Financiering
Financieringsbeleid
De belangrijkste doelen van ons beleid, zoals vastgelegd in het treasurystatuut, zijn:
- Overtollige gelden zetten we alleen uit bij banken of instellingen die voldoen aan de eisen van de Wet Fido en de bijbehorende uitvoeringsregeling.
- Het aantrekken van leningen gebeurt door bij tenminste 3 financiële instellingen een offerte aan te vragen.
- We maken alleen gebruik van financiële instrumenten om risico’s te verkleinen en niet om te speculeren.
Uit deze keuzes blijkt dat we voor een laag risicoprofiel gekozen hebben.
Algemene ontwikkelingen
Kortlopende financiering
Tot de start van de oorlog in Oekraïne was de kortlopende financieringsrente bij de Europese Centrale Bank (ECB) negatief. Vanwege de forse inflatie door de oorlog (hogere voedsel en energieprijzen) heeft de ECB de centrale rente diverse malen verhoogd met als doel om de inflatie te remmen. Dit heeft geleid tot een stijging van de kortlopende rente. De huidige rentepercentages voor financieringsmiddelen voor de korte termijn zijn veelal gekoppeld aan de Euribor-rentes en bedraagt momenteel ongeveer 3,9%. Veel experts verwachten dat de ECB in 2024, indien de inflatie voldoende afgenomen is, de rente weer gaat verlagen met als gevolg een lagere kortlopende en langlopende rente.
Langlopende financiering (kapitaalmarkt)
Vanwege de renteverhogingen van de ECB is vanzelfsprekend ook de kapitaalmarktrente gestegen. De huidige kapitaalmarktrente (looptijd 25 jaar) ligt rond 3,0%. We verwachten dat deze rente het komende jaar weer licht zal dalen zodra de ECB renteverlagingen gaat doorvoeren.
Financieringsbehoefte
De gemeente Maashorst werkt vanuit totaalfinanciering. Alle gemeentelijke inkomsten en uitgaven worden hierbij gesaldeerd voordat we ons op de geld- of kapitaalmarkt begeven. Goed inzicht in het verloop van inkomsten en uitgaven leidt tot betere sturing op de benodigde liquiditeiten voor de komende jaren, de aan te trekken externe financiering en de ontwikkeling van de rentekosten.
In onderstaande tabel vindt u een weergave van de ontwikkeling van de financieringspositie in 2023 middels een kasstroomoverzicht. Een kasstroomoverzicht is een overzicht van de feitelijke geldstromen die in een organisatie in de loop van een boekjaar binnenkomen en uitgaan. Op basis van dit overzicht kan geconcludeerd worden dat we 2023 afsluiten met een licht financieringsoverschot. Zoals zichtbaar is in het overzicht in de programmabegroting 2024 zal er in 2024 naar verwachting weer een fors financieringstekort zijn, waardoor een langlopende lening afgesloten zal moeten worden. De forse negatieve kasstroom overstijgt namelijk de kasgeldlimiet.
Het meerjarig beeld van de financieringspositie is wel lastig te bepalen. Een aanzienlijk aantal investeringen dient nog opgepakt te worden. Zie hiervoor de bijlage Staat van onderhanden werken. Ook realisaties binnen de grondexploitaties zijn soms moeilijk te plannen. Vertragende omstandigheden hierbij zijn ecologische/geologische vondsten, lopende procedures, het stikstofbesluit en het PFAS besluit.
Inzicht rentelasten/-baten
De BBV-voorschriften schrijven voor dat we ook inzicht moeten geven in de rentelasten, het renteresultaat, de financieringsbehoefte en de manier waarop we rente aan investeringen, grondexploitaties en taakvelden toerekenen.
Schematisch kan de rentetoerekening als volgt weergegeven worden:
Begroot 2023 inclusief wijzigingen |
Werkelijk 2023 |
||
a. | De externe rentelasten over de korte en lange financiering | € 2.462.931 | € 2.432.014 |
b. | De externe rentebaten (idem) | - € 301.634 | - € 582.561 |
Totaal door te rekenen externe rente | € 2.161.297 | € 1.849.453 | |
c1. | De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend | - € 892.194 | - € 891.896 |
c2. | De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend |
- € 137.963 | - € 137.963 |
c3. |
De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (= projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend |
€ 238.995 | € 242.975 |
-€ 791.162 | -€ 786.883 | ||
Saldo door te rekenen externe rente | € 1.370.135 | €1.062.569 | |
d1. | Rente over eigen vermogen | € 0 | € 0 |
d2. | Rente over voorzieningen | € 31.082 | € 31.082 |
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente | € 1.401.217 | € 1.093.651 | |
e. | De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) | - € 1.552.629 | - € 1.200.609 |
f. | Renteresultaat op het taakveld Treasury(-=positief, +=negatief) | -€ 151.412 | -€ 106.958 |
Ad. a: Betreft de rentelasten over de reeds opgenomen langlopende geldleningen en de rente over kortlopende financiering (rekening-courant en kasgeldleningen).
Ad. b: Betreft de renteopbrengsten over de verstrekte langlopende leningen aan Area en derden en overige rentebaten (bijv. rente startersleningen).
Ad. c1: De toe te rekenen rente aan de grondexploitatie (Bouwgronden In Exploitatie) betreft het gewogen gemiddelde rentepercentage van de bestaande leningenportefeuille van de gemeente, naar verhouding vreemd vermogen/totaal vermogen, indien geen sprake is van projectfinanciering (volgens de notitie grondexploitaties 2016 van de commissie BBV). Voor 2023 is dit 1,76%. Jaarlijks wordt dit percentage herrekend.
Ad. c2: Wanneer specifieke leningen extern zijn aangetrokken om deze vervolgens voor hetzelfde bedrag door te verstrekken aan een derde partij, wordt dit ook gezien als projectfinanciering. Dit betekent dat de rentelasten en -baten niet opgenomen worden in de renteomslag. Voor Maashorst betreft dit 2 geldleningen die doorgeleend zijn aan woningbouwcorporatie Area.
Ad. c3: Dit betreft de rentebaten van de doorgeleende geldleningen aan stichting Area en overige rentebaten (zie ook C2).
Ad. d1: Binnen de gemeente Maashorst wordt er geen rente toegevoegd aan reserves.
Ad. d2: Dit betreft de rentetoevoeging aan de voorziening nr. 7503001 Afkoop onderhoud begraafplaats (4,0%). Deze voorziening is op contante waarde gewaardeerd. In dat geval is rentetoevoeging aan de voorziening toegestaan.
Ad. e/f: De totaal aan taakvelden toe te rekenen rente bedraagt €1.093.651. De omslagrente wordt berekend door de werkelijk aan de taakvelden toe te rekenen rente (in euro’s) te delen door de boekwaarde per 1 januari van de vaste activa die integraal zijn gefinancierd. Op basis van de uitgangspunten in de BBV notitie rente, mag het omslagpercentage worden afgerond om een consistent percentage te kunnen hanteren.
Het te hanteren omslagpercentage is voor 2023 vastgesteld op 0,9%. Echter door het niet realiseren van een fors aantal investeringen was het niet nodig om een langlopende geldlening af te sluiten en is daardoor het saldo aan toe te rekenen rente een stuk lager. Hierdoor is het noodzakelijk om de werkelijke omslagrente te verlagen naar 0,7%.
Door het afronden van het omslagpercentage ontstaat verder een renteresultaat. Zoals te zien is in het renteschema is het werkelijke renteresultaat €45.000 lager dan begroot. Hiertegenover staat een fors voordeel van ongeveer €350.000 rente op de taakvelden doordat het rentepercentage verlaagd moest worden van 0,9% naar 0,7%.