot overgaan op actieve grondpolitiek of een mengvorm.
Voor locaties die de gemeente reeds in bezit heeft ligt het voor de hand om de ingezette lijn van actieve grondpolitiek voort te zetten.
Het vervolg van deze paragraaf gaat met name over de exploitatie van de (bouw)gronden die de gemeente in eigendom heeft. Van een deel van die gronden is een grondexploitatiebegroting vastgesteld. Grondexploitatie betreft het proces waarbij grond wordt aangekocht,
bouw- en woonrijp wordt gemaakt, o.a. rioleringen en wegen worden aangelegd, om vervolgens de grond te verkopen voor de bouw van woningen of bedrijven. Over het algemeen dient er tijdens dat proces een ruimtelijke procedure te worden doorlopen om het
benodigde bestemmingsplan te verkrijgen.
Er gaan grote sommen geld om in grondexploitaties. Deze paragraaf geeft inzicht in het geïnvesteerd vermogen in de eigen grondexploitaties, verwachte kosten en opbrengsten en risico’s die aan grondexploitaties verbonden zijn.
Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) beschrijft regels over de manier waarop over actief en facilitair grondbeleid verantwoording moet worden afgelegd. Deze regels worden gevolgd en jaarlijks getoetst door de accountant.
Strategische verwervingen
Via de programmabegrotingen 2008, 2009 en 2010 is door de gemeenteraad van Uden in totaal voor € 20,0 miljoen aan budgetrecht verleend om strategische aankopen te kunnen doen. Dit betreft aankopen die zijn gelegen buiten gebieden waarvoor door de raad een
exploitatieopzet is vastgesteld, dan wel aanvankelijk niet in de grondexploitatieopzet waren opgenomen. Over de aanwending van dit budgetrecht wordt de raad via afwijkingenrapportages en het jaarverslag geïnformeerd. Totaal is circa € 14,4 miljoen aangewend. Genoemde aankopen zijn opgenomen in het investeringsplan als “in principe rendabele investeringen” en worden daarbij gedekt uit de betreffende of toekomstige grondexploitatie. Het restant budgetrecht wordt jaarlijks naar het volgende begrotingsjaar overgeheveld. Het totale restant budgetrecht van circa € 5,6 miljoen is - mede door een terughoudend aankoopbeleid – voorlopig toereikend voor eventuele aanvullende strategische aankopen.
Grondprijsbeleid
Algemeen uitgangspunt is dat het grondprijsbeleid marktconform is. Er wordt gewerkt met grondprijsdifferentiatie, waarbij onderscheid is als gevolg van verschil in kavelgrootte, ligging, bebouwingsmogelijkheden, perceelkenmerken en zeker ook in locatie. De
verkoopprijzen worden jaarlijks extern getoetst/getaxeerd, door een externe taxatiecommissie, bestaande uit 2 taxateurs en een (lokale) makelaar.
In het laatste kwartaal van 2021 zal getaxeerd worden om vervolgens begin 2022 de raad middels een voorstel de grondprijzen 2022 te laten vaststellen. Tegelijkertijd wordt de raad voorgesteld om het College de bevoegdheid te geven voor deze marktconforme
prijsdifferentiatie de prijzen te verhogen of te verlagen met maximaal 25% ten opzichte van de in de betreffende grondexploitatie opgenomen gemiddelde grondprijs. Voorafgaand aan de daadwerkelijke uitgifte van bouwgrond wordt op basis van genoemde differentiatie de marktconforme verkoopprijs door het College vastgesteld. Dit mandaat geldt ook voor de sociale woningbouwgrondprijs.
Kostenverhaal/Samenwerking met marktpartijen
Als een initiatiefnemer een in de Wet ruimtelijke ordening genoemd bouwplan wil realiseren en hiervoor een “ruimtelijk besluit” (bijvoorbeeld een bestemmingsplan) nodig is, dan is de gemeente verplicht om haar kosten te verhalen op alle grondeigenaren. Dit betreft vaak de initiatiefnemer(s) binnen het plangebied. Het gaat onder andere om kosten van:
- bouw- en woonrijp maken (zoals aanleg riolering, straten en verlichting);
- aanleg van groenvoorzieningen en waterpartijen;
- milieu- en archeologisch onderzoek;
- bodemsanering;
- het opstellen en beoordelen van de documenten voor de ruimtelijke procedure;
- te verwachten planschade.
Om kostenverhaal te kunnen toepassen zal, door de nieuw te vormen gemeenteraad van Maashorst, een Nota Kostenverhaal moeten worden vastgesteld. Voor het voormalig grondgebied van de gemeente Uden blijft de Nota Kostenverhaal 2017 en voor het voormalig grondgebied van de gemeente Landerd het kostenverhaal zoals opgenomen in de nota Grondbeleid gemeente Landerd 2019 van kracht tot het moment dat de nieuwe Nota Kostenverhaal voor de gemeente Maashorst wordt vastgesteld.
Samenwerking met marktpartijen wordt toegepast door het sluiten van realisatieovereenkomsten waarbij de risico’s voor de gemeente zoveel mogelijk worden beperkt.