Overhead en vennootschapsbelasting
Overhead
Om de vergelijkbaarheid tussen gemeenten te verhogen, wordt de overhead centraal begroot en verantwoord op BBV taakveld 0.4 Overhead (ondersteuning organisatie).
Er zijn regels opgesteld in het BBV over welke kosten wel en niet onder de overhead geschaard worden. Dit betekent voor ons de volgende onderdelen:
- Leidinggevenden (inclusief gemeentesecretaris)
- Management- en bestuursondersteuning
- Financiën
- HR (inclusief salarisadministratie) en Juridische zaken
- Communicatie en Creatie
- Informatiemanagement, applicatie- en systeembeheer
- Informatie- en gegevensbeheer
- Facilitair
- Telefonie en receptie
- Huisvestingskosten
- ICT kosten
Het gaat in 2023 om de volgende lasten en baten:
Rekening 2022 | Begroting 2023 incl. wijzigingen | Rekening 2023 | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Lasten | Baten | Saldo | Lasten | Baten | Saldo | Lasten | Baten | Saldo | |
Lasten en baten overhead | 22.589 | 195 | 22.394 | 24.456 | 125 | 24.330 | 23.982 | 168 | 23.814 |
Waarvan doorbelaste overhead naar grondexploitatie, investeringen en voorzieningen groot onderhoud | -1.246 | 0 | -1.246 | -1.094 | 0 | -1.094 | -1.629 | 0 | -1.629 |
Netto lasten en baten overhead | 21.343 | 195 | 21.148 | 23.362 | 125 | 23.237 | 22.353 | 168 | 22.185 |
Berekening opslagpercentage overhead van de tarieven lokale heffingen
In de programmabegroting 2023 is de berekeningsmethodiek voor de overhead opgenomen. De uitkomst van de gekozen methode resulteert in een opslagpercentage van 84,52%.
Het uitgangspunt in de verslaggevingsregels van het BBV is dat de werkelijke kosten moeten worden toegerekend en niet een begroot bedrag. Voor de overhead betekent dit dat dus moet worden gerekend met de werkelijke overheadlasten. De verdeelsleutel die wordt gehanteerd (84,52% in 2023) behoeft binnen het BBV niet te worden nagecalculeerd. Dit betekent dat de voorgecalculeerde verhouding wordt gehanteerd en afgezet tegen de werkelijke kosten. Eventuele budgetverschillen binnen de overhead worden toegelicht in programma 10 Bedrijfsvoering.
Heffing Vennootschapsbelasting
Sinds 2016 zijn gemeenten vennootschapsbelastingplichtig. Vanwege vele landelijke onduidelijkheden in de afgelopen jaren, zijn pas in 2023 de aanslagen Vennootschapsbelasting t/m 2020 vastgesteld door de Belastingdienst. De aangiften 2021 en 2022 moeten nog beoordeeld worden door de Belastingdienst.
Op basis van onze inventarisatie en uitgangspunten worden de volgende activiteiten in de aangifte betrokken:
- Grondbedrijf
- Afval (reststromen en bedrijfsafval)
- Reclame-uitingen (abri's)
- Parkeren (vrijgesteld)
- Kermissen (vrijgesteld)
De aangiften hebben geleid tot de volgende fiscale resultaten:
Boekjaar | Fiscaal Resultaat (- = verlies, + = winst) | ||
Uden | Landerd | Totaal Maashorst | |
2016 | € 89.163 | €227.775 | €316.938 |
2017 | € 2.027.462 | €110.052 | €2.137.514 |
2018 | € 2.243.963 | €845.433 | €3.089.396 |
2019 | -€596.922 | €341.404 | -€255.518 |
2020 | -€78.945 | -€389.488 | -€468.433 |
2021 | €2.966.985 | -€72.889 | €2.894.096 |
2022 | n.v.t. | n.v.t. | -€2.160.314 |
2023 | * | ||
Totaal | € 6.651.706 | €1.062.287 | €5.553.679 |
* De aangifte 2023 moet nog opgesteld worden.
Fiscale resultaten worden overigens heel anders berekend dan bedrijfseconomische resultaten (o.b.v. BBV), met name op basis van een fiscale beginbalans. Het is derhalve mogelijk dat het grondbedrijf bedrijfseconomisch winstgevend is, maar fiscaal gezien verlieslatend en vice versa.
Onvoorzien
In 2023 resteert er voor €1.587.000 aan onvoorziene voordelen. Het bedrag bestaat op hoofdlijnen uit de volgende onderdelen:
- Voordeel salarislasten direct productieve afdelingen €1.528.000
- Teruggaven btw/BCF over voorgaande jaren €68.000
- Diverse kleinere onvoorziene uitgaven en inkomsten -€9.000