Overhead en vennootschapsbelasting
Overhead
Om de vergelijkbaarheid tussen gemeenten te verhogen, wordt de overhead centraal begroot en verantwoord op BBV taakveld 0.4 Overhead (ondersteuning organisatie).
Er zijn regels opgesteld in het BBV over welke kosten wel en niet onder de overhead geschaard worden. Dit betekent voor ons de volgende onderdelen:
- Leidinggevenden (inclusief gemeentesecretaris)
- Management- en bestuursondersteuning
- Financiën
- HR (inclusief salarisadministratie) en Juridische zaken
- Communicatie en Creatie
- Informatiemanagement, applicatie- en systeembeheer
- Informatie- en gegevensbeheer
- Facilitair
- Telefonie en receptie
- Huisvestingskosten
- ICT kosten
Berekening opslagpercentage overhead van de tarieven lokale heffingen
In de programmabegroting 2022 is de berekeningsmethodiek voor de overhead opgenomen. De uitkomst van de gekozen methode resulteert in een opslagpercentage van 81,44%.
Het uitgangspunt in de verslaggevingsregels van het BBV is dat de werkelijke kosten moeten worden toegerekend en niet een begroot bedrag. Voor de overhead betekent dit dat dus moet worden gerekend met de werkelijke overheadlasten. De verdeelsleutel die wordt gehanteerd (81,44% in 2022) behoeft binnen het BBV niet te worden nagecalculeerd. Dit betekent dat de voorgecalculeerde verhouding wordt gehanteerd en afgezet tegen de werkelijke kosten. Eventuele budgetverschillen binnen de overhead worden toegelicht in programma 10 Bedrijfsvoering.
Heffing Vennootschapsbelasting
Sinds 2016 zijn gemeenten vennootschapsbelastingplichtig. Vanwege vele landelijke onduidelijkheden in de afgelopen jaren, is door de Belastingdienst diverse malen uitstel verleend tot het doen van aangifte. De aangiften 2016 t/m 2021 zijn ingediend door de voormalige gemeenten Landerd en Uden, maar deels nog niet vastgesteld door de Belastingdienst.
Op basis van onze inventarisatie en uitgangspunten worden de volgende activiteiten in de aangifte betrokken:
- Grondbedrijf
- Afval (reststromen en bedrijfsafval)
- Reclame-uitingen (abri's)
- Parkeren (vrijgesteld)
- Kermissen (vrijgesteld)
De aangiften hebben geleid tot de volgende fiscale resultaten:
Boekjaar | Fiscaal Resultaat (- = verlies, + = winst) | ||
Uden | Landerd | Totaal Maashorst | |
2016 | € 89.163 | €227.775 | €316.938 |
2017 | € 2.027.462 | €110.052 | €2.137.514 |
2018 | € 2.243.963 | €845.433 | €3.089.396 |
2019 | -€596.922 | €341.404 | -€255.518 |
2020 | -€78.945 | -€389.488 | -€468.433 |
2021 | €2.966.985 | €72.889 | €2.894.096 |
2022 | * | * | * |
Totaal | € 6.651.706 | €1.062.287 | €7.713.993 |
* De aangifte 2022 moet nog opgesteld worden.
Fiscale resultaten worden overigens heel anders berekend dan bedrijfseconomische resultaten (o.b.v. BBV), met name op basis van een fiscale beginbalans. Het is derhalve mogelijk dat het grondbedrijf bedrijfseconomisch winstgevend is, maar fiscaal gezien verlieslatend en vice versa.
Ten opzichte van de programmabegroting 2022 zijn met name de fiscale resultaten van Uden flink gewijzigd. Dit vanwege een gewijzigde systematiek waarbij resultaten in jaren naar voren gehaald zijn. In de totale looptijd van de grondexploitaties zou dat tot een kostenbesparing moeten leiden.