Economische ontwikkelingen
Woningbouw 2022-2025
De komende jaren wacht Noord-Brabant volgens de provincie nog een behoorlijke woningbouwopgave. Tot 2030 zal de woningvoorraad nog met 100.000 tot 120.000 moeten toenemen, ofwel circa 10.000 per paar. Dit om de verwachte groei van het aantal huishoudens op te kunnen vangen en bestaande woningtekorten zoveel mogelijk terug te kunnen dringen. Regionaal zijn er grote en toenemende verschillen in groei van de woningvoorraad. Ook in de gemeente Maashorst is tot 2030 sprake van een groei van de woningvoorraad.
Op basis van provinciale prognose (2020) dient de gemeente Maashorst in de periode 2020 tot 2030 netto ca. 2.475 woningen aan de woningvoorraad toe te voegen. Het accent daarbij ligt in de eerste vijf jaar. Bij een realistisch scenario gaat het om jaarlijks circa 240-250
woningen.
Op middellange termijn kunnen we, op hoofdlijnen, voldoende scherp in beeld brengen wat het verwachte aantal te verkopen m2 grond voor woningbouw is. Het is onzeker hoe de gevolgen van de coronacrisis voor de economie als geheel en de bouw in het bijzonder zich verder ontwikkelen. De eerste signalen wijzen op een snel economisch herstel. Echter, tijdens de vorige crisis hebben we gezien dat de effecten van een economische neergang op de bouw groot kunnen zijn en lang kunnen doorwerken. De woningmarkt is bij uitstek een vertrouwensmarkt. Daalt het consumentenvertrouwen, dan heeft dit gevolgen voor de woningmarkt. Wat de nieuwbouw van woningen betreft, sluiten we aan bij de verwachtingen van EIB en het ING. Naar verwachting daalt de woningbouwproductie in 2021 (5,5%-7%). Op de middellange termijn verwacht het EIB verwacht dat de nieuwbouwproductie gemiddeld 5% per jaar groeit.
Bedrijventerreinen
Iedere vier jaar stelt de provincie nieuwe prognoses op. De meest recente prognoses dateren uit 2018. De volgende prognoses zijn te verwachten in 2022/2023. De provinciale prognose uit 2018 gaf aan dat in de periode 2018 tot 2030 in de totale regio Noordoost-Brabant voldoende aanbod is om de toekomstige vraag vanuit de prognose op te vangen op de bestaande terreinen. De uitbreidingsvraag was voor de totale regio berekend op 130-300 hectare. In de praktijk blijkt inmiddels dat vraag groter is en dat vraag en aanbod niet op elkaar zijn afgestemd. Er is in de regio zowel een tekort aan zeer grootschalige kavels als aan kleinschaligere lokale kavels. Ook in Uden is nog nauwelijks grond beschikbaar op de bestaande bedrijventerreinen. Ook is er weinig leegstand. Het bestemmingsplan Hoogveld Zuid is in voorbereiding maar met de huidige marktvraag kan dat terrein indien bouw- en woonrijp, direct volledig worden uitgegeven. De totale marktvraag in Uden bedraagt op dit moment ongeveer 45 ha, terwijl Hoogveld Zuid maar circa 12 ha netto bedraagt. In Landerd is de situatie ongeveer gelijk. Voor een nieuwe fase van bedrijventerrein Voederheil in Zeeland is veel belangstelling.