Weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit is als volgt opgebouwd:
Nummer | Post | Bedrag (x € 1.000) |
---|---|---|
1. | Algemene reserve vrij besteedbaar | € 37.657 |
2. | Algemene reserve grondbedrijf | € 16.206 |
3. | Stille reserves | € 6.649 |
4. | Onvoorzien | € 45 |
5. | Structureel begrotingssaldo 2022 | € 1.056 |
6. | Onroerende zaakbelasting (onbenutte belastingcapaciteit) | € 4.931 |
7. | Leges en heffingen (onbenutte belastingcapaciteit) | € 918 |
Totale weerstandsvermogen | € 67.462 |
1. Algemene reserve vrij besteedbaar
De algemene reserve vrij besteedbaar bedraagt ruim € 37 miljoen. Het verloop van de algemene reserve is zichtbaar bij ontwikkeling vermogenspositie.
2. Algemene reserve grondbedrijf
Het doel van de algemene reserve van het Grondbedrijf is het opvangen van eventuele nadelen op grondexploitatiecomplexen. Het vormt een risicobuffer op basis van het Meerjarenperspectief grondbedrijf. In de inventarisatie van de risico’s zijn ook de risico’s van het grondbedrijf opgenomen. Daarom wordt deze reserve meegenomen in de berekening van het weerstandsvermogen. De algemene reserve van het grondbedrijf is begroot op ruim € 16 mln. Daarbij wordt aangetekend dat de herkomst van deze reserve Uden is. In Landerd was hiervoor geen aparte reserve en werd dit risico opgevangen uit de Algemene reserve (behoedzaamheidsreserve genoemd).
3. Stille reserves
Onder stille reserves vallen onder andere de gemeentelijke gronden en panden die gewaardeerd zijn tegen de toen geldende aankoopwaarden. Een belangrijke voorwaarde is dat het een en ander per direct verkoopbaar is. De stille reserves bedragen € 6,6 miljoen. Dit is aanzienlijk gestegen voor Maashorst ten opzichte van de laatste optelling van Uden en Landerd door de meegerekende overwaarde van het gemeentehuis en werf in Zeeland (WOZ-waarde minus boekwaarde).
4. Onvoorzien
Op basis van de BBV en het Gemeentelijk Toezichtskader van de provincie, is het verplicht om een redelijk bedrag voor onvoorzien op te nemen. Dit past niet binnen het financieel beleid van de gemeente Maashorst. Wij ramen namelijk alle inkomsten en uitgaven. Daarom hebben wij ervoor gekozen om een minimaal bedrag van € 45.000,- hiervoor op te nemen. Dat is een optelling van de voorheen door Uden en Landerd gehanteerde bedragen.
5. Onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit OZB wordt berekend door de maximale tarieven te vergelijken met de tarieven van de gemeente Maashorst. Voor de overige heffingen wordt het verschil tussen 100% kostendekkendheid en de werkelijke inkomsten als onbenutte belastingcapaciteit aangemerkt.
Berekening onbenutte belastingcapaciteit
Voor de maximale belastingtarieven wordt gebruik gemaakt van de normen voor het artikel 12-beleid. Dit betekent dat, als de gemeente Maashorst niet meer in staat zou zijn om de structureel zich manifesterende risico’s binnen de exploitatie op te vangen, de gemeente door het Rijk gewezen zou worden op de mogelijkheid om de OZB-tarieven te verhogen om zodoende meer structurele opbrengsten te realiseren. Dit noemt men het artikel 12-beleid.
De berekening van het landelijk percentage van de WOZ waarde voor toelating tot artikel 12, vindt plaats door middel van een berekening die is opgenomen in de meicirculaire 2021. Het percentage van de WOZ-waarde voor toelating tot artikel 12 voor het jaar 2021 is vastgesteld op 0,1800. Volgens de hiervoor geldende wettelijke richtlijnen heeft de gemeente Maashorst een onbenutte belastingcapaciteit van € 4,9 miljoen.
Voor de tarieven betreffende begrafenisrechten, rioolrechten en leges is op dit moment niet in alle gevallen sprake van kostendekkende tarieven. In deze begroting is daarvoor een voorlopige berekening opgesteld, die is gebaseerd op de begrotingen van Uden en Landerd 2021 aangevuld met enkele nieuwe gegevens 2022. In de huidige opzet wordt uitgegaan van een onbenutte capaciteit van € 918.000, grotendeels afkomstig van de gemeente Landerd.