Gevolgen bestedings- en dekkingsplan voor financiële positie
De gemeente Maashorst stuurt op haar financiële positie en heeft hiervoor 3 pijlers ontwikkeld. Deze pijlers geven aan hoe financieel gezond de gemeente is.
Pijler 1
In artikel 189 lid 2 van de Gemeentewet staat: De raad ziet erop toe dat de begroting structureel en reëel in evenwicht is. Anders gezegd: De raad stelt een begroting vast die structureel en reëel in evenwicht is. Van de eis dat de begroting structureel en reëel in evenwicht is kan de raad afwijken, indien aannemelijk is dat we het structureel en reëel evenwicht uiterlijk in de laatste jaarschijf van de meerjarenraming realiseren.
Onderstaand overzicht laat zien dat Programmabegroting 2023 met uitzondering van het jaar 2023 structureel sluitend is.
(bedragen x € 1.000) ( N = negatief saldo V = positief saldo)
Begrotingssaldi gemeente Maashorst (bedragen x € 1.000) | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|
Structureel Begrotingssaldo | N 1.019 | V 6.171 | V 9.789 | V 431 | |
Incidenteel Begrotingssaldo | N 870 | N 348 | N 205 | N 134 | |
Dekking incidenteel tekort uit algemene reserve | V 870 | V 348 | V 205 | V 134 | |
Saldo na dekking | N 1.019 | V 6.171 | V 9.789 | V 431 |
Pijler 2
De weerstandscapaciteit is gedaald ten opzichte van de jaarrekening 2021. De risico’s zijn relatief gezien meer afgenomen. Dit verklaart de stijging van de weerstandsratio. Met de raad is afgesproken dat de weerstandsratio tussen 1 en 2 moet zijn. Daarmee valt de huidige weerstandsratio ruim binnen de norm.
Pijler 3
In het bestedings- en dekkingsplan 2023-2026 is in totaal € 5.943.000 aan nieuwe investeringen. Dit is de financieringsbehoefte. Voor de ontwikkeling van de financieringspositie is er een kasstroomoverzicht (PDF, 51.6 kB) opgesteld.
Resumé
De financiële positie kan worden bepaald met behulp van zogenaamde signaleringswaarden. Deze waarden zijn onder meer afkomstig uit de stresstest voor 100.000+ gemeenten. In de tabel hieronder is te zien welke waarden bij welke categorie (A, B of C) behoren. Categorie A is het minst risicovol en categorie C het meest risicovol. Om ons huidige financiële beleid voort te zetten, zouden we categorie A ambiëren en categorie B accepteren. In de laatste tabel staan de percentages zoals voortvloeiend uit deze Programmabegroting.
Toelichting op de kengetallen
Netto-schuldquote: Hoe hoger de schuld, hoe hoger de netto schuldquote. De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Door de geplande afwikkelingen van de onderhandenwerkenlijst (investeringen), is de verwachting dat in 2023 een langlopende lening van €20.000.000 afgesloten zal moeten worden. Hierdoor verslechterd dit kengetal in 2023. Door de reguliere aflossingen verbetert het percentage weer in de jaren daarna.
Solvabiliteitsratio: De solvabiliteit laat zien in hoeverre de gemeente afhankelijk is van schuldeisers. Met dit cijfer kun je zien of je aan al je betalingsverplichtingen kunt voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt het eigen vermogen als percentrage van het totale vermogen verstaan. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe beter je in staat bent om al je schulden te betalen. Ook dit percentage verslechterd doordat er in 2023 naar verwachting een langlopende lening van €20.000.000 afgesloten zal moeten worden. Het aandeel vreemd vermogen ten opzichte van het totale vermogen neemt namelijk toe.
Structurele exploitatieruimte: Voor de beoordeling van de financiële positie, is het ook van belang te kijken naar de structurele baten en de structurele lasten. Structurele baten zijn bijvoorbeeld de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de opbrengsten uit de onroerende zaakbelasting. De structurele baten en lasten worden vergeleken met de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten in staat zijn om de structurele lasten te dekken. In 2023 zijn lasten hoger dan de baten, zoals zichtbaar is in het bestedings- en dekkingsplan. De jaren daarna zijn de structurele baten hoger dan de lasten.
Grondexploitatie: Voor de berekening van dit kengetal worden de waarde van de bouwgrond in exploitatie gedeeld door de totale baten uit de programmabegroting / programmarekening (artikel 17, onderdeel c, van het BBV) en uitgedrukt in een percentage. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop.
Een groot deel van de lopende grondexploitaties heeft een verwachte looptijd tot 2022 / 2023. Voor de nog vast te stellen grondexploitaties is nog geen nieuwe boekwaarde anders dan de huidige boekwaarde. De toekomstige boekwaarde zal naar verwachting hoger zijn. Daarnaast is het zo dat bij verlieslatende grondexploitaties de verplichte verliesvoorziening verrekend wordt met de bruto boekwaarde voor dit overzicht. Door deze zaken geeft het verloop een aflopend beeld wat niet betekent dat de activiteiten binnen het grondbedrijf zo ver teruglopen.
Belastingcapaciteit: De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente is ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing voor een woning met gemiddelde waarde. Voor het kengetal 2023-2026 is uitgegaan van een stijging van de woonlasten met 2,3% index.
.